Mixed Pickles
Uit andere bron
Van de verschillende clubbladen die wij regelmatig van onze vriend en collega van Emnrenes ter lezing ontvangen is
het clubblad van Quick (Nijmegen) 61ste jaargang en nog altijd de eenvoudige naam dragend: „Het Quick blaadje"
wel het meest de moeite van het lezen waard. In een van de nummers die in dit voorjaar verschenen kwamen een
paar stukken voor die duidelijk aangeven, hoe deze Nijmeegse hoofdklasser over de huidige problemen of discussie
punten denkt. Een en ander zal de meeste A.F.C.ers wel uit het hart gegrepen zijn en daarom citeren wij hier enige
uitlatingen, mede omdat sommige A.F.C.ers menen dat wij met onze opvattingen langzamerhand een beetje geïsoleerde
positie beginnen in te nemen. Gelukkig niet aan de Waal huldigt men kennelijk dezelfde opvattingen als aan de
Amstel. Onder „Mentaliteit Amateur of Betaald" schrijft de redactie van Quick Nijmegen:
Twee gesprekken resp. twee opmerkingen, die ons in verschillende toonaarden als grap, maar ook in dodelijke ernst
bereikten:
1. Als wij nu in de Hoofdklasse zitten, dan zal het bestuur zo langzamerhand naar nieuwe spelers moeten gaan uit
kijken!
2. Zeg, die Hoogenboom uit Rotterdam, die Xerxes zo heeft geholpen, die zit in Groesbeek en gaat hier ook een enorme
zaak opzetten. Zouden jullie als Bestuur daar niet eens mee gaan praten
Soms moesten wij er een beetje om lachen, maar soms begon de ernst toch wel een beetje griezelig te worden, omdat
men blijk gaf behoorlijk ingeënt te zijn met betaald-voetbal mentaliteit en het duidelijke inz.iclit afwezig bleek, dat Quick
een amateurclub is en zoals het zich laat aanzien, dat ook bepaald blijven wil.
Overigens op beide vragen geldt haast hetzelfde antwoord:
ad 1. Wij kijken niet naar spelers. Als er jongelui z.ijn, die graag bij Quick willen voetballen, atletiek bedrijven of
cricket spelen, dan geven wij hen graag een aanmeldingsformulier. Dat vullen ze dan netjes in en dan zal de Bal
lotage Kommissie wel bekijken of wij hen willen hebben als lid, waarbij wij vooral goed uitkijken wat zij bij hun
oude klub hebben uitgevoerd.
ad 2. Als een zekere mijnheer of hij nu X, Z of H heet, graag lid van Quick wil worden, dan krijgt hij ook een aan
meldingsformulier, dat dezelfde weg opgaat als aangegeven sub I en leest U dan hetzelfde maar verder.
Over het gedoe met het Nederlands Elftal en de verhoudingen in de K.N.V.B. schrijft het blad:
Het is de vloek van de slechte daad, dat zij altijd weer opnieuw slechte daden voortbrengt, zo luidt althans het spreek
woord, men zit met een slechte of helemaal geen juiste afbakening van de verhouding: K.N.V.B. leidend lichaam van
alle voetbal in NederlandAmateur Voetbal Betaald Voetbal, omdat men indertijd bij het accepteren van het
Betaald Voetbal niet meteen, al was het maar een basis, een ra un, voor deze verhouding heeft opgezet.
Nu, nu het betaald voetbal toch duidelijk blijk geeft, met ui'zondering van een vier- of vijftal klubs, zich niet zelf te
kunnen bedruipen, steeds op de schobberdebonk leeft van gemeente-subsidies, dus op kosten van de gemeenschap, die
daarvan niet langer gediend is, noch qua gelduitgeverij, noch qua management, dan we! op de geldzak leeft van een paar
zakenmensen, die voor hun hobby nu eens geen plezierjacht maar een voetbalklub uitkozen, hoe kunnen de leiders nu in
vredesnaam eisen, dat zij voortaan hun eigen boontjes willen doppen, als zij keer op keer, ongevraagd, aantonen de
kwaliteit hiertoe te missen?
