Sscha&ct Schaatsen om geld Verscheidenheid van amateurs BÜH Dank (JséMMMmb i ->~v— v> I -v.- r- Het professionalisme heeft dus nu ook definitief zijn intrede gemaakt in de wereld van het hardrijden op de schaats. Voor de cracks van de ijspistes gaat het van de winter niet meer om medailles, zilveren theelepels, oorkondes en de lof van officials. Ard, Kees, Jan en de con currentie uit het buitenland staan onder contract en zullen voortaan hun rondjes van 34 of 36 seconden voor geld draaien. Velen zullen dit waarschijnlijk betreu ren. Anderen vinden deze ontwikkeling heel normaal, omdat in onze maatschap pij het geld nu eenmaal de belangrijkste rol speelt. Het is natuurlijk niet onbegrijpelijk, dat de rijders gretig in het professionele aas hebben gebeten. Wie in deze sport tot de uitblinkers wil behoren, moet maandenlang hard aan zijn conditie werken en vervolgens van november tot maart beschikbaar zijn voor ijstraining en wedstrijden. Een schaatsenrijder, die over onvol doende vrije tijd of faciliteiten beschikt, kan nooit de echte top bereiken. Wie in de hardrijderij carrière wil maken, moet zijn normale maatschappelijke beslom meringen op de tweede plaats laten ko men. Dat is het probleem van de top sport en het geldt zeker voor het hard rijden, dat ook al door de omstandig heden men moet het ijs en de con currentie 's winters vaak in het buiten land opzoeken normaal werk eigen lijk niet mogelijk maakt. Daar staat als amateur relatief weinig tegenover, omdat voor die amateurs nu eenmaal regels zijn gemaakt, die voor hen tal van beperkingen inhouden. Zij mogen geen direct of indirect voordeel trekken uit hun sportroem. Het gebeurt natuurlijk wel, maar dan lopen ze tel kens de kans te worden uitgesloten. Of hardrijden op de schaats ook als professionele tak van sport het publiek voldoende heeft te bieden om de toe schouwers massaal naar de tribunes te trekken, zal moeten worden afgewacht. Het lijkt aan twijfel onderhevig, dat het hardrijden op puur zakelijke basis tot de verbeelding zal blijven spreken als de afgelopen jaren het geval is geweest, toen onze Ard en onze Kees de Noren versloegen. Want het nationale element of zo men wil de nationale trots is een niet geringe faktor geweest voor de inte resse van het grote publiek. Hardrijden is bovendien in tegenstelling tot ten nis of voetbal geen echte kijksport. Een gezegde van Amerikanen is bijvoor beeld, dat het kijken naar een 10.000 meter net zo interessant is als het gade slaan van het groeien van het gras. Maar nogmaals, het is de jongens en mannen niet kwalijk te nemen, dat zij het al of niet bevlekte amateurhemd hebben afgelegd om officieel geld te vangen. Het wordt wel steeds moeilijker de stelling overeind te houden, dat sport voor de allerbesten een liefhebberij moet zijn en blijven. Als er duizenden naar Davos of Oslo trekken om het hardrijden te bekijken wij laten dan in het mid den of het voor het rijden gaat of voor het uitje en alcoholische geneugten in de vreemde en een rijder via het tele visiescherm de held van Nederland kan worden, is het niet verwonderlijk dat de schaatsvedette er „beter" van wil wor den. Niets menselijks is ook de hard rijder vreemd. Trouwens de commercie staat altijd klaar om via mannen als Schenk, Ver kerk, Fornaess en anderen reclame te maken voor bepaalde zaken en produk- ten. Wat dit betreft, liggen de verleiders altijd op de loer en de amateur kan slechts beperkte eisen stellen. Immers, hij is de enige, die niet aan zijn sport mag verdienen. Wij gaan een schaatswinter tegemoet, die sterk zal afwijken van het bekende en vertrouwde patroon. Hoe de zaken zich op het professionele en amateuris tische vlak zullen ontwikkelen, valt nu nog met geen mogelijkheid te zeggen. De Olympische Spelen van München worden het kostbaarste en grootste sporttoernooi, dat de wereld ooit heeft gekend. Het is een krachtmeting van de beste amateurs in vele takken van sport. Amateurs? Het Olympische amateurisme, dat de hoog bejaarde president van het Inter nationaal Olympisch Comité nog altijd voor ogen staat, is zoals bekend mag worden verondersteld sinds jaar en dag een ideaal, dat in de praktijk van de top sport niet zo bijster houdbaar is geble ken. De amateurs van München kunnen dan ook bepaald niet onder één noemer worden gerangschikt, maar hoe uiteen lopend de status en faciliteiten van de deelnemers ook mogen zijn, van allen wordt wel gevraagd of beter gezegd ge- eist dat ze op hoog Olympisch niveau strijd zullen leveren. Dat geldt voor de atleten uit de D.D.R., waar de sport een staatszaak is, voor de atleten met finan ciële steun van de „Sporthilfe" uit het gastland West-Duitsland, voor de atle ten uit de Amerikaanse universiteitswe reld, voor de atleten uit de lijfwacht van de keizer van Ethiopië en voor het Ne derlandse meisje op kantoor met als het nodig is een paar uur eerder vrijaf van een de sport welgezinde werkgever. De verschillen zijn groot en toch zal een Olympische atleet van het ideaal Avery Brundage moeten concurreren met een atleet, die zijn sport op vrijwel de zelfde manier als een professional be oefent. Het is nauwelijks aan twijfel on derhevig, dat het merendeel van de me- Redacteur: Rien Bal Cronenburg 88 Amsterdam tel. 020-429230 Administrateur: J. J. Lonnee Stadionkade 127 Amsterdam tel. 020-795579 Inleveren kopy voor 8 september 1972 bij F. Reddering, Oud-Ehrenstein 4, Am sterdam. Tel. 420053. dailies zal worden veroverd door de deelnemers, voor wie sport veel meer is dan een vrijetijdsbesteding. Het is duidelijk, dat men geen Olym pisch kampioen kan worden door trai ning op een achternamiddag. Wie in de keiharde topsport in een wat prestaties betreft meedogenloos toernooi als Olym pische Spelen iets wil bereiken, moet veel „werk" hebben gedaan. München zal in velerlei opzichten weer nieuwe pieken opleveren, want het niveau van de prestaties blijft stijgen, onder meer door modern materiaal, we tenschappelijke training, medische zorg en arbeid, vele, vele uren arbeid. De meeste toppers hebben een „bloed, zweet en tranen" trainingsprogramma. De Nederlandse ploeg is vrij groot ongeveer 150 actieven maar het aan tal kanshebbers(sters) op Olympisch ere metaal lijkt klein. Het ^ou irreëel zijn een groot optimisme te koesteren. Wie in München een finale haalt of tot de beste tien van haar of zijn nummer be hoort, is een zeer goede atleet. R. B. Gaarne wil ik, mede namens mijn vrouw, alle A.F.C.-vrienden die, hetzij door hun aanwezigheid dan wel door schriftelijke of telegrafische gelukwensen en/of door hun bijdrage in de vele prachtige cadeaux, mijn afscheid tot één groot feest hebben gemaakt, waarop ik altijd met grote dankbaarheid en het meeste genoegen zal blijven terugzien, mijn bijzonder hartelijke dank betuigen. Het ere-voorzitterschap -het ge schenk van mijn leven zal mij hope lijk in de gelegenheid stellen in de toe komst op een bescheiden plaats nog mijn steentje tot het welzijn van onze goede club te kunnen en mogen bijdragen. Henk Kappelhoff 11

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1972 | | pagina 11