DE ONZEKERHEID VAN HEISENBERG
met WIJDOOGEN te kijken toen LODEWIJK door het hek
kwam met een VALK op de arm, terug VAN DE JAGT uit De
nekamp, samen met PAULA. Die had waarempel haar
GEUZEBROEK nog aan.
NETJE, wat LET JE, we ziten op ROOZEn,
we zijn nog JONG, laat ons wat verpozen.
Tussen DEN BRAVEN en de bozen
in de SCHEEPSTRAat tegenover de KERKER
staat een kroeg, die heeft een band met Goed Genoeg.
Het Silversant wat een OORT
heeft ook een BOGAERS, zegt het voort.
BUCKERT voor de entree, die is niet hoog dat valt niet mee.
Maar de Campari van TIER geeft veel plezier.
Zelfs uit LIMBURG zijn ze gekomen,
met HESP en vla en ROEDEMA.
Tenslotte DUKKER die heel mooi
was getooid met NESTELsROY.
En na de allerlaatste keil ging een ieder onder ZIJL.
SPORTBESTUURDERS
MOETEN COMMERCIËLER DENKEN
Onder bovenstaande kop verzond het Algemeen Neder
lands Persbureau via de telex een verslag van een bijeen
komst op het sportcentrum Papendal. Dankzij coilega-club-
genoot Hans de Bie, redacteur van het NOS-Journaal,
kwam het bericht op onze redactietafel terecht. Het leek De
Bie (en ons) zinvol voor belangstellende leden van de in
houd van het bericht kennis te nemen.
Papendal (ANP) De amateurbestuurders van de duizen
den lokale sportverenigingen, die zich bezighouden met de
breedtesport, zullen zich in toenemende mate vertrouwd
moeten maken met begrippen als doelgroep en marktme
chanisme. Sponsoring kan ook voor clubs, die niet maande
lijks op de TV verschijnen, een aantrekkelijke bron van in
komsten vormen. Het mag echter door de tijdelijkheid van
de overeenkomst nooit dienen als vervanging van subsidies
en uitkeringen uit toto/lotto, die momenteel zwaar onder
druk staan.
Clubbestuurders dienen ervan overtuigd te worden, dat zij
het bedrijfsleven een produkt te bieden hebben, dat elke
cent waard is, die de sponsor bereid is erin te steken. Spon
soring is meestal begonnen als een hobby van de directeur,
maar wordt door het bedrijfsleven steeds meer gezien ais
een dure, maar effectieve vorm van reclame, mits er binnen
de gesponsorde club begrip bestaat voor de doeleinden, die
de sponsor nastreeft.
Over de vraag hoe clubbestuurders moeten handelen om
sponsors te vinden en vooral hoe ze tevreden moeten wor
den gehouden, ging op Papendal de studiedag 'Sportspon
soring en de georganiseerde sport in Nederland'.
In de vier werkgroepen, die na de inleidingen van de PR-
deskundigen Frank Pauli en Lucas Goossens werden ge
vormd, klonk allerwege kritiek op de organiserende instan
tie, de Nederlandse Sport Federatie. Men vond dat het initi
atief jaren te laat komt. De Nederlandse Sport Federatie is
zelf al een jaar of tien in gesprek met de regering over de
vraag welke reclame-uitingen in de media aanvaardbaar
zijn. Het voorlopig sluitstuk daarvan is de regeling voor de
snelheidssporten, die binnenkort door de kamer wordt be
handeld. Deskundigen schatten, dat het bedrag dat het be
drijfsleven jaarlijks in de sport stopt sinds het begin van de
jaren tachtig is gestegen van 35 naar 200 tot 220 miljoen
gulden. Of daar nog veel rek in zit, is de vraag.
