Mixed Pickles Cricket Alle cricketliefhebbers hebben weer enige lange winteravonden kunnen genieten van het december-nummer van „Cricket" waarin het (voor A.C.C. zo teleurstellende) seizoen 1972 in 17 pagina's cijfermateriaal wordt weergegeven. Ons compliment aan zetterij en corrector voor zover wij dat materiaal zaten uit te vlooien was het foutloos Cricket is toch een typische sport, A.C.C. I degradeerde maar voor sommige spelers was het toch ook een seizoen dat hun aangename dingen bracht. Henk Rikse scoorde zijn 5.000 ste run en nam voor A.C.C. in competitiewedstrijden zijn 200 ste wicket, Hans Dukker en Van der Heyde scoorden hun 2.000 ste run, Henk van Weelden vouwde voor de 200 ste maal zijn handen rond een bal en dat lukte Oostra voor de 50 ste maal voor A.C.C. in competitiewedstrijden. Ook Rob Dukker maakte zijn 50 ste slachtoffer (caught 46, stumped 4). Op de erelijst van de bowlers in de hoofdklasse maakt A.C.C. nog een behoorlijk figuur; Van Osch staat nr. 2 (bravo) en Rikse nr. 5. De cijfers van Karei waren 37 wickets voor 443 runs, een gemiddelde dus van 11.97 en van Henk Rikse 22 wickets voor 303 runs, een gemiddelde dus van 13.77. In zijn artikel „Feiten en gedachten" schrijft cricket-Winkler Prins, Brinio Kleefstra, over onze degradatie het volgende: „Sommige feiten zijn wat wonderlijk. J. Sillevis speelde in het begin van het seizoen voor HCC I. daarna een tijdje voor het derde en tegen het einde van het seizoen, weliswaar met toestemming van het bestuur van de Bond, in het tweede, waar hij in de beslissende wedstrijd tegen ACC een belangrijke rol in de Haagse aanval speelde. Zou HCC II deze match hebben verloren, dan was niet ACC maar HCC II „automatisch" in de eerste klasse terecht gekomen! Ik vraag mij toch een beetje af of het bestuur deze toestemming om voor twee verschillende elftallen in de hoofdklasse te spelen in één seizoen ook zou hebben verleend, als het hier nu eens niet de twee elftallen van HCC had betroffen, maar twee elftallen van verschillende verenigingen." Tot zover Brinio Kleefstra een lichte balsem op vele diep gewonde ACC zielen. Harry Prent heeft grote aandacht getrokken met zijn „Hoofdklasse statistiek voor 1972" een analyse, die erelid Prent wel „enige uurtjes" vrije tijd zal hebben gekost. Hij komt tot enige interessante gegevens, „stof tot overdenking" schrijft de redactie van Cricket in haar onderschrift. In 1972 heeft de eerst battende ploeg 12 maal gewonnen, de eerst fieldende ploeg... 19 maal! Maar die eerst battende ploeg boekte bij een draw 16 maal het bonuspunt en de eerst fieldende slechts 7 maal. Hoe komt dat nu allemaal? Harry Prent schrijft het grote aantal draws toe aan de spannende strijd om de degradatie, de redactie meent dat het ook wel aan de in '72 even spannende strijd van het Kampioenschap gelegen kan hebben. En waarom won de eerst fieldende ploeg zo vaak? Kan dat aan het weer gelegen hebben? In ons grillige klimaat kunnen de weersomstandigheden tijdens een wedstrijd die 6'/, uur duurt radicaal ver anderen. Enfin, de redactie noemt de namen van enige cricket-experts met het verzoek om hun filosofie hierover ter publicatie in „Cricket" in te sturen. (Wim Staats staat als eerste genoemd van dat stel intellect en dat is uiteraard niet alphabetisch) Harry Prent heeft inderdaad „stof tot overdenking" gegeven. Rest ons te vermelden dat Carel Alandt in het speciale nummer van „Cricket" een voortreffelijk artikel heeft geschre ven over zijn vriend, wijlen Charles Lungent. Voetbalfeest Ja, zoiets kan toch eigenlijk alleen maar in Amsterdam en dan nog bij voorkeur op Goed Genoeg. Dat „zoiets" betrof een voetbaltournooi, georganiseerd door de scheidsrechtersvereniging Amsterdam ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan. Nou, èn? zult u zeggen. Is dat iets geweldigs? Als u nu nagaat dat dit het mooiste en leukste voetbalcarnaval was, dat ooit werd gepresenteerd, het publiek die zaterdagochtend om elf uur naar de tribunes stroomde en de TROS een flink gedeelte van haar sportuitzending aan dit tournooi wijdde, dan begrijpt u wel dat dit een heel bijzonder tour- nooi was. Onder de „elftallen" waren onder andere: „Veronica 538" en „Artisten". Scheidsrechters waren Jaap van Praag, Willy Alberti en Leo Horn. Er was een daverend muziekje van de Delftse studenten, onder captaincy van de zoon van Jaap van Praag, deze captain bespeelde een tuba en die tuba was zoals een tuba behoort te zijn: ontstellend groot en met een geluid dat het midden hield tussen een lucht alarmsirene en de misthoorn in de haven van Scheveningen. Toen Leo Horn, adembenemend mooi, het veld betrad in zijn jagerskledij werden vuurpijlen afgeschoten. Als Leo Horn kon schieten, dan kon Goed Genoeg het óók. Bambergen, de gezellige humorist uit de Mounties-show haalde voor het Artistenelftal de schoonste stunts uit. Hij holde als een honkballer, miste als een voetballer en dacht na als een cricketer. Na afloop was hij ook goed op dreef. In het restaurant werd hij omringd door bewonderaars. „Hoe was ik?" vroeg hij stralend. „Nou", zei ik eerlijk „gisteravond met die Mounties was het niet veel, maar vandaag was u daverend." Ontroerd schudde hij mij de hand. En ook het K.N.M.I. zette zijn beste beentje voor: stralend mooi weer op 10 maart! en een lekkere temperatuur. Toen ik naar huis ging dacht ik aan de oude strijdkreet bij A.F.C.: „Wa'n dag! Wa'n dag!" Woordenboek In „de Eurosporter", het clubblad van de voetbalvereniging „Eurosport" in Rotterdam lazen wij een stukje, dat we u niet willen onthouden. Het heet uit het woordenboek" en geeft de volgende definities: Vrouw die pas een baby heeft een expositie. Een a.s. moeder een „dra"ma. Een meisje in ondertrouw een aangetekend stuk. Een dominee met zaklantaarn een schijnheilige. Tot zover dit blad. En nou nooit meer zeggen, stadgenoten, dat de Rotterdammers dan wel een haven hebben maar geen humor. Rob VVildeboer Deze Schakel-medewerker heeft onverdiende complimentjes gehad. Dat vind ik niet zo erg want als je veel publiceert wordt je ook wel eens onverdiend uitgevronsd, dus dan sta je wel weer kiet. Maar die complimentjes waren onverdiend, omdat ze thuis horen bij Bob Wildeboer. Het gaat hierom: In de vorige Schakel nam ik bij mijn uitbundige recensie over de Nieuwjaarsrevue dat prachtige lied op „Je hoort er bij". Nu stonden onder dat gedicht mijn letters, maar dat moest wel want de rubriek was ten einde. In de voorafgaande recensie stond duidelijk de naam van de auteur. Dat was echter op de vórige pagina en nu zijn er twee dingen mogelijk: óf jullie lezen slordig óf ik schrijf zo ingewikkeld dat niemand zich kan herinneren wat ik op de vorige pagina had geschreven 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1973 | | pagina 5