idi
BOOTEE'S
iïl
Afronden.
PLIEGER
KEUKENS
IN DIVERSE KLEUREN
EN PRIJSKLASSEN
(Van Sakat)
BeGunstiGino van onze aöveRteeRöeRS, houör, öe schakel in stanö
plastic uitvoering
plaatstalen uitvoering
nomen. „Cham had ook een provo-men-
taliteit toen hij zijn dronken vader Noach
uitlachte". Wat Joop wèl vindt is, dat
de stijl van de journalisten veel grover
is geworden. „Men gapt primeurs van el
kaar zonder de bron te vermelden".
Joop lacht om de Benelux-gedachte zo
lang douaniers en smokkelaars elkaar met
pantserwagens te lijf gaan om een pakje
boter of sigaretten. „Als dat het nou is,
kunnen ze voor mij met die hele Bene
lux ophouden". Kreten als „God is dood
vindt Joop Wijnand net zo dom als de
veronderstelling, dat de zon niet meet
zal opgaan. Kernachtige uitspraken die
op een grote persoonlijkheid duiden.
Aan de laan
Ook veel andere bladen schonken in
ruime mate aandacht aan het afscheid
van Joop Wijnand als perschef van Uni
lever. Joop timmert graag aan de weg,
maar dat siert een goede perschef. Dat
hij naast zijn nieuwe taak als perschef
van de Medische Faculteit in Rotterdam
ook nog aan de laan gaat timmeren, is
wel te verwachten. En dat dit dan aan de
l)e Boelelaan zal gebeuren, staat vast.
Wacht u maar eens af hoe over enkele
jaren het tweede jubileumboek van AFC
er gaat uitzien.
H.d. B.
Zeilstraat 44-46
Scheldestraaf 8
Tussenmeer 48
Een blik over Nico's brede schouder
deed me verwonderd opzien. Het kal
ligrafisch meesterwerkje mocht er zijn,
jazeker. Vakmanschap is meesterschap,
dat weet Nico ook. Was het de enorme
inzet, waarmee hij over het gras had ge
darteld of dwaalde hij werkelijk? Dit cij
fer was niet goed. Afronden is leuk, maar
niet naar beneden. Je werkt je niet ne
gentig minuten rot om naar beneden af
gerond te worden. De man, die het had
moeten weten, zat nog stilletjes na te
grinniken en dat ging niet over dat mees
terwerkje. Dat ging over die weergaloze
solo van mij, die hij voortijdig affloot,
omdat 'ie me het doelpuntje niet gunde.
De smeerlap. Toch is het een beste flui
ter, die Robbie. Een paar jongens van
ons vonden dat niet, maar die hebben de
ballen verstand van het spel. Neem bij
voorbeeld een Brammetje. Ook een leuke
jongen. Gooit in één keer een kleedkamer
vol met theorieën over buitenspelstaan.
Theorie, meneer, theorie. Brammetje
voetbalt nog steeds conservatief, het pol
dervoetbal zil 'm in het bot. Koppie naar
beneden, trappers omhoog en dan zie je
geen buitenspel. Maar daar had ik 't
niet over. Het ging over Nico: 15—0 vul
de hij in.
Ik zei: „15, Nico?". Hij knikte wat af
wezig en begon de voorletters te vragen.
Ik haalde m'n vingertje erbij en vroeg
nogmaals: „15, Nico?".
Dat vingertje zat in de weg dus keek
hij me geïrriteerd aan. „Weet je wat be
ters?", vroeg 'ie, de balpen toch een tik
keltje docerend omhoog.
.18 zei ik vastberaden.
Hij haalde z'n schouders op en keek
meewarig naar Robbie. We keken alle
maal naar Robbie en die bleef maar
grinniken. Heel veel napret. Ze hadden
er allemaal een stuk of vier, vijf gemaakt
in de voorhoede, behalve ik. Ik had al
m'n lucht bewaard voor dat ene solo'tje,
één rottig doelpuntje had ik willen ma
ken, zodat ik thuis toch met een opgehe
ven hoofd aan de warme hap had kun
nen beginnen. Niks daarvan. Weet je wat
'ie zei, toen ik beleefd om een nadere
uitleg verzocht. Hij zei: „We maken er
geen wildebeestenspel van Hahaha,
een ieder, die de identiteit van onderge
tekende kent, schatert bij het idee. Goed,
ik had gesteund en gekreund toen ik
langs m'n tweede mannetje kwam en de
touwen begon te ruiken. Die geluiden
mag je verwachten, als je al een kwart
eeuw over die kille velden hebt rondge
slopen. „Wildebeestenspelzei 'ie.
