Een stukje schrijven over het Dames jaardiner: je moet er
geweest zijn, want dat is veel leuker. Jan (Steensma) vond
dat na 13 jaar nu eens die snotneus die als 22-jarige 'het' in
haar bol kreeg, eens aan de beurt was.
Het plakboek bij de hand ga ik weer terug naar vrijdagavond
17 januari jongstleden. Dwars over de aankondigingen uit
de Schakel zit de ketting met zwarte kat vastgeplakt. Het
geluks- of ongelukskleinood bij aankomst in het Novotel uit
gereikt aan alle 87 dames.
Een benauwde klus voor An Teiwes, want die loopt niet alle
dagen met een kattenkop op. Geen hoorntjes op de garde
robe-heer met staartje, maar toch, dit 13e Dames jaardiner
beloofde een zeer aparte avond te worden.
Het was een ware corsage-slag om dwars door een lambs-
wool nieuwjaarsreceptie naar het borrelzaaltje te komen,
maar dat mocht de voorpret niet drukken. Een drankje en
babbel en rees de vraag: naast wie zit ik straks aan tafel?
Ook deze keer bleven Janny Rimini en Henhy Somers ge
duldig beleefd, want het hoort er allemaal bij. Wat voor ons
ontspanning is, blijft voor hen de jaarlijkse inspanning. Acht
uur, round the corner nog wat bijschilderen en vol verwach
ting de zaal in. Kwetterend als mussen rond de tafels met
hoefijzers, crèmes, klavertje-vier plantjes, de eau de toilette
en een tweetalige menukaart in de vorm van een ladder van
onze Lex Rimini.
De papieren zak open, gris, gris, spuit, spuit, alles erin en
dan de ontdekking van een scherf met nummer. Die moest
later geluk brengen in de loterij, maar met die kwantiteit en
kwaliteit aan prijzen was dat nauwelijks meer nodig.
Alhoewel, aan een bepaalde tafel kwamen de gewonnen
suikerbroden juist op tijd om de honger te stillen, want het
lopend buffet werd iets te langzaam bewandeld. Gelukkig
kon het hun en onze pret niet drukken, want er werd toch
heel wat afgelachen.
Wat toespraakjes, wat liedjes, het bezichtigen van de foto
collage voor de heren, het was alsof we niet weg geweest
waren.
Op rijm zorgde Tonny ten Oosten dat de Nobelprijs op de
bast van een sprakeloze Henny werd gespeld en iedereen
stemde in met deze goede keuze.
Een volgend hoogtepunt, na de koffie met bonbons van de
heren, was de toost met champagne en het zingen van het
AFC clublied om 12 uur, de officiële 92ste verjaardag van
onze AFC.
Nog een afzakkertje in de bar en wij verheugen ons weer op
het 14e diner. En dan denk ik lekker nog eens even aan de
eerste avond van het Dames jaardiner naast Nel Sabelson,
een avond die zo ongelooflijk goed is geslaagd. Eens een
snotneus, altijd een snotneus.
DAISY
In de vijftiger en zestiger jaren kwam de emigratiegolf, die
ook mij en mijn jonge vrouw naar het toen verre Australië
bracht. Een aantal AFC-ers was daar ook bij. Zo emigreerde
de kapper Klumper uit de Leidsche straat, verder Chris de
Looper en Ed v.d. Brink, allen naar Australië.
In Alice Springs, centraal Australië, heb ik nog gevoetbald,
or waren juist vier elftallen gevormd. De vier deelnemers wa
ren een groep aboriginals, een hotel, personeel van een
aannemer en een groep immigranten.
Via Larrimah en Darwin, Northern Territory en Mount Isa in
Noord Queensland, vestigden we ons tenslotte in 1966 in
Gladstone, central Queensland coast. Een subtropisch ge
bied, slechts acht uur rijden van de hoofdstad Brisbane.
Het was ook omstreeks die tijd dat het voetballen in Austra
lië pas weer op de been was gekomen. Het spel was nog
laat in de vorige eeuw gespeeld maar het was ook spoedig
verdrongen door rugby en later door Australian Rules; het
laatste ziet u nu op t.v. in Nederland.
