Mixed Pickles
Bloed genoeg
Smoesjes
(vervolg)
Maar niets daarvan. Als je de geweldige uitspraken van de machtige trainers leest dan krijg je schele hoofdpijn van
ellende. Ik leef wél mee met de trainers. Zij hebben een ondankbare baan. Als het goed gaat dan worden de spelers ge
knuffeld en als het slecht gaat dan wordt de trainer gemangeld of ontslagen. What a job! Maar wat zij zéggen
Feyenoord verloor in Lissabon en een kwartier voor tijd zaten de Rotterdammers op rozen met hun tweede goal, die
echter om dubieuze redenen werd afgekeurd en toen viel de bijl. Wat zegt de trainer van Feyenoord? „De scheidsrech
ter was omgekocht." Kan die scheidsrechter zich niet gewoon menselijk vergist hebben? P.S.V.Twente was niet om
aan te kijken. Wat zegt de trainer van Twente? „We moesten een puntje weghalen en wat het publiek er van vindt, kan
mij niet schelen." Hoe kan een trainer een goed salaris verdienen als de klanten er genoeg van krijgen afbraak-voetbal
te zien? Bij AjaxD.W.S. vroeger een „topper" waren nauwelijks 10.000 mensen, die zich hebben zitten te ver
bijten. De wedstrijd, tot vijf minuten voor tijd 00, eindigde 20. Wat zegt de trainer van D.W.S.? „Als Ajax in Lon
den tegen Arsenal zo speelt hoor je niemand. Dan gaat het om de Europa-Cup. Nu D.W.S. het zo heeft gedaan barst
aan alle kanten de critiek los." De „kop" in de Telegraaf luidde: „Anti-voetbal bestraft." De „kop" in het Algemeen
Dagblad luidde: „D.W.S. pleegt zelfmoord. Onsmakelijk voetbal."
En dat wordt dan door de trainer vergeleken met ArsenalAjax. Dit doet mij denken aan een relletje tussen sup
porters bij een wedstrijd van A.F.C. Ik bekte ook mee, want zwijgzaamheid is niet een van mijn meest op de voorgrond
tredende karaktereigenschappen. Op een gegeven moment riep ik tegen de briesende aanhangers van de tegenpartij:
„Hebben jullie de volle entree betaald?". Het antwoord luidde: „Ja natuurlijk, wat moet je daarvan" waarop ik min
zaam zei: „Nou, dat was niet gebeurd als ik nog penningmeester was. Dan hadden jullie maar de helft hoeven te be
talen, want je ziet maar één elftal spelen." Mijn hoed is na dit gesprek nooit meer de oude geworden.
Goed, dat waren dan supporters, maar sommige trainers schijnen óók zo te kijken. Hun zij met warmte ter lering
aangeraden wat ik eens aan de bar van Goed Genoeg hoorde. Het ging over trainers, speciaal over Rinus Michels die
toen bij Ajax „on top' was. En toen zei iemand: „Nou ja, Michels is een reuze-trainer maar hij heeft ook een stelletje
spelers zoals er geen tweede rondloopt. Als je Michels morgen trainer maakt bij E.D.O. dan worden die heus geen
kampioen, hoor. Vergeet dat maar." Inderdaad: een goeie timmerman maakt toch een slechte deur als het materiaal
niet deugt.
J. W.
Met stijgende belangstelling volg ik,
behoedzaam opgesteld en niet in het oog
lopend, op een van de vele hobbelige
plekjes op Goed Genoeg soms de ver
richtingen van onze noeste veteranen.
Ik vraag mij wel eens af, althans wan
neer ik de fanatieke wijze zie, waarop
deze „afgedankte" elftalspelers elkaar
onderling en als tegenpartij te lijf gaan,
waarom zij hun geliefde sport zo lang
blijven spelen?
Is het een zekere arrogantie? Is het
om banden met andere clubs nauwer
aan te halen? Het zal best kunnen zijn.
Doch een bekend feit is wel, dat het in
dat veteranenkamp lang niet mals toe
gaat.
Dat er een behoorlijk potje gekift
wordt. Er is zelfs onlangs eentje uit
gemaakt voor „zak". Een kwalijke, doch
niettemin zeer duidelijke opmerking. Er
wordt bovendien systeem gespeeld.
Vooral met Hercules schijnt het steeds
„poep" te zijn. Waarom weet waar
schijnlijk niemand precies. Maar juist
die omstandigheid maakt dat daarom zo
extra interessant. De een geeft Rolf Lee-
ser de schuld, de ander fluistert de naam
van Co Bouwens.
En dat dan allemaal te bedenken
waar de selectie uiterst streng is. Zonder
mededogen. Feodaal hard soms Piet
van Ruyven laat zich bepaald niet bela
zeren. De leiding zit snor En enkele
pogingen tot corruptie werden in de
kiem gesmoord.
Sommigen blijven actief „voor hun
lijn". Om het overtollige embonpoint
sportief terug te dwingen. „Goed,
jochie" zou iedere verstandige dokter,
pakweg Henk Stallmann dan zeggen.
Maar Henk Stallmann moet dan niet na
de verbeten strijd boven komen in ons
aller sociëteit. Daar zou zijn gemaakte
goedkeurig overgaan tot fulmineren.
Pilsjes
Want de heerlijke Heineken's Pilsjes
en de ouwe vlekkies, zo uiterst be
kwaam, alhoewel niet kinderachtig ge
prijsd, geschonken door de vakhanden
van Eddy Ruikers en „maat" Gerard
let op het woordje „maat" knallen
alle glazen van het goedbedoelde „lij
nen" weer onbarmhartig aan diggelen.
De bitterballen, druipend van het Cro-
mavet dat, zoals u weet, niet spat
vernielden tenslotte meedogenloos iede
re verdere illusie op dat gebied. De zaak
is verloren
W. G. M. Staats
Hoe vaak gebeurt het niet, dat een
voetballer een slechte wedstrijd speelt.
Dat kan voorkomen natuurlijk. Maar
zeer vele spelers hebben dan, indien
naar de oorzaak wordt gevraagd, altijd
wel het een of andere smoesje om zich
te verontschuldigen.
Er wordt over gedacht een lijst samen
te stellen, waar men een keus uit kan
maken. Dat bespaart tijd voor de trainer
en de elftalcommissie.
Hier volgt dan de lijst:
1. Ik had slecht geslapen
2. De zon hinderde mij
3. Mijn kousdh zakten steeds af
4. Ik werd gebeten door een wesp
5. Ik had verkeerde koffie gedronken
6. De scheidsrechter had iets tegen mij
7. Ik stond op de verkeerde plaats
8. Er werd te weinig aangemoedigd
9. Die kiksies zitten me niet goed
10. We spelen het verkeerde systeem
11. Ik had „mot" met mijn verloofde
12. Ik voelde mij wat koortsig
13. Ik kan op het derde veld nooit spe
len
14. De bal was te hard
15. Ik had juist mijn aanslagbiljet gehad
17. Een lekke band bracht mij uit mijn
concentratie
18. De verkeerde aanvoerder
19. Ik ben niet gewend met rugnummer
te spelen
20. Ik kreeg geen bal goed af.
U begrijpt het simpele van de zaak.
De wedstrijd is afgelopen, u wordt bij
de trainer geroepen en hoeft niets an
ders te doen dan te zeggen: Eerst num
mer 16, daarna nummer 20. Of: eerst
nummer 8, toen nummer 12 en tenslotte
nummer 4.
Zo ziet u, er valt nog veel efficients
te doen in het clubleven.
W. G.St.