Mixed Pickles
BeQunstiQinq van onze aöveRteeRöeps, houöt 6e schakel in stanö
Smet
"U1 r is dus een smet geworpen op het blazoen van A.F.C. en ik wil hierop in deze rubriek even ingaan teneinde het de
toekomstige geschiedschrijvers zo bij ons eeuwfeest of zo iets wat gemakkelijker te maken. Want die opvolger
van mij zal zich gek schrikken als hij ergens leest, dat in het voorjaar van 1968 A.F.C. haar laatste kampioenskans ver
speelde door een 10 nederlaag tegen De Spartaan en dat drie A.F.C.-ers gestraft werden. Eén speler het veld uitge
stuurd en twee spelers een van hen de aanvoerder „in het boekje". Dan zal deze man evenals vele tijdgenoten van
ons wel moeten denken, dat dit een schandelijke wedstrijd was waarin het zo ongeveer bloed aan de paal is geweest en
bijna op vechten af.
En nu is het idiote dat A.F.C.De Spartaan een slome, tamme, volkomen oninteressante wedstrijd is geweest, waarin
vrijwel geen enkele overtreding van belang werd begaan. De hele zaak kan men boeken onder het hoofd „de mysterieuze
krachten in de sport".
Ons eerste elftal speelde geïrriteerd, hetgeen heel iets anders is dan geprikkeld. Een geprikkeld mens of een geprik
kelde ploeg kan door die prikkel tot een topprestatie komen. Maar de ploeg die geïrriteerd is of de mens die geïrriteerd
is kan geen prestatie van betekenis leveren. Ons eerste elftal merkte dat het wéér niet ging en dat men wéér niet tot sco
ren kon komen. En dit werd steeds erger toen het duidelijk werd, dat het publiek (ook onze eigen leden) de ploeg liet
„zwemmen". Het was angstig stil op de tribunes: A.F.C. I had niet alleen geen vertrouwen meer in zichzelf, maar had
ook het vertrouwen verloren van haar supporters. Aan De Spartaan had men geen kind; als steeds speelde onze aloude
tegenpartij uit West een zeer correcte partij voetbal waarop niets was aan te merken.
Maar nu had deze geïrriteerde ploeg de handicap dat zij moest spelen onder een scheidsrechter die sterk leed onder
hetgeen de Duitsers zo typerend „Geltungstrieb" noemen. Naar mijn waarneming kende deze scheidsrechter de spelregels
uitstekend, maar hij voelde zich de belangrijkste man in het veld en daardoor kwam er kortsluiting. Hij had volkomen
gelijk toen hij spelers strafte die hem dingen toevoegden, die niemand die op een gegeven moment gezag uitoefent over
zijn kant kan laten gaan. Maar een scheidsrechter die de sfeer had aangevoeld had het nooit zo ver laten komen, dat
overigens altijd correct optredende spelers tot zulke onbeschofte opmerkingen kwamen.
Het is enerzijds onzin om aan die scheidsrechter te verwijten, dat hij onze kampioenskans vermoordde. Normaal had
A.F.C. met de rust al met 30 moeten voorstaan. Maar het is ook onzin om onze terecht gestrafte spelers als een soort
voetbal-onverlaten te brandmerken. En dit gebeurde door sportjournalisten voor wie het kennelijk een vreugde was om
nu eens lekker te kunnen schrijven dat het bij het amateuristische en nog wel eens hoog van de toren blazende A.F.C.
was misgelopen. Ik heb bladen in de bus gekregen die nat waren van de krokodilletranen van de verslaggevers.
Dat was dus A.F.C.De Spartaan. Het 73ste hoofdstuk van de A.F.C.-historie wordt nu afgesloten en wij beginnen
aan het 74ste hoofdstuk. Als de technische leiding kans ziet om nu eens een voorhoede samen te stellen, die tenminste
op tien meter afstand de bal in het vijandelijke net kan frommelen, dan zijn wij nog net voor ons jubileum kampioen
van Nederland, hetgeen ik een aardig slothoofdstuk voor ons gedenkschrift zou vinden.