Bah. En hij bleef grinniken. Eigenlijk
had ie in de kool moeten staan, maar
zo'n jongen, die zich thuis graag scheids
rechter laat noemen, was niet op komen
dagen. En Robbie floot. En nu keken wij
hem allemaal aan. Zelfs Nico was gaan
twijfelen, hij bleef meekijken. Als je
scheidsrechter bent behoor je zoiets bij
te houden. Als je een zwak geheugen hebt
moet je staffelen, desnoods op de paal
van het telkens doorboorde doel. Of je
moet een telraampje onder het hemd dra-
gen. Of, als je aan de vingers van twee
handen niet meer voldoende hebt, ont
bloot je de voeten en laat de tenen mee
doen. Dat betekent tien doelpunten meer,
dat geeft wat lucht (dit woord niet ver
keerd opvatten a.u.b.) en zo'n bukkende
houding went gauw. Robbie heeft tien
tenen, ik heb ze geteld onder de douche.
Desalniettemin: hij prefereerde een
dwarsstraat: „14zei 'ie. Dat was he
lemaal een dijenkletser. Ik hield me goed
en zei nogmaals nadrukkelijk: „18".
Hij keek me aan en begon weer te
grinniken. Dat is natuurlijk wel leuk, je
moet plezier in het leven hebben, maar
op Nico's formulier stond nog steeds of
stond eigenlijk niet, gilde nog steeds dat
getal 15.
Brammetje, Kees, Cor en Wijnand pro.
beerden te helpen. Het hoofd van Nico
sprong als bij een ping-pongwedstrijd van
de een naar de ander. Er was niet één
keer hetzelfde bij en de ogen van onze
aanvoerder begonnen hoe langer hoe
vreemder te rollen. Ik kreeg medelijden
met hem, waarom had ik over die schou
der moeten kijken. Was ik niet te ver
gegaan? Per slot van zaken: ik debuteer
de in dit elftal. Toch moesten dit intel
ligente jongens zijn. Deze mannen hadden
toch met speels gemak hun L.O. gepakt.
Tellen tot 18. Moet je daar een compu
tertje voor hebben? Ik dacht aan juf
frouw Schaap, een lief middelbaar mens
je in de eerste klas, mijn eerste klas. Een
keurig schoolbrilletje op haar wat hob
belige neus, die hier en daar werd ont
sierd door een paar wratjes. Van veraf
amper te zien. Ik zat op de derde bank
van links, dicht tegen het raam. Nog
voor de herfstvakantie vroeg ze me
„Kareltje (ik mocht me toen nog geen
Charlie noemen), tel es tot twintig". En
daar ging ik, hoor. Bij elf haperde ik
even maar daarna, rats in één keer
door naar de twintig. En deze gearriveer
de heren, in Zat. 4 zitten behoorlijke
heren, bezweken onder de frequentie
van het netgebol. Tot 18, notabene. Toen
kwamen we in de volgende fase en dat
werd nog erger. Nico's voorstel was ge
niaal, hij zei: „Wie heeft ze gemaakt en
hoeveel?" Ik kon rustig m'n mond dicht
houden. De makers werden onverschillig;
er werden getallen genoemd, twee meer
of minder deed nauwelijks terzake en
al die tijd ontsierde een gemeen glim
lachje de lippen van onze scheidsrechter.
Nico telde, deelde, vermenigvuldigde, en
trok wortels bij het leven. Ik stapte uit
m'n spulletjes, keek op weg naar het eer
lijke waswater terzijde en zag hem glun
derend het cijfer 16 noteren. Nico werd
langdurig toegejuicht, de echo klonk na
terwijl het water al om me heen spatte
en het beeld van juffrouw Schaap lang
zaam vervaagde.
CHARLIE
de Italiaanse keuken
Imp. gebr. plieger Heerlen, amsterdam