Het voetballen had in de vijftiger jaren eigenlijk niets te bete
kenen, er werd weinig buiten de grote steden gespeeld en
gedurende een aantal jaren was Australië zelfs niet bij de FI
FA aangesloten, er werd blijkbaar niet aan alle voorwaarden
voldaan. Toch kwamen er nog wel Engelse elftallen over
aan het einde van hun seizoen om dan met hun spelers en
reserves de Australische staten met dubbele cijfers te slaan.
De grote verandering kwam pas in de zestiger jaren. Het re
gelmatig vertonen van Engelse wedstrijden op t.v. maakte
indruk op het publiek en men ging toch nog maar eens kij
ken naar dat spel van die immigranten. Er waren veel onge
lukken bij rugby, ook bij jeugdwedstrijden, en zo gebeurde
het dat ouders hun kinderen bij soccer clubs gingen aan
melden.
Het gebeuren in Gladstone (25.000 inwoners) is typerend.
Bij aankomst in 1966 bestond er een clubje met een elftal,
Gladstone United. Er moest op zondag naar Rockhampton
gereisd worden, een afstand van 130 km, om één van de
drie andere elftallen te kunnen ontmoeten. En dan was er
nog een elftal uit een naburige mijnplaats.
Maar er kwam groei, een tweede elftal kwam op de been, en
in 1971 werd met goedkeuring van Brisbane een onderafde
ling gevormd in Gladstone. Er werden vier elftallen gevormd
en nog drie clubjes opgezet en daarna kwam er een vloed
van jongeren. Immigranten begonnen dus met het trainen
van de jeugd en competities kwamen op gang.
Australische ouders raakten spoedig betrokken, er werden
boekjes met spelregels besteld. Scheidsrechters kwamen
over uit Brisbane voor een spoedcursus compleet met exa
men, dit herhaalt zich eigenlijk nog steeds. Gegadigden
werden naar Brisbane gezonden om te leren hoe te trainen.
Er zijn nu zes clubs in Gladstone met 12 senioren en 70
jeugdelftallen. De terreinen laten nog te wensen over, maar
ze zijn er. Koffie en bier worden nog onder plaatijzeren af
dakjes verkocht en er zijn nog geen kleedkamers maar ook
daar zal verandering in komen.
Een gunstige uitzondering zijn elftallen die onder hoede van
een grote maatschappij spelen en zodanig over goede ter
reinen en accommodatie beschikken.
Engelse teams komen nog steeds naar Australië maar ze
behalen geen gemakkelijke overwinningen meer, nu en dan
wordt er zelfs verloren.
Door de grote afstanden was een nationale alsmede regio
nale competitie van betekenis niet mogelijk. Toch kwam, via
een sponsorship van Philips, een nationale competitie tot
stand. Het bestrijkt het gebied van Adelaide tot Brisbane, er
wordt uitsluitend gevlogen. Het gemiddeld aantal toeschou
wers bij die wedstrijden bedraagt toch wel 3.000.
Clubnamen als Hollandia, Hellas, Croatia, Azzuri, Irish, Po-
lonia, waren gebruikelijk, maar er vonden nog wel eens on
geregeldheden tussen de diverse nationaliteiten plaats. De
bond droeg de clubs tenslotte op hun namen te veranderen.
Hollandia uit Brisbane werd nu Lions, Azzuri werd Brisbane
City, enz.
Terwijl in de zestiger jaren de elftallen nog praktisch geheel
uit New Australians bestonden, is dit heden ten dage totaal
veranderd. Bijna alle spelers zijn in Australië geboren.
De prestaties van het nationale elftal zijn niet achtergeble
ven. Terwijl in 1974, wel wat gelukkig, de World Cup in
Duitsland werd bereikt, werd dit seizoen de voorcompetitie
met Oceanië en Israël gewonnen. Daarna werd het loodje
gelegd tegen Schotland enkele maanden geleden. 2-0 in
Schotland, 0-0 in Sydney.