Probleem
In het clubblad van een van de Amsterdamse sportclubs trof ons het volgende stukje van de voorzitter: „Op het veld
is voor de afd. Voetbal een urinoir geplaatst. Als U zich mocht vervelen kom dan zaterdag naar ons veld. Er is altijd wel
iets te doen." En nu zitten wij met het volgende probleem te worstelen: wat moéten ze dan doen? Doortrekken of spoe
len?
Foto's
Soms kom je ineens tot de ontdekking dat je rubriek wordt gelezen, hetgeen erg bemoedigend is. Onze vriend Kees
Smit van de Sportraad is zo ontroerd geworden door mijn ervaringen op het gemeente-archief bij het zoeken naar foto's
van het oude Goed Genoeg, dat hij mij via Arie Mets de tip gaf om eens een brief te schrijven aan de heer v. d. Maal
van de Gemeentelijke Commissie voor Heemkennis. Ik heb van de heer v. d. Waal een prachtige foto gekregen van de
boerderij van Oostveen en het begeleidende briefje vind ik zó aardig, dat ik dit hier opneem:
„Eindelijk is het mij gelukt een behoorlijke foto van Goed Genoeg te bemachtigen. Ik heb van het negatief een paar
afdrukken laten maken, zodat U bijgaand exemplaar kunt behouden voor de verzameling. Ik heb nog heel wat herin
neringen aan de bewuste hoeve als oud-lid van A.F.C. Ik ruik nog de mest! Gaarne wens ik U veel succes met Uw boek."
Cricket
In het personeelsorgaan van een onzer grote concerns wordt met vreugde melding gemaakt dat een van de employé's
in 1967 het hoogste gemiddelde behaalde van alle cricketspelers in Nederland. Nu dacht de redactie kennelijk dat een
zeer groot aantal van haar lezers niet of nauwelijks weet wat cricket is en zij beijverde zich een uiteenzetting te geven
van dit nobele spel. Hier volgt de tekst:
„Cricket is een zeer oud balspel, dat vooral in Engeland zeer populair is en gedurende enige jaren (1880-1890) ook in
Nederland aanvankelijk veel is beoefend en na een verminderde belangstelling thans weer een opbloei beleeft. Het
wordt gespeeld door twee elftallen. De bal wordt geworpen naar een hekje (wicket), verdedigd door een speler met een
slaghout (bat), die de geworpen bal zover mogelijk tracht weg te slaan. De verdediger is af, wanneer zijn wicket wordt
omgegooid of zijn bal wordt opgevangen.
Winst van één punt (een „run") maakt de verdediger, als hij zich tijd verwerft een loopt te maken naar het tweede
wicket. Niet zelden maakt hij twee lopen; een „vier" en een „zes" behoeven niet gelopen te worden, maar zijn het ge
volg van het uit het veld slaan van de bal." En dan denken wij nog dat cricket een moeilijk spel is
Snel
Het zal U ook wel opvallen dat er geen einde komt aan de record-verbeteringen. Dat zien wij bij athletiek, bij zwem
men en ook bij schaatsenrijden. Het gaat steeds harder en daarvan maakt het Algemeen Dagblad gewag. Het blad gaf
een overzicht van alle schaatsberichten in de afgelopen winter en schrijft: „De schaatssport beleefde in het afgelopen
seizoen een stormachtige ontwikkeling. Op de sprint reed een ongekend groot aantal rijders onder de 0 seconden." Dit
verbaast mij niets. Toen wij thuis naar de televisie zaten te kijken zei ik tegen mijn vrouw: „Als het zo doorgaat, dan
komen die lui nog eens eerder aan dan ze vertrokken zijn." Het Algemeen Dagblad heeft nu bewezen dat het zo is.
5