Nico Holtzappel IN MEMORIAM 25.2.1899 13.12.1973 Met verbijstering vernamen wij donderdag 13 decem ber het plotseling heengaan van onze goede vriend Nico. Woensdagmiddag nog welgemoed als altijd in ons mid den; de volgende morgen het totaal onverwachte einde. Naast verbijstering toch ook grote dankbaarheid, dat Nico geen moment heeft geleden. Dankbaar zijn wij ook voor het geweldige voorbeeld dat hij ons jarenlang heeft gegeven als verknocht A.F.C.-er, als man van hoogstaan de principes, gepaard aan een beminnelijkheid en hulp vaardigheid zoals wij zelden hebben ervaren. Hij was een bijzonder goede vriend. Onze club heeft een groot verlies geleden, want één van onze allerbesten is heengegaan. Een grote leegte zal achterblijven, maar zijn voorbeeld als mens, als man van een stijl die helaas uitsterft, zal ons altijd voor de geest blijven staan. Nimmer heeft A.F.C. vergeefs een beroep op Nico Holtzappel gedaan. Als uitstekend voorzitter heeft hij de club door een moeilijke periode heen geloodst en als iemand zich de benoeming tot erelid waardig heeft be toond, dan was het wel Nico. Het voorzitterschap van de Stichting Goed Genoeg, dat hij na de verhuizing naar De Boelelaan enkele jaren heeft bekleed, baarde hem nog de meeste zorgen. Vooral omdat hij het zo graag ieder een naar de zin maakte, hetgeen bij de beperkte velden- accommodatie, die geen ruimte liet voor het beoefenen van voetbal, cricket èn honkbal, een onmogelijke opgave was. Dat heeft Nico verschrikkelijk dwars gezeten. Hij deed letterlijk alles om ieder het zijne te geven. Dat de cricketers tenslotte vertrokken, was zeker niet aan hem te wijten. Wat een liefde had hij voor zijn club! Hij leefde mee als geen ander en als het A.F.C. tijdens een wedstrijd niet naar den vleze ging, dan kon zelfs Nico een minder welvoeglijk woord niet altijd onderdrukken. Wat kon hij ook mooie gedichten maken, met als hoogtepunt, dacht ik, zijn „Afscheid van hoeve Goed Genoeg", waarvan de laatste strofe luidt: Wij zien met weemoed langs ons glijden De knusse glorievolle tijden Gesleten achter „Goed Genoeg". Maar, welke bloei ons zij gegeven Wij krijgen nooit meer zo'n brok leven Als wij eens hadden laat en vroeg Daar in de Meer, bij Goed Genoeg. Veertig jaar later, bij onze verhuizing naar de De Bcelelaan, legde Nico het oude en het nieuwe fotogra fisch vast en dichtte zijn „Rijmkroniek", dat een ere plaats heeft in mijn boekenkast om later in het A.F.C- archief te worden opgenomen. Maar hoe veel groter is het verlies voor zijn lieve vrouw Tine, voor zijn kinderen en kleinkinderen. Voor allen was hij het middelpunt en nimmer was hem iets te veel. Onze innige deelneming gaat naar hen uit. Mogen zij troost putten uit de wetenschap, dat Nico voor vele, vele mensen een lichtend voorbeeld is geweest. Nico heeft niet voor niets geleefd en dat zal iedereen zich steeds blijven herinneren. Beste goede vriend, dank voor alles. Rust in vrede. H. Kappelhoff Dorp In de loop van enkele jaren hebben enige medeleden gemeend het inkomen van onze burgemeester nadelig te moe ten beïnvloeden door vertrek naar el ders. (Niet Eylders, daar wordt slechts je eigen inkomen beïnvloed.) Een stuk of vier, vijf A.F.C.-ers vertrokken naar De Rijp. We spreken nog wel eens zo'n anti-mokummer. Hoog wordt opgegeven over de voordelen van het dorpsleven en vaak wordt niet nagelaten de invloed, die men op dat leven heeft, uitgebreid te schetsen. Welnu, gedurende een paar weken wijdt de V.P.R.O. des maandags aan dacht aan De Rijp. De naam van de re portage luidt „Dorp in de Winter". Wie nou mocht hebben verwacht, dat één van die ex-mokummers, nu invloedrijk Rijper, aan het woord zou komen, komt bedrogen uit. Blazen de Rijpse A.F.C.-ers te hoog van de toren? Eén van hen spreken we op Nieuwjaarsdag. We vragen het na voor u. Autoloos Toch is het ondanks de in dit tussen kopje aangeduide toestand nog wel eens erg gezellig op „Goed Genoeg". En op zeker uur gaat dan voor menigeen (iets te laat?) het geweten spreken; het klokje van gehoorzaamheid luiden; de affiche „Ach, vader niet meer" verschijnt; enfin,? vult u zelf maar in. Dan moet de hele bende ineens in een taxi. Dat lukt op dat uur bijna nooit. Welnu, men belt bevriende relaties op de De Boelelaan met het verzoek een taxi op te sporen. Dat lukt, wij spreken- uit ervaring, ook nooit. Totoj Wij zijn niet met Catootje naar de botermarkt geweest. Noch kunnen we een zinnige gedachte aan Carthago wij den. Wel weten we, dat de Totocommis sie nog om medewerkers zit te springen Frans Haubrich heeft nog wel een ge zellig wijkje voor u. Heus. Jan Tjallin; 31

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1973 | | pagina 3