Mixed Pickles
Bequnstioino van onze aöventeeRöeRS, houöt öe schakeL in stanö
Archief
oals u weet ben ik gelukkig gemaakt met het samenstellen van het Gedenkschrift voor het 75-jarig bestaan van
"onze geliefde club en wat mij betreft is het vrije tijds probleem daarmee zeer afdoende opgelost. Je kan wat mee
maken met zo'n job. Ik zit mij lam te zoeken naar een mooie foto van het oude „Goed Genoeg" aan de Middenweg,
öf de boerderij of de accommodatie („de banken, voor elk „goed genoeg.") „Oh, dat is doodeenvoudig", zeiden ze (het is
merkwaardig hoe doodeenvoudig werk is dat een ander doet) „dan moet je naar het Gemeente-archief gaan op de
Amsteldijk, je weet wel, dat aardige gebouw, met dat torentje. Daar hebben ze alles."
Enfin, ik naar het Gemeente-archief. Je wordt er keurig ontvangen. Het is een heel ander soort mensen dan je ge
wend bent te ontmoeten het is toch wel echt waar dat het beroep een stempel op iemand drukt.
Archivarissen zouden zich vast niet thuis voelen op een krant of aan de balie op Schiphol, maar één ding is zeker:
ze houden van hun vak en doen werkelijk alles om de klanten behulpzaam te zijn. Eén hielp een student aan gegevens
voor zijn scriptie, een andere kracht besprak oude bestektekeningen met een architect en een derde employé bracht mij
hele albums met foto's van Watergraafsmeer. Ik zag dozijnen foto's van Hoeve Voorland (het huidige Ajax-domicilie)
van de vroegste tijden tot op heden en honderden van Frankendael. Maar niet één van Goed Genoeg.
Het archief gaf de moed niet op, beneden in de bibliotheek hadden ze vast wel aardige dingen. Die waren er inder
daad: van clubs die al lang ter ziele zijn en ooit opgewekt een jubileum vierden, van Ajax en Blauw Wit, van clubs, die
bericht gaven van een juichende promotiefuif en nu ronddwalen in de derde klas van de Afdeling. Over A.F.C. kon ik
niets vinden. En het erge is dat iets nazoeken in archieven het uiterste vergt van een normaal mens. Roken is natuurlijk
uitgesloten en er is ook geen belletje waarop je kan drukken voor een bestelling, je bent gewoon afgesloten van de eer
ste levensbehoeften.
Eindelijk, zo omtrent half vijf kwam de meer van de sportgegevens weer vreugdevol binnen. Nu moet u zich van
dat vreugdevol óók geen overdreven voorstelling maken: archief mensen zijn van nature rustig en evenwichtig. Maar
hij was toch blij dat hij iets voor mij had kunnen doen, dat zag je zó. „Ik heb iets interessants voor U; kijkt U eens:
40 jaar A.F.C. Een film op papier. Zo heet het en het is van ene J. H. Wijnand. Daar kunt U vast wel iets in vinden."
Ik heb glimlachend bedankt. „Humor ist wenn man trotzdem lacht", en ging naar de vestiaire.
Buiten was het troosteloos. Uit een loodgrijze lucht viel een drenzende regen, maar het bleef een beetje vriezen en
aan iedere paal hingen ijspegels met druppels er aan. net een Fröbelklas met griep. Op de volgende hoek lokte een kroeg
je dat behaaglijk geel licht uitstraalde. Ik hield mij aan Oscar Wilde, die ooit geschreven heeft: „De beste wijze om
geen last te hebben van een verleiding is er onmiddellijk aan toe te geven."
