.-SCHAKEL
FX
De dubbele taak
X
X
X
XxïïXXX-X
■■■--■ -;m
Xi
Aan de A.F.C.'ers
'y:.;'::',;:::'-;:;:x;:;:CCC 7ri:C;:'
Dit is de Schakel die komt binden,
De oude club aan d'oude vrinden.
AF. C.
1895
1973
it
A.C.C
ABC
■lis.
53e Jaargang
oktober 1973
No. 6
In het boek „Sociologie van de sport"
van de Fransman Georges Magnane
staat onder meer: „Iedereen, die reist
kan zich er van overtuigen, dat 's mor
gens in de trein een opvallende voor
keur bestaat voor de sportpagina's van
de kranten." De schrijver Jean Paulhan
merkte naar aanleiding van deze passage
op: „Wanneer de sportpers zoveel lezers
telt, komt dat omdat zij onleesbaar is."
Toen hem gevraagd werd, hoeveel hij
dan wel van de sport en de sportwereld
wist om tot een dergelijke scherpe uit
spraak te komen, was zijn antwoord: „Ik
ben op dat gebied volslagen onwetend,
maar ik heb er niet de minste behoefte
aan er meer van te weten te komen,
omdat in mijn ogen de sport geen pro
blemen kent."
De heer Paulhan was dus in het ge
heel niet gehinderd door enige kennis
van zaken en dan is het bijzonder gemak
kelijk om vast te stellen, dat sportpagi
na's onleesbaar zijn en er zich in de
wereld van de sport geen problemen
voordoen. De ingewijden weten wel be
ter, althans wat de problemen betreft,
want de sport is nog voortdurend onder
werp van discussie.
De problemen zijn van velerlei aard.
Waar topsport wordt bedreven of waar
men denkt dat er sprake is van topsport,
gaat het om prestaties en vooral ook om
de best mogelijke verrichtingen. Want
daar hangt zeker als het de beroeps-
sport betreft financieel veel, zo niet
alles van af.
De topsport met zijn talrijke facetten,
verwikkelingen, prestigegevechten en ru
zies is overigens slechts het topje van de
(sport)ijsberg. Dat topje krijgt vaak een
grote belangstelling van de publiciteits
media en er is wel eens reden om de
vraag te stellen of die top niet wordt
„overbelicht". Het Nederlands voetbal
elftal en de eventuele kwalificatie voor
het eindtoernooi van het wereldkam
pioenschap vormen een centraal thema.
Engeland is nu uitgeschakeld door Polen
en misschien is het een geruststelling te
weten, dat het maatschappelijk leven in
Groot-Brittannië daardoor niet is ont
wricht. Indien het Nederlands elftal
eventueel door België zal worden ver
slagen, zal onze sportwereld ook niet in
elkaar storten, hoe onplezierig zo'n re
sultaat voor de professional voetbalge
meenschap ook moge zijn. Ik leg de na
druk op het woord professional, omdat
het betaalde voetbal in vele opzichten
een heel andere functie heeft dan het
voetbal van de amateurs.
De amateurs hebben in de top weer
hun eigen problemen en daar heeft
A.F.C. ook mee te maken. Want de eer
ste klassers moeten worden „uitgedund"
voor de invoering van drie hoofdklassen.
De strijd is in volle gang en vooralsnog
zit A.F.C. midden in de slag. Deze kwa
lificatie voor de hoofdklasse is een uit
daging voor ons allen, schreef voorzitter
Dio Hermens in de vorige Schakel. Het
lijkt mij eigenlijk onnodig dit standpunt
nog te verduidelijken. Het eerste elftal
van A.F.C. is deelnemer aan de compe
titie voor voetbalamateurs om prestaties
te leveren, die van essentieel belang
(kunnen) zijn voor de hele vereniging.
A.F.C. gaat uit van de prestatiesport,
wat overigens weer niet wil zeggen, dat
alles aan die prestaties wordt opgehan
gen, respectievelijk afgemeten. Want de
kinderen en mannen, die als leden van
A.F.C. de sport op heel bescheiden ni
veau beoefenen bescheiden in verhou
ding tot de verrichtingen van het eerste
elftal zijn het bestuur net zo lief als
het tenminste goede leden zijn.
Het onbetekenende voetbal (in kwali
tatief opzicht) kan heel goed samengaan
met het beoefenen van voetbal, waarbij
de geleverde prestatie zwaar telt. Maar
voor een grote vereniging met veel be
scheiden sportbeoefenaren zitten er wel
wat problemen vast aan die dubbele
taak het op peil houden van de pres
tatie en bevordering van de sociale func
tie van de sport.
Deze problematiek vindt u niet of
nauwelijks terug op de sportpagina's, die
volgens de schrijver Jean Paulhan zo
veel lezers tellen, omdat zij onleesbaar
zijn. Het is overigens de vraag of de
bestuurderen van de clubs, die niet tot
een topje van de sportijsberg behoren,
zich over de betrekkelijk geringe belang
stelling van de zijde van de publiciteits
media voor hun specifieke problemen
zouden moeten beklagen. Immers, de
bestuurderen zullen met inspraak van
hun leden zelf moeten bepalen hoe in
hun vereniging de verhouding prestatie-
sport-ontspanningssport ligt of te zijner
tijd zal komen te liggen.
R. B.
Langs deze weg wil ik mijn hartelijke
dank uitspreken voor de overweldigende
belangstelling, ondervonden tijdens de
ziekte en het overlijden van Gerrie.
De sympathie en vriendschap die hier
bij tot uiting kwamen, zijn mij een enor
me troost geweest.
Ik zal nu zonder Gerrie verder moe
ten; ik hoop daarbij veel steun van
A.F.C. te mogen ondervinden.
Loes Stallmann