Feest op
„Goed Genoeg''
Afscheid
Twaalf
Verjongd zaterdagteam
wil zich waar maken
De zomer is voorbij, de dagen korten.
Tijd voor een feestje dus. Onder het
motto „Nazomeravondfeest" gaat dat
vrijdag 10 oktober in ons clubhuis ge
beuren. Kosten noch moeite werden ge
spaard. Twee bands en wat voor: het
kwartet Ad van de Hoed en The Rackets
van Fred Gehring. Er mag dus gedanst
worden en dat zullen we doen ook! Kun
je nog feesten, feest dan mee en kom
naar A.F.C., al of niet met feesttoeter,
maar in ieder geval goed geluimd. Geen
A.F.C.-er wil dit natuurlijk missen. We
beginnen om 21.00 uur en eindigen om
02.00 uur.
Entreeprijs 5,Toegang alleen
voor leden en donateurs van A.F.C.,
A.B.C., A.C.C., A.T.C. en The Reds (één
introducee toegestaan). Kaarten ver
krijgbaar bij Jack van Gelder, Kees
Gehring, Ron Limburg, Frank Redde
ring en aan de bar.
Ondergetekende moet helaas om (niet
ernstige) gezondheidsredenen stoppen
met de verzorging van het A.F.C.-bulle-
tin.
Het Bestuur (met enkele dames) en
enkele ere-leden hebben ons (ja, Karei
mocht er ook bij zijn) op 10 september
1975 een grandioze afscheidsavond be
zorgd en mij, naast een prachtig bloem-
stukje, een even grandioos afscheids
cadeau aangeboden.
Iedereen, die deze avond heeft moge
lijk gemaakt, wil ik graag langs deze
weg hartelijk dank zeggen.
Verder ook dank aan allen waarmee
ik zoveel jaren heb mogen samenwerken.
Van mijn kant was het altijd „graag ge
daan". Dat het onze goede, fijne club
tot in lengte van jaren goed mag blijven
gaan, wenst u
Gré Swart
Als je denkt goed overzomerd te heb
ben, alles bleef immers in beweging, sta
je toch effe raar te kijken als je er bij
de eerste de beste gelegenheid 9 om je
oren krijgt. Persoonlijke herinneringen
aan zwaardere nederlagen werden op
gediept maar gaven weinig troost. Bij
een enkeling ging dit zelfs terug tot voor
W.O. II maar wat schiet je er mee op?
Een na-oorlogse 9-0 wordt op dezelfde
manier bijgeschreven als een vooroor
logse. Doelpunten lijden (nog) niet aan
inflatie.
Het was zo geanimeerd begonnen, die
zonnige zondagmiddag onder de rook
van Landsmeer. Een geurend grasveldje,
dat, omdat de scheidsrechter nogal lang
wegbleef, al gauw beproefd werd op z'n
ligkwaliteiten. Er werd vrolijk gebabbeld
over het pas afgelopen tennistournooi en
toen de arbiter eindelijk het spel in be
weging had gezet, nadat Jan molenwie
kend de spelers in de vereiste opstelling
had gekregen, waren de dromerige blik
ken en de nagenietende glimlachjes nog
lang niet verdwenen.
Na acht minuten stond het 4-0. Ge
ruisloos, mag je wel zeggen. Wat hoi-hoi
geroep van de DéWéVé-ers; bij het 12de
(vroeger het 11de, we zijn weer eens een
heel elftal teruggezet) een minzame ge
latenheid.
„Als je de bal in de ploeg houdt", zei
Fred, „bevriezen, weet je wel, dan
Jessis, dat waren we helemaal vergeten!
't Is niet mooi, een beetje tegennatuur
lijk. Zeker op zo'n warme zomermiddag.
Toch werd er steeds meer over rood ge
speeld en er waren zelfs momentjes die
aan weleer deden denken. Het glorieuze
verleden, de lange rij astronomiese over
winningen met de daaraan verbonden
gouden plakken. Teren we te veel op
deze roem, gaan we soms voorbij aan
het feit dat bij elk nieuw seizoen, ieder
van ons weer een jaartje ouder is?
Beschuit met muizen kan menigeen
zand in de ogen strooien en tennis is
geen voetbal, ook al beroep je je op je
fenomenale startsnelheid. Lucht, lucht
en nog eens lucht, daar gaat het om! Het
gekke is dat er voldoende van dat spul
om je heen is maar dat je binnenin met
een konstant gebrek worstelt. Rob heeft
het eens duidelijk gezegd: „Ik blijf voet
ballen omdat ik dan zeker weet, dat ik
anderhalf uur per week niet rook".
