rm
Het was het voetbalspel maar, dat je griefde.
Je bent met mij toch nog gelukkig in de liefde
Tom: Dat is zeker waar Pieternel; daar zal ik niet om jok
ken.
Maar een beetje meer bij kas, al was het maar door
gokken,
dat scheelt je in je leven wèl een hap.
Want je weet het best Nel, soms zit ik echt een
beetje krap.
Nel: Maar Thomasvaer, ik weet een heel goed motto:
probeer het weer eens in de toto-lotto!
Wacht even. Het is net tijd. Zet de tv maar aan.
Dan kan je zelf eens zien hoe of het wel kan gaan
(Ik ben het meisje met de lotto-balletjes.)
Tom: Dat moet het ware geluk zijn. Wat een plaatje
Nel: Nee nee Thomasvaer, kom hier, dat laat je
Tom: Waarom nou toch! Dat dat niet even mag!
Nel: Nee mannetje, we gaan weer over tot de orde van
de dag.
Kom maar weer bij de les, knaap.
Tom: Soms voel ik me net een gedresseerde aap
Nel: We moeten weer verder en deel me maar eens mee:
waren er nog kampioenen dit jaar in AFC?
Tom: Allicht. De D5 had eind januari de titel al binnen.
Nel: Daarhou ik van. Je kan niet vroeg genoeg beginnen.
Tom: En eind maart was de titel voor het achtste;
met Roald en Cas Tromp, je weet wel, niet de
zachtste.
Nel: Ook het tiende elftal eindigde bovenaan;
Rick de Boer en zijn mannen gaven er een extra
tintje aan;
deze kampioenen voerden hun eigen campagne,
met een eigen clubblad en met veel champagne.
Tom: Er was nóg een elftal, dat reden had om zich te be-
natten.
Wat denk je van het kampioenschap van de zatten?
Nel: Ja, maar daar liep ook wèl wat rond in de wei!
Ga maar eens na, wie waren daar niet allemaal bij
Tom: Ja, je zag er menige, menige bekeerling,
zoals Jan Sandberg en Kees Gehring.
Frans van den Bor en Johnny Burke
Nel: Ja, daar kan je best mee lurken
Tom: En André Wijnand met Bas Rachman;
en waar je óók mee overstag kan:
Tonny Disselkoen en Edwin Geluk
Nel: Zo'n elftal speel je niet gauw stuk!
Tom: En fanatiek nog, potjandorie.
Maar hulde aan de oude glorie!
Nel: Tom, oude glorie van me Jij kan er ook wat
van
Tom: Waarvan Pieternel? Ik raak weer in de ban!
Nel: Ach Thomasvaer, je blijft me maar bekoren
Bij jou ben ik zo gauw verloren
Tom: Pieternel, je raakt wel èrg snel van de kaart.
Nel: Ik heb nou eenmaal voor jou een plekje in mijn
hart bewaard
En dit gespuis moet er nu maar weer even af.
Vooruit allemaal! In gestrekte draf!
Tom: We leggen de jongelui maar een tijdje aan banden
en nemen het heft weer volledig in handen.
Nel: Het wordt tijd Tom, dat er wat namen worden
genoemd.
Door publiciteit word je immers beroemd.
Tom: Door de vlijt van onze secretarissen
beschikken we weer over een lijst jubilarissen.
Nel: Let dus maar op of u er al bij bent
en laat maar horen, dat u ze wel kent.
Tom: Zeventig jaar, bekend met plicht en recht,
werd onder veel meer Theo van Nigtevegt!
Nel: Ook zeventig werd een andere blaag:
Gé Burger, woonachtig op De Kaag!
Tom: En dan een telg uit een roemrijk geslacht:
zeventig J.F. Scheepens, door ieder geacht!
Nel: Sportief op de fiets, zodat ie niet meer zo ver kan:
zeventig ook voetbal-acteur Otto Sterman!
Tom: Een treedje hoger nu. Daarop staan er twee.
Zij horen al jaren bij AFC.
En fladderen rond nog als een vliermuis:
vijfenzeventig Frans Haberer en Kick Sierhuis!
Nel: En dan nu de categorie van de sterken,
want die hebben we hier nog in diverse merken.
De hoed af, omhoog met de vlaggen:
tachtig jaar G. Breethoff en J.J.M. Bagge!
Tom: En dan de laatste. Wat lees ik? Allemachtig!
Zwolse Arie Waayer vijfentachtig!
Nel: Zo, dat is het einde van de eerste rij.
Ik denk: hier laten we het maar even bij.
Tom: Er wordt hier toch wat afgejubileerd
Nel: We zijn met goede vrienden zeer vereerd.
Tom: Zo heeft die club toch menig goede herder;
maar nu genoeg: straks gaan we wel weer verder.
Nel: Wat denk je van een lied Thomasvaer? Ik wil Miep
nog wel eens horen.
Tom: Dat is een goed idee; ze zal hier niet licht storen.
Nel: Er valt nog zoveel bij te praten,
op AFC, bij vrienden thuis.
Tom: Ga met elkaar een kaartje leggen
en drink een glas bij feestgedruis
Nel: Vandaag is niet te laat; het kan er dus nog best van
komen.
Wij gaan weer verder met de praat en blijven nog
wat bomen.
Tom: Vervolgen wij dus met het noemen van wat namen.
Nel: Maar met permissie: dat doen we dan wèl samen.
Tom: Ik begin in het heden; dat lijkt me zonneklaar.
Ik kom dan bij de keuze van de speler van het jaar.
Nel: Met veel tam-tam en verder met gebeier:
die speler van het jaar werd ditmaal Eddy Meyer!
Tom: Ik trek de lijn naar het verleden, maar blijf in eigen
huis.
Wie vijftig jaren lid is verdient het Ridderkruis.
Nel: "Voor AFC heb ik mijn leven veil."
Dat dachten Gé Burger, Frans Heineman en Nico
Bijl.
Tom: En daarbij blééf het niet, want nog na wat gesidder
sloeg men er drie alsnog in AFC tot ridder.
P. Mieghout, Bouke Dorenbos en Frans van Dijk
werden toch later nog een Ridderkruisje rijk.
Nel: Het is toch duidelijk, dat wie vijftig jaren lid is,
toch niet alleen op Goed Genoeg een topper of
een hit is.
Tom: De wortels liggen dan in lang vervlogen tijden,
dus op de Wandelweg, hier achter en bezijden.
Nel: De Zuidelijke Wandelweg liep tot het einde door
toch;
de jaren dertig van Colijn en vèr nog vóór de
oorlog.
Wij kijken zorgeloos terug naar een nabij verleden.
Zie wat er anders is in vergelijk tot heden.
AFC OP KOP (lied)
Kom maar naar beneden
't is al vaak gemeld
van de trap gegleden.
vj.v.l