Redactioneel Relaas
Dit is de Schakel die komt binden,
De oude club aan d'oude vrinden.
Rerlaktie: H. de Bie, Camera Obscuralaan 2 I 6. Amstelveen, tel. 0 2964-18278
Administrateur: O.J. v.d. Heul. HobbemaLade J 1 5 3. Amsterdam-z. tel. 714194
Typografie: Drukkerij Joh. Meijer. Kanaalstraat 132. Telefoon 180710. Amsterdam w.
47e Jaargang
februari 1968
No. 7
Verjonging
Er wordt de laatste tijd veel gesproken
over de wens naar verjonging. Een ver
schijnsel dat zich voordoet ten aanzien
van leidinggevende functies in politieke
partijen, culturele clubs en in sportver
enigingen. Een verschijnsel dat natuurlijk
voor- en tegenstanders heeft en waarbij,
zoals bij bijna iedere meningsuiting, de
extreme opvattingen direct de kop op
steken. Zo zijn er voorstanders van ver
verjonging die zonder meer stellen dat
„al die ouwe rotten maar eens moeten
ophoepelen" en zo zijn er tegenstanders
van verjonging die botweg beweren dat
„die blauwbekjes nog niets kunnen pres
teren". Beide opvattingen vind ik niet
juist en ik vind zelfs dat zij die één van
deze beide verregaande meningen zijn
toegedaan, blijk geven geheel niet ge
schikt zijn om ergens maar leiding aan te
geven. Gelukkig bestaat er een tussen
weg, volgens welke de vergrijsde vereni
gingsleiders de jongeren in de gelegen
heid stellen hun leidinggevende plaatsen
geleidelijk te gaan bezetten en volgens
welke de jeugdige verenigingsleden zich
hiertoe bereid tonen maar daarbij nog
weten te profiteren van de waardevolle
adviezen van hun mentors. Deze han
delwijze is de meest ideale en de meest
gezonde, maar nog niet de meest gebrui
kelijke. Helaas wordt nog wel eens in
breuk gemaakt op deze gezonde gedrags
regels.
Wens van jongeren
In AFC worden wij deze dagen met
een vorm van verjonging geconfronteerd.
Niet in permanente leidinggevende func
ties, maar in een tijdelijk gezaghebbend
orgaan: de leiding van het carnavalsfeest.
Enkele weken geleden werd door één
van de leden van de pers- en propagan-
dacommissie bij de allereerste voorberei
dingen van het carnavalsfeest de wens
naar voren gebracht dat de leiding van
dit jaarlijkse feest dit jaar door jongeren
zou moeten worden gevoerd. Deze wens
was een gevolg van „het oor te luisteren
leggen" gedurende lange tijd bij de jeug
dige leden van de drie verenigingen. De
geopperde wens vond weerklank bij de
PPC-commissie die niet alleen uit jon
geren bestaat. Oudere commissie leden
als de heren van Nek, van Rijn en van
Peperzeel, die wel wat verrast werden,
waren vrijwel onmiddellijk voor de
„wens der jongeren" te vinden. Waarbij
de gedachte van „laat de jongeren het
nu maar eens doen als ze zo graag wil
len" een rol speelde. Duidelijk werd door
de voorstellers van de verjonging gesteld
dat hun wens niet voortkwam uit onte
vredenheid over de gang van zaken op
het carnavalsfeest van het vorig jaar.
Zeer zeker niet, het feest klonk verleden
jaar als een klok en is werkelijk gran
dioos te noemen. Prins Carnaval (Willem
van der Marei) en zijn Raad van Vijf (de
heren Kappelhoff, Bessem, van Nek,
Brusse en Steensma) hebben zich toen
voortreffelijk van hun taak gekweten.
De wens naar verjonging is dus beslist
geen afkeuring van het carnavalsbeleid
van het vorige jaar. Het gaat echter er
gens anders om. De jongeren willen op
dit carnavalsfeest dat jongeren een rol
van betekenis spelen, dat jongeren deze
avond de dienst uitmaken, dat jongeren
ook eens kunnen laten zien waartoe zij
in staat zijn. Waarbij ook nog een rol
van betekenis speelt het gevoel van „jon
gens onder elkaar". Wanneer de leiding
van het carnaval berust bij ouderen, en
dan nog de meest prominente ouderen,
dan ontstaat bij de jongeren het gevoel
van „we mogen ook nog meedoen". Nu
kunnen de oudere leden in onze drie
verenigingen zich afvragen hoe zij zich
dan wel moeten voelen op het carna
valsfeest. Het antwoord hierop kan kort
zijn: aanpassen en meedoen. Bij feest
vieren is het gemakkelijker voor ouderen
om zich bij de jongeren aan te passen
dan andersom.
Het resultaat van de verzoeken aan de
zes kandidaten voor de carnavalsleiding
nam bij de oudere leden van de PPC hui
verigheid. die er mogelijk nog bestond
ten aanzien van de verjonging, geheel
weg. Het enthousiasme waarmee prins
Carnaval Rob Dukker, en Raad van Vijf
leden Jan van Dijk (AFC), Henk van
Teunenbroek (Stichting), Hans Dukker
(ACC), Hugo Walker (ABC) en Nico Le-
loux (Sociëteit) aan het verzoek van de
PPC voldeden en zich onmiddellijk met
veel enthousiasme op hun nieuwe taak
wierpen was zeer verheugend. Ik zou mij
ook niet kunnen voorstellen dat iemand
van de carnavalsleiders van het vorig
jaar enige gramschap zou koesteren over
het feit dat zij hebben plaats moeten ma
ken. Zij moeten verheugd zijn dat de
jongeren actief willen zijn. Maar dat zijn
ze ook, daarvan ben ik stellig overtuigd.
HANS DE BIE
- i II far - - wHwg
fjéTjr