AJAX
In Memoriam André Melchers
De scheidsrechter is ook maar een mens
BRANDWEERMATERIAAL
DE TOP
IN BRANDBEVEILIGING
DE BOER N.V.
Scheidsrechters worden, onverschillig
of zij in het betaalde dan wel in het
amateurvoetbal leiden, vaker verguisd
dan geprezen. Wie wekelijks op de tri
bunes de opmerkingen zou noteren, die
over de arbitrage worden gemaakt, kan
aan het einde van een seizoen een niet
onaardig boekje samenstellen vol met
„volkse" uitdrukkingen. De meeste tri
buneklanten worden bij de beoordeling
van de arbiter en zijn beslissingen in het
geheel niet gehinderd door enige kennis
van de spelregels. Velen zien ook maar
één partij spelen hun eigen ploeg. De
overtredingen worden doorgaans door
de tegenstanders begaan.
Bij de wedstrijd tussen Utrecht en
Ajax in het stadion Galgenwaard floot
de arbiter voor een overtreding van een
Utrechter. Het ontlokte een supporter
van de FC Utrecht de luide en door
felle verontwaardiging ingegeven kreet:
„Maar die Ajacied bleef ook opzettelijk
stilstaan." Alsof onbeweeglijkheid op het
voetbalveld strafbaar zou zijn!
Nu is een dergelijk commentaar op de
beslissing van een scheidsrechter nog
uiterst onschuldig. Het valt meer in de
rubriek „merkwaardigheden" dan in de
categorie verwensingen. Daar weten de
dames en heren (ja, ook de dames) ove
rigens een rijke variatie in aan te bren
gen. Indien de kreten ook nog een uit
werking zouden hebben, vielen er voort
durend arbiters levenloos op het gras. Er
zijn psychiaters en psychologen, die be
weren dat het afreageren van agressie
op de tribunes niet zo veel kwaad kan,
ja, misschien zelfs wel nuttig is. Het is
best mogelijk, maar degenen die aan
hun toegangsbewijs voor een voetbal
wedstrijd het recht menen te kunnen
ontlenen een arbiter naar de andere we
reld te wensen, lijkt mij toch niet zo'n
geest.
Risico's
Men kan zich afvragen, wat iemand
er toe drijft scheidsrechter te willen zijn.
Hij loopt het risico, dat hij een bierblik
tegen het hoofd krijgt, dat hij door het
publiek wordt uitgescholden, dat hij
door de spelers wordt verguisd, dat hij
door de clubleiding of de trainer ver
antwoordelijk wordt gesteld voor de ne
derlaag, dat hij door de publiciteits
media wordt gekritiseerd en door een
scheidsrechterswaarnemer op een rap
port met onvoldoendes wordt getrac-
teerd.
Is een scheidsrechter een dwaas met
een fluitje? Hij ziet iets, wat 90 procent
van het publiek niet ziet. Hij ziet iets
niet, wat een deel van het publiek juist
wel meent te zien. Is de arbiter een
functionaris, die het zelf als sportman
niet heeft gehaald? Of is hij alleen maar,
zoals Louis Davids al lang geleden zong,
een brok gifteling met een fluitje? Is hij
eerzuchtig? Heeft hij dictatoriale nei
gingen? Is hij ijdel en loopt hij 's zon
dags op het veld de heerser te spelen,
wat hem op andere dagen niet lukt?
Een feit is, dat hij niet kan worden
gemist. Een feit is ook, dat hij vooral in
het betaalde voetbal een centrale plaats
is gaan innemen. Op het veld en in de
publiciteit. In het bijzonder als er af
faires zijn, zols Lau van Ravens, die
onnodig strafschoppen laat nemen na
een Europa Cup duel en Jef Dorpmans,
die de wedstrijd Borussia Mönchenglad-
bach-Inter liet hervatten nadat een Ita
liaanse speler door een bierblik was ge
troffen en met een pijnlijk hoofd moest
worden afgevoerd.
Naamlozen
In het amateurvoetbal komt een ar
biter alleen uit de massa van de naam
lozen te voorschijn als: a) een speler
hem een doffe dreun verkoopt, b) sup
porters met hooivorken of andere voor
werpen jacht op hem maken. Wat ar
biters doorgaans in het amateurvoetbal
wordt toegewenst als zij naar de mening
van veelal onbevoegden tekort schieten,
liegt er overigens ook niet om.
Er zijn uiteraard scheidsrechters
en grensrechters die wonderlijke be
slissingen of wat ook kan -nauwe
lijks beslissingen nemen. Zij kunnen een
heleboel narigheid door slechte leiding
veroorzaken, maar de voetbalgemeen-
AMSTERDAM-CRUQUIUSWEG 118
TELEFOON (020)-54001
schap zal ook met deze figuren moeten
leren leven. Zoals men er ook aan moet
wennen, dat de gemiddelde voetballer
in de amateurrijen astronomisch ver van
Johan Cruijff is verwijderd en dan niet
te vergeten degenen, die de grondbegin
selen van het echte voetbal nooit zullen
leren.
Deze laatste categorie is in de sector
vrije tijdsvoetbal nogal groot, maar het
is toch plezierig en goed, dat zij achter
een bal aan draven en er moeite voor
doen het ding ook nog eens vol te
raken. Ook voor dezulken moet iemand
fluiten en of dat nou een leuke ontspan
ning is, lijkt mij zeer de vraag.
R. B.
Voetballer Wim van Hanegem van
Feyenoord is eens op bezoek in Amster
dam en wil even bij Ajax aanwippen. Hij
raakt met zijn auto de weg kwijt, stopt
en ziet een paar jongens. Die komen
vanzelf al op hem af en zeggen: „Dag
meneer van Hanegem, kunnen wij u hel
pen?" Van Hanegem: „Hoe kom ik zo
snel mogelijk bij Ajax?"
Jongetjes in koor: „Trainen, meneer Van
Hanegem, veel trainen."
Komt ons eerste aanmoedigen.
Het is nodig. Zover zijn we
niet van de onderste plaats af.
Komt. Komt. Komt.
(B. S. Ie Marché)
Op de leeftijd van bijna 73 jaar is deze donateur en toegewijde AFC'er van
ons heengegaan. André Melchers, die onder het pseudoniem B. S. Ie Marché
talloze sportgedichten heeft gemaakt, werd in de jaren dertig donateur van
onze club, toen zijn zoon onze gelederen kwam versterken. In 1942 kreeg hij
in zo'n ernstige mate rheuma, dat hij sindsdien het bed niet meer kon ver
laten. Met een bewonderenswaardige wilskracht heeft hij zijn zware lot
gedragen. De telefoon was gedurende die ruim 28 jaren zijn grote contact
en vele AFC'ers hebben lange gesprekken met hem gehad. AFC was hem
zeer lief. B. S. Ie Marché dichtte voor De Schakel en werkte onder andere
ook mee aan de clubbladen van W.V.V., Hercules, K.H.F.C. en Haarlem.
Hij onderhield ook contacten met Ajax en Blauw Wit, want hij leefde met
grote intensiteit mee en interesseerde zich voor alle gebeurtenissen in de
sportwereld.
B. S. Ie Marché werd daardoor een uitzonderlijke figuur. Hij is nu niet
meer onder ons. Onze deelneming gaat in het bijzonder uit naar zijn vrouw
Hennie, die hem zo liefderijk heeft verzorgd en terzijde gestaan. Hij ruste
in vrede.
J. van N.
16