Dat is een vraag, maar hier past tegelijk een grote waarschuwing. Amateurklubs let héél goed op uw zaak. Blijf aaneen
gesloten en schei er nu zelf eens mee uit, spelers te betalen (meestal uitgerangeerden van het betaalde voetbal of linke
jongens, die allang hebben gemerkt, dat er ook bij de amateurk'ubs dwazen rondlopen, die hen aan een aardig boterham-
belegje kunnen helpen). De feitelijke betekenis daarvan gaat ver boven het WK gebeuren uit. Ik zeg het: amateurs, let
op uw zaak, want u doet in feite nu al mee aan dezelfde onverantwoorde verdwazing, zelfs is dit al doorgedrongen naar
de 2e, 3e en 4e klassers. Zelfs al tot de afdelingen. U gaat er zelf mee naar de bliksem, zó al, en als men u dan nog
de zgn. onafhankelijken-klasse als luis in de pels zet: frisse morgen dan!
En onder de rubriek „Rommelsoo" schreef het blad over de voetbalschrijverij iets, dat mij (nooit hoger gespeeld dan
het destijds laagste elftal van A.F.C.) uit het hart gegrepen was:
„Sommige voetballers en trainers zijn van mening dat alleen (oud)-voetballers over voetbal kunnen en mogen schrij
ven. Je moet zelf het zweet van de kleedkamer geroken hebben, zoals dat dan heet (Snuif-snuif Een hoogst ver
makelijk standpunt! Het houdt namelijk in dat alleen generaals over de oorlog in het Midden-Oosten, moordenaars over
moorden en de weerman van het K.N.M.I. over het weer kunnen en mogen schrijven
Nou hoort u 't ook eens van een ander!
„Sponsoring"
Het is toch wel typisch, hoe gemakkelijk tegenwoordig Engelse woorden en uitdrukkingen gemeengoed worden in het
Nederlandse spraakgebruik. Iedereen praat mee over „sponsors" en „sponsoring" en weet wel wat er mee wordt bedoeld,
maar er blijken toch nog rare misverstanden te bestaan. Zo blijkt er in het perscentrum „Nieuwspoort" een discussie
gehouden te zijn over de vraag: Is sponsoring reclame dan wel public relations? Dat is ook voor outsiders interessant
„want" zeggen de „diehards" in ons vak, „als het reclame is, dan mogen de namen van de sponsors niet in de redac
tionele kolommen staan; die moeten dan maar een advertentie zetten." De Duitsers hebben voor een dergelijke redenering
een aardig gezegde: „Jede Konsequenz führt zum Teufel." Stel nu voor, dat de bijna overleden Volewijckers financieel
gered zouden worden door de Royco-fabrieken mits de spelers op hun shirt zouden laten borduren: „Met Royco-soep
naar de Eredivisie" dat zou dan tóch een nieuwtje zijn.
Is een sponsor een man die reclame maakt of public relations wil plegen? Ik heb er de goeie ouwe Ten Bruggencate
op nageslagen en dat woordenboek zegt over sponsor: „peetoom, peettante, borg, helper, stichter, iemand die betaalt
voor een radio-programma, waarin zijn waren worden aangeprezen." Nou, dan is het dus reclame en geen public
relations. Maar met die reclame via de sportclubs moeten de ondernemingen toch oppassen; in één van de ochtendbladen
zag ik een grote kop: „Delta-Lloyd in de zorgen" en toen dacht ik: wat een geluk, dat ze daar een accurate opmaak
redacteur hebben die begreep dat het een sportbericht betrof. Stel je voor, dat hij die „kop" op de financiële pagina had
gezet, dan had je in de assurantiehoek op de Beurs wat kunnen meemaken.