JOBA
'O
In kort bestek
Woetboldadigheid
Herenconf ectie Depot
NYLONKOUSEN
Grote sortering in
te COSTUUMS
A.F.C.-leden reductie
SPORTJASJES
op vertoon diploma
te PANTALONS
te REGEN - WINTERJASSEN
J. LOONSTIJN PRINSENGRACHT 1097,TELEFOON 234006
Doolt allen mee, het is voor a.C.r.
Draag die kous!
Coaching
Geen sport, die het vandaag de dag
nog zonder betaalde coach kan doen.
Regelmatig duiken in de pers verslagen
op over de problemen, waarmede coaches
worden geconfronteerd. Merkwaardiger
wijze komen alle zorgen steeds op het
zelfde neer en wanneer weer een (duur)
betaalde coach zijn taak bij een nieuwe
club of bond aanvangt, dan haast hij
zich voor de te hoop gelopen journalis
ten te verklaren: „wij verkeren nog in
een periode van opbouw, die vooreerst
nog wel teleurstellingen zal kunnen op
leveren".
Allicht, zo'n man kijkt wel uit. Stel je
voor, dat hij aan het (geduldige) papier
zou laten toevertrouwen: „ik verwacht
niet met het mij toevertrouwde brand
hout tot enig resultaat te kunnen ko
men". Of: „deze jongens zijn zo be
kwaam, dat het een zinloze daad was
mij daarvoor aan te trekken".
Ten slotte zou nog de mogelijkheid
kunnen bestaan, dat hij opmerkt: „dat de
keuze op mij is gevallen heeft mij zeer
verbaasd, want ik weet er zelf nog niet
de ballen van".
Maar neen, hij is voorzichtig en daar
om dus de periode van opbouw. En dan
maar afwachten hoe het uitpakt.
Jubileum
Het volgende is een ware geschiedenis.
Het gebeurde kort geleden in een honk
balwedstrijd in de landelijke tweede
klasse. De voorzitter van de thuisclub
vroeg vooraf aan de hoofdscheidsrechter
of hij zijn captain eerst nog even publie
kelijk mocht toespreken in verband met
diens 300-ste wedstrijd voor zijn eerste
team. Het mocht. Ën voor een ruime
omstand werden in gloedvolle bewoor
dingen de verdiensten van de jubilaris
uitgemeten. Een steunpilaar voor de
club. een raadsman voor het bestuur,
een voorbeeld voor de jeugd. Kortom:
een sieraad voor de sport!
Applaus, bloemen, geschenkjes en war
me handdrukken.
Waarop de wedstrijd een aanvang nam.
En zoals dat met honkbal dan wel kan
kan gebeuren: plotseling was er de lont
in het kruitvat en bloeide er een spon
taan handgemeen op bij het eerste honk.
De daar dienstdoende veldscheidsrechter
repte zich bekwaam naar de hoofd
scheidsrechter en meldde: „scheidsrechter
(vreemde benadering overigens voor een
collega), dat neem ik niet; die vent daar
noemt mij een (volgde een vrij alge
meen in denigrerende zin gebruikt zelf
standig naamwoord)".
De hoofdscheidsrechter begeeft zich
naar de wanorde en informeert naar de
juistheid van het gestelde bij de aan
gewezene. Die daarop verhit uitroept:
„dat heb ik helemaal niet gezegd, maar
nou we het er toch over hebben: ik
vind hem wel een grote (herhaling
van het hier te vermijden woord)".
„Ga er dan maar uit", zei de hoofd
scheidsrechter en wees naar de kleed
kamer.
En dat eenmaal gezegd hebbende, zag
hij wie de markante uitspraak over zijn
collega had geplaatst. Juist ja, de steun
pilaar. En het voorbeeld van de jeugd
Hoofd
De televisie brengt ons de sportge
beurtenissen thuis en laat ons slaafs, ge
riefelijk met de trijpen pantoffeltjes aan
en het glas binnen handbereik, consu
meren.
Onlangs zagen u en ik de waterpolo-
wedstrijden van uit het Utrechtse Hom
mel. Ik heb er met verbazing naar ge
keken! Maar je gaat vergelijken met het
meest vertrouwde en dat is dan voetbal.
De overeenkomst is evident: die bal moet
in dat hok, een duidelijke zaak.
En in dat hok zien wij dan ook nog
wel verwantschap met ons stoere voet-
baldoel. Goed, