Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, hoaöt öe schakel in stanö Hoofdklasse Een dooi het Sectiebestuur Zondagamateurvoetbal ingestelde enquête heeft zoals de vorige Schakel meldde het resul taat opgeleverd, dat een overweldigende meerderheid van ae clubs een hoofdklasse heeft afgewezen en daarmee zal de hoofdklasse dus wel voorlopig van de baan wezen. Ik kan er niet zo verrukt over zijn, omdat enquêtes een zeer onzuivere methode zijn om een zaak zuiver te stellen. In sommige gevallen is de vraagstelling zó subjectief, dat de enquêtrice bij voorbaat weet, dat de antwoorden aan haar doel zullen beantwoorden. Een frappant voorbeeld heeft zich enige jaren geleden in Amsterdam voorgedaan. Een zeer extreem-linkse groepering hield een enquête, waarin huis aan huis de vraag werd gesteld: „Bent u vóór vrede en arbeid?" Jubelend vermeldde het partij-orgaan regelmatig hoeveel positieve antwoorden er nu weer waren binnengekomen. Nu moet U zich voorstellen: Daar helt een enquêtrice aan en wordt opengedaan door een huismoeder, die bezig is met de was of eten staat te koken. „Bent l voor vrede en arbeid.' „Niks hoor", zegt moeders, „geef mij maar oorlog en werkloosheid Enfin, aan het eind van de enquête schreef het betrokken blad, dat de helft van de Amsterdamse bevolking zich achter de vredespolitiek van de partij had geschaard. Dat was dan wel fijn. Verder is steeds weer in de praktijk gebleken, dat „men" slorcig leest en slordig luistert, zodat op enquetes de meest waanzinnige antwoorden binnenkomen. Ik heb beroepshalve verschillende enquête-dossiers moeten lezen. Je vraagt je dan wel eens af waarom wij miljarden uitgeven voor het onderwijs en niet volstaan met aap noot mies. Dat is veel goedkoper e'n maakt in de praktijk voor hele volksstammen niet zo veel verschil uit. En dan zijn er enquêtes - die over de hoofdklasse is er een sprekend voorbeeld van - waarbij de antwoorden alleen ingegeven zijn door eigenbelang. Vrij wel alle eerste klassers zijn tegen een hoofdklasse en vrijwel alle tweede klassers zijn tegen inkrimping van het aantal eerste klassers. Puur eigenbelang. Want in het eerste geval worden vijf zesde van de eerste klassers gedegradeerd en in het tweede geval wordt de promotiekans van de tweede klassers gehalveerd. Men had die hele enquête net zo goed achterwege kunnen laten en een commissie kunnen benoemen om eens objectief de gehele competitie-indeling onder dLlloePis de shuatie thans? In ons land tellen wij thans meer dan 60 voetbalclubs, die betaald voetbal spelen en 72 clubs, die in de eerste klasse amateurs uitkomen. Dat is gewoon voetbalinflatie en het publiek heeft dat heel goed in de gaten. Het publiek „gelooft" niet in de tweede divisie betaald voetbal en in de eerste klasse amateurs. (Natuurlijk zijn er uit zonderingen, in onze sectie trekken bijvoorbeeld UVS, Unitas, Vlissingen veel publiek omdat in Leiden, Gorcum en Vlissin- gen geen clubs in het betaalde voetbal uitkomen). Nu blijkt uit interviews en artikelen in de clubbladen, dat de eerste klassers voornamelijk de volgende bezwaren tegen de hoofdklasse naar voren brengen: Die verre reizen zijn in strijd met de amateuristische gedachte en die verre reizen zouden ons budget ontwrichten. Het eerste argument is aanwijsbaar onjuist, het tweede kwestieus. Wat die „verre rei zen" aangaat heb ik er het spoorboekje eens op nagekeken. Laten wij aannemen, dat A.F.C. zou doorstoten naar de Hoofdklasse, hetgeen gezien ons spelersmateriaal een haalbare trek zou zijn. Dan zouden wij ik noem enkele voorbeel den uitreizen hebben naar (gebaseerd op de huidige situatie) Vlissingen, Roermond en Sneek. Die wedstrijden begin nen om 14.30 uur. Dan kunnen wij naar Vlissingen om 10.24 uur, naar Roermond om 11.23 uur en naar Sneek (over Alk