dens of na die wedstrijd. Licht ze eruit, die grootse momen
ten en stuur ze op naar het redaktie-adres: Tulpenburg 59
te Amstelveen.
De club wacht erop
BEMIDDELING
Peter drukte op de bel en keek nogmaals naar het naam
bordje. Ja, het moest goed zijn, die naam had hij doorge
kregen: Mr. R. Leazer. Een vergietje begon te kraken, hij
boog voorover: Wie is daar?', hoorde hij. Hij noemde zijn
naam. 'Tweede lift, zevende etage, derde deur links'. 'Ja
meneer, goed meneer, ik kom eraan, meneer'.
Deftige boel, hoor. Tjeetje, dit was nog eens een flatge
bouw. Even later drukte hij op de deurbel, een klik, en hij
stapte naar binnen. Gossie, dat moest een goeie business
zijn, zo'n bemiddelingsbureau voor voetballers. Een man in
een gestreept jasje, een huisknecht?, liet hem plaatsnemen
in de hal. Hij moest wachten, meneer was nog even bezig.
Vijf minuten geduld, graag. Peter knikte, de aktetas met
papieren lag stijfjes op z'n knieën. Al moest ie de hele dag
wachten, di't was toch zijn kans. Een kontrakt in de States!
Toch maar goed dat die Thomas 'm getipt had. Wat had ie
ook weer gezegd? Maakt niks uit, jongen, dat je in het der
de speelt, ze kunnen er daar de ballen van. Ze weten amper
dat een bal rond is, met één been speel je ze van het veld.
Geingozer hoor, die Thomas, Maar toch. Thomas
speelde in het eerste bij een hoofdklasser, hijzelf in het
derde van een vierde klasser. Niet zenuwachtig worden.
Had ie er niet, voor de vorstperiode, zo'n tien ingelegd. En
had ie, hij klopte op z'n aktetas, toch maar mooi zwart op
wit. Van de secretaris, jaja.
'Komt u maar verder' zei de streepjesjas. Hij schrok op uit
z'n gedachten en volgde de huisknecht, tot aan z'n enkels
wegzakkend in een dik tapijt. Een kamer als een zaal, bij
het raam eeri kolossaal bureau, daarachter een middelbaar
sportief ogende man, die opstond en hem de hand reikte.
'Leazer' zei hij vriendelijk.
'Peter Jansen van Swift, meneer'.
'Zozo, Peter, en jij wil graag in Amerika voetballen? Klopt
dat'. 'Ja meneer...., nou, wat graag! Ik heb een goed rechter
been en
Door zijn hand op te steken, onderbrak Mr. Leazer hem en
bladerend in de voor hem liggende papieren vroeg hij:
'Van wie heb je mijn adres, jongeman? Van meneer Gelder
mans soms? Of Speelstra? 'Meneer Geldermans??? Speelstra??
Die ken ik niet, meneer. Thomas heeft me getipt, daar heb ik
in de junioren nog tegen gespeeld. Geinige jongen, meneer.
Die zit al in Amerika, hè. Doet ie het goed, meneer? Kan
lekker koppen, hè?'
Weer kwam de hand omhoog: 'Van Thomas dus, jaja. Dat
Iaat zich goed doorpraten. Zo, en vertel eens wat jij allemaal
kan. Begin maar bij het begin'. Hij had een gouden pen ter
hand genomen en terwijl Peter z'n voetballoopbaan uit de
doeken deed, maakte hij zo nu en dan aantekeningen. Peter
was het eind van zijn relaas gekomen: Voor de vorst,
meneer, hoeveel denkt u?'.
De heer Leazer schudde niet wetend zijn hoofd. 'Tien, me
neer!' 'Als wat? Middenvelder soms?' 'Linksbuiten, meneer,
Kunt u nagaan, ik ben rechts' Mr. Leazer keek hem bewon
derend aan: 'Dat hoor je niet vaak. Peter. Allemaal met je
linkerbeen?' Peter lachte en voelde zich gevleid: 'Niks,
hoor. Ik doe alsof ik buitenom ga, weet-u-wel, een schaar
beweging, dan, pats ga ik binnendoor, tegenpartij op
het verkeerde been, weet-u-wel, een beetje snelheid maken
en dan jens, m'n rechterpoot d'ronder. Tien, meneer. Ik
heb het zwart op wit, u kunt het lezen. Hier staat het'.
Hij overhandigde de man achter het bureau een vel papier.
Zachtjes tikkend met de pen op het bureau nam de bemidde
laar het stuk door, het zag er officieel genoeg uit.
Dan keek hij op en vroeg: 'Hoe is het me je Engels, Peter?'
Peter voelde zich rood worden en stamelde: 'Niet al te best,
meneer. Yes en no, dat gaat nog wel maar de rest Ik
heb alleen lagere school, meneer. Moest vroeg aan de bak,
hè. papa wilde zo graag een auto hebben'.
'Jajamaar arbeid adelt, Peter. Ik zie het wel zitten
voor je. Ik zal kontakt opnemen met mener Michielstone
in Amerika, binnen een paar weken krijg je bericht'.
'Wat ga ik verdienen, meneer?'
De heer Leazer was opgestaan en lachend zei hij: 'Genoeg,
Petertje, genoeg. Waneeer je ze er maar in blijft schoppen,
hè. Niet tien, maar twintig, dertig. De Yanks zijn gek op
doelpunten, daar willen ze graag voor betalen!'
'Zal ik nog meer jongens naar u toesturen, meneer?'
'Doe maar, Peter. Maar ik ga niet lager dan een vijfde elf
tal, dat moet je er wel bij vertellen'.
Charlie
AFC-Be Quick, mei 1919 om het Kampioenschap van Nederland.
Börnemann redt.
3