De eenvoudige clubbestuurder, die nu nog wat extra geld
voor zijn vereniging wil binnenhalen, bevindt zich door het
streven naar privatisering niet alleen in een concurrentie-po-
sitie ten opzichte van het welzijnswerk, de kunst en sinds
kort ook van het lager onderwijs, maar ook ten opzichte van
de NSF. De algemene sportkoepel richtte immers enkele ja
ren geleden samen met het NOC de Stichting Sportsupport
op, die een vette hoofdsponsor heeft binnengesleept en
zich gesteund weet door 45 bedrijven. Frank Pauli ken
schetste de situatie dan ook als een vraagmarkt, waarbij de
vraag van de sport groter is dan het aanbod van het be
drijfsleven, zoals ook de gevaren van de sport groter zijn
dan voor het bedrijfsleven.
De inleider achtte het lang niet omogelijk dat er een tijd
komt, waarbij de raad van bestuur van een groot bedrijf zich
inlaat met de samenstelling van het eerste team en zelfs het
resultaat van de wedstrijd zal bepalen. Aan de andere kant
toont de sport zich ook niet altijd een solide partner. Presta
ties en gedrag (zie FC Den Haag) kunnen tegenvallen. Des
ondanks was de boodschap, dat sponsoring leuk is en de
moeite waard. Sport is een produkt, dat verkocht moet wor
den; allereerst naar de eigen achterban, concludeerde Pau
li. De belangstelling voor de vraag hoe dat moet, is zo groot,
dat er al een tweede studiedag in het vooruitzicht is gesteld.
Tot zover het telexbericht van het ANP. We mogen hierbij
aantekenen, dat onze vereniging met haar initiatief inzake
het samenwerkingsverband met de AFC-vriendelijke bedrij
ven en het voor dai doel opgestelde profilatierapport reeds
lange tijd voor deze studiedag van de Nederlandse Sport
Federatie op Papendal met succes een brug heeft geslagen
naar het bedrijfsleven. Niettemin is het interessant te mogen
constateren, dat de AFC binnen het amateurvoetbal met be
houd van alle in onze vereniging gevestigde waarden datge
ne heeft gerealiseerd, waarvoor anderen een of meer stu
diedagen blijken nodig te hebben.
(oftewel die van een captain)
Tijdens het heren-jaardiner hield aanvoerder Willem Lenglet
de volgende toespraak:
Toen het mij duidelijk werd dat ik u hier vanavond zou moe
ten toespreken, heb ik enige tijd geaarzeld over de inhoud
van mijn verhaal. Ik dacht, ik maak het mezelf gemakkelijk
en vertel u iets uit mijn wereld van alle dag, die waarschijn
lijk de uwe niet zal zijn. En daarvoor neem ik u mee naar het
begin van deze eeuw en ook dat meen ik met het volste
recht te mogen doen bij een vereniging, die traditie zo hoog
in het vaandel heeft geschreven. Ik neem u daarvoor mee
naar de wereld van de zich ontwikkelende wetenschap. En
vergeef mij, voor de rest van het betoog moet u zich realise
ren dat ik wetenschap in dit verband synoniem acht aan de
bèta-wetenschappen.
Aan het begin van deze eeuw was deze ontwikkeling ra
zendsnel, datgene wat vandaag werd uitgevonden was
gisteren al verouderd. Moeder natuur had ons gezegend
met enkele grote geesten, die al hun intellect aanwendden
om haar eigen mysteries te ontrafelen. De complexe wereld
om ons heen leek zich te laten vertalen in enkele simpele
mathematische vergelijkingen. En met deze wiskundige be
schrijvingen leek men de wijsheid, soms wel de waarheid, in
pacht te hebben. Er ging een geweldige pretentie uit van de
ze ontwikkelingen, die onstuitbaar zijn weg vonden door de
eerste decennia van de twintigste eeuw. En toch stagneer
de deze ontwikkeling, toch leken de instrumenten die ons
door de wetenschap waren aangereikt niet voldoende om al
le ons omringende mysteries te ontsluieren.
Oorzaak en gevolg waren tot dan toe alleen logisch met el
kaar verbonden geweest en deze denktrant had de wereld
gebracht tot waar zij op dat moment stond. Er was een veel
fundamenteler verandering nodig om de wetenschap weer
op het rechte pad te brengen. En er stond één man op die
9