In ieder geval: Fred's suggestie waar
borgde een ongeschonden 4-0 stand tot
de rust.
Opmerkelijkste opmerking tijdens de
rust van Jan, captain: „Ons streven is nu
de tweede plaats, heren!".
Hierdoor gesterkt hapten we vrolijk
aan de tweede helft maar hoe gewillig
ook de geest, het lichaam eiste z'n jaren
op. De eerder gemaakte patronen wer
den speels ontrafeld en nog vijf keer viel
de bal in ons net: 9-0. Slechts drie keer
(tijdens de gehele wedstrijd) mochten we
ons in de buurt van het vijandelijk doel
ophouden. Een schot van links werd met
één hand gestopt, een lange rush van
Paul (als steeds onze hardste werker)
mondde uit in een bal rakelings langs en
de grote tovenaar Jean Petit zag een zeer
professionele vrije trap afgekeurd wor
den omdat 'ie niet in enen mocht. Dit
laatste bemerkten we pas toen we na
een triomfale terugkeer naar de midden
stip, onder stimulerende kreten van
„jongens, het kan nog", het was pas 7-1,
een D.W.V.-er met z'n vingertje richting
scheidsrechter wees. Deze legde net de
bal neer en wees betraffend naar de
tovenaar, die het onreglementaire van
zijn daad tot ver na de wedstrijd nog niet
zag zitten.
Deze drie mogelijkheden geven ons
toch alle reden om het streven van onze
captain met optimisme tegemoet te zien.
Zo niet, dan richten we ons gewoon op
de derde plaats.
Charlie
Door de jaren heen is het zaterdag-
voetbal een „buitenbeentje" van de ver
eniging geweest. Op zaterdag voetballen,
dat deden de kneusjes, de in leeftjjd ge
vorderden, de spelers die het bier be
langrijker achtten dan de bal, kortom,
zij, die zich minder serieus wilden of
konden bezighouden met de voetballerij.
Althans, zo dacht men er in het alge
meen óver in de vereniging. Dat ook op
A.F.C. de tijd niet stil blijft staan en
veranderingen kunnen worden doorge
voerd mag blijken uit de nieuwe, enthou
siaste, organisatie van het eerste zater
dagelftal.
Na afloop van het vorig seizoen bood
de altijd van energie bruisende Karei
Baarschers aan om de leiding van het
eerste elftal op zich te nemen. „Ja, slim
bekeken natuurlijk. Zo ben ik verzekerd
van mijn plaats in het eerste", zegt
Karei. Even later serieus: „Vorig jaar
was het een rotzooitje. Vaak moesten
we met acht of negen man spelen om
dat bepaalde mensen gewoon niet kwa
men opdagen. De sfeer was niet al te
best. Ik heb de leiding op mij genomen
omdat er niemand anders was, die dat
wilde doen, en omdat ik voelde dat er
met dit elftal een positief resultaat te
bereiken viel."
De kans op dit positieve resultaat
werd al snel aanzienlijk vergroot. Een
aantal spelers, dat teleurgesteld was in
het zondagvoetbal of om andere redenen
op zaterdag wilde gaan spelen, meldde
dit via Baarschers aan het bestuur. Ook
van andere verenigingen kwamen enkele
spelers, die een versterking voor het za
terdagvoetbal betekenden. Het bestuur
gaf enkele spelers toestemming om op
zaterdagvoetbal over te stappen, voor
André van den Bor, Tim Timmerman en
Johnny Dear werd het echter nog een
moeilijke zaak. Het bestuur wilde dit
drietal aanvankelijk niet over laten gaan
tot de rijen der zaterdagvoetballers:
A.F.C. was in principe een zondagver
eniging en een verzwakking van de
K.N.V.B.-elftallen moest voorkomen
worden. Op een bestuursvergadering
werd evenwel besloten de drie spelers
alsnog „los te laten", ook al omdat en
kele andere „overlopers" door de aan
vankelijke houding van het bestuur op
hun besluit waren teruggekomen.
Al gauw bleek dat de nieuwe, enthou
siaste, groep dit seizoen in de competitie
een rol van betekenis zou kunnen spelen,
Tijdens een toernooi, georganiseerd door
D.C.G., werd de finale bereikt na over-