Bevoorrecht
Wij zaten te praten met een paar A.F.C.ers „in de verstrooing", A.F.C.ers dus die niet in Amsterdam woonachtig
zijn en wij vroegen ons af of de talrijke in Amsterdam wonende A.F.C.ers eigenlijk wel beseffen hoe bevoorrecht zij
zijn. Nu moet U zo'n „Bulletin" eens bekijken dat even voor Kerstmis uitkwam: 22 december gezamenlijke maaltijd en
daarna kienen, 26 december Kerstdiner, 29 december biljardwedstrijd tegen de sportredacteuren en 1 januari Nieuwjaars
wens met Thomasvaer en Pieternel. Is er één voetbalclub in Nederland, die dergelijke attracties biedt buiten het voet
ballen? Mensen, waardeer toch die club en de functionarissen die U al deze geneugten voorschotelen. Dit geldt natuurlijk
vooral voor de jeugd, die toch al in deze periode van welvaart de „vreugde der verworvenheid" eigenlijk niet kent en
alles zo vanzelfsprekend vindt, van transistors tot brommers, van buitenlandse reizen tot feestavonden.
Over jeugd gesproken, soms besef je eens, hoe snel het allemaal gaat. Zo hoorde ik dat A. B. Melchers, zoon van de
voetbaldichter A. B. Melchers, meer bekend onder zijn anagram B. S. Le Marché, binnenkort onze zilveren ploeg binnen
stapt. De „jonge" Melchers 25 jaar lid! Hij zoekt het meer in het proza en schreef heel wat verslagen over ons eerste
in de Telegraaf. Collega Melchers, ik begin mij volwassen te voelen bij het idee dat jij „rijp" bent voor de Zilveren Ploeg.
Foei
Van feest naar foei is een hele stap, al scheelt het soms maar één nacht. Maar driewerf foei voor het feit, dat in
één straflijst van de Sportkroniek de namen stonden van A.F.C. en U.D. Never again, boys!
Turk
Wanneer ik, met overigens ongeveinsde collegiale bewondering, de rubriek van „Kronkel" in „Het Parool" lees dan
vraag ik mij wel eens af, of Carmiggelt dat nu allemaal werkelijk beleeft of zijn stories onder een borrel bij Scheltema
of in de Bodega van de „Poort" zit te verzinnen. Ik geef hem echter toch minstens „the benefit of the doubt" want op
straat maak je de gekste dingen mee. Ik word op het Stationsplein in Rotterdam aangesproken door een Turk, maar hij
is niet te verstaan. Op mijn Frans schudt hij heftig ontkennend, ook op mijn Engels. Dan zegt hij trots: „lek spreik eel
koet Ollands." Hij blijkt tenslotte op de Westersingel te moeten zijn en ik wijs hem de weg. Zonder iets te zeggen, loopt
hij weg; ik denk: verroest, die Balkanees kan toch wel Dank U zeggen en roep hem terug. Ik kijk hem bestraffend
aan en zeg: „Dank U wel meneer." Hij kijkt mij trouwhartig aan, denkt diep na en zegt dan, blij en gelukkig dat hij zó
veel Hollands kent: „Tot oew dienst, menier." Toen ging hij echt weg.
H. M. Lugard t
U.D. rouwt om het voor goed heengaan van H. M. Lugard, die in de vereniging een unieke plaats innam. Hij was
jarenlang voorzitter en werd tot ere-voorzitter benoemd, maar het meest uitzonderlijke van Herman Lugard lag in de
clubblad-journalistiek. Het beroemde U.D. Kanon heeft hij sinds de oprichting (53 jaar geleden!!) in zijn dooie eentje
geredigeerd en gefinancierd. Onder het motto „De band die bindt" ging het blad letterlijk naar alle uithoeken van de
wereld want Deventer heeft steeds veel Nederlands intellect geëxporteerd. Het merkwaardige van het U.D. Kanon is
altijd geweest dat er maar heel weinig over voetbal in stond, maar alles over de U.D. familie. Lugard's archief en
„Burgerlijke Stand" moeten voorbeeldig in orde zijn geweest en verder had hij de gave om voortreffelijke medewer
kers en -sters aan zijn blad te verbinden en enthousiast te houden. U.D. betekende een nimmer opdrogende bron van
levensvreugde voor wijlen Lugard, die een blijmoedig en beminnelijk mens was, aan wie zij die hem kenden de aan
genaamste herinneringen zullen behouden.
5