maar) ook om 10.24 uur. Is dat nu écht „in strijd met de amateuristische gedachte"? Vóór de oorlog hadden wij op zondag één treinverbinding met Den Helder. Als wij tegen H.R.C. of Helder speelden, dan vertrok je om 9.17 uur van Amster dam en je kon uit Den Helder weg om 19.30 uur. Ik heb toen niemand horen jammeren over de amateuristische gedach te - integendeel, die reizen en het daardoor gekweekte saamhorigheidsgevoel behoren tot mijn gezelligste voetbalhenn- ""nra de kosten Die zullen inderdaad stijgen, maar ik ben overtuigd, dat de recettes óók zouden stijgen. De wedstrijden om het kampioenschap van Nederland in '63 als A.F.C.-Unitas en A.F.C.-Neptunia, trokken wél publiek. Die Hoofd klasse zou een het gehele seizoen durende competitie betekenen om het kampioenschap van Nederland (twaalf clubs ïn- plaats van zes, die thans daarbij betrokken zijn). Een competitie tussen clubs, die bewezen hebben de sterkste te zijn in het amateurvoetbal. Iedereen wil beter voetbal. Dat is prima. Maar kwaliteitsverbetering krijgt men alleen door selectie. Dat geldt met alleen voor bloembollen, maar ook voor voetballers. Clubbelang Tot nog toe heeft in die hele aangelegenheid alleen geprevaleerd hetgeen men als clubbelang meende te zien. Nu zal in de toekomst die hoofdklasse wel weer eens op het tapijt komen en dan is het te hopen dat A.F.C. ook ditmaal het algemeen belang prioriteit geeft. Het woordje „ook" schrijf ik opzettelijk, omdat A.F.C. reeds twee maal bij kwesties over de competitie-indeling tegen het „clubbelang" inging. Dat is gebeurd in 1919 en in 1939. In het eerste geval betrof het de befaamde Eerste Klasse B - de z.g. „Margarine Eerste Klasse" - waarin A.F.C. overigens tweemaal kampioen geworden is. Er was een enorme deining over die indeling omdat iedereen begreep, dat de Eerste Klasse A en de Eerste Klasse B niet gelijkwaardig waren. Voor ons had dit overigens het grote voordeel opgeleverd dat wij tweemaal - als kampioen van 1 B - uitkwamen in het Kampioenschap van Nederland. En toch gaven Scheepens en Van Ooy de stoot tot het opheffen van de gelijkwaardigheid tussen 1 A en 1 B. Twintig jaar later deed zich net zo iets voor. De oorlog was uitgebroken en in Nederland was de mobilisatie afgekondigd. De K.N.V.B. stelde een noodcompetitie in, die organisatorisch fout in elkaar zat 4 F.C. was geweldig op dreef en is tenslotte met ruime voorsprong kampioen geworden. Maar voorzitter Galavazi had inmiddels in woord en geschrift heftig geprotesteerd tegen de noodcompetitie. De Telegraaf schreef toen: „Het eerste elftal van A F.C. gaat maar door met punten verzamelen, terwijl de voorzitter van A.F.C. maar doorgaat te tiachten die overwinningen ongedaan te maken." Ja, het leek inderdaad gek, maar in wezen was het standpunt van Galavazi vol komen juist. A.F.C. heeft gelukkig op belangrijke momenten de stijl gehad zich te distancieren van het enge clubbelang. Voorzitter Kappelhoff heeft reeds een advies gegeven om tot een oplossing te komen. Hij bepleit drie hoofdklassen, één voor liet Westen één voor het Zuiden en één voor Noord/Oost. Ik geloof niet, dat wij er dan zijn. Wij krijgen dan boven de huidige 72 eerste klassers 36 hoofdklassers. Ik vrees, dat de zaak dan nog meer verwatert. Immers: Een mas sale promotie van eerste klassers brengt automatisch met zich mee een massale promotie (ook 36) van tweede klassers naar de dan wel sterk afgeroomde eerste klasse afdelingen. Ik geloof dat als „spelpeilverbetering" geen hol woord is men toch naar een hoofdklasse zal toegroeien, waarvan de kampioen dan automatisch kampioen van Nederland (amateurs) is zoals de kampioen van de ere-divisie ook automa- tisch kampioen van Nederland (betaald voetbal) is.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1966 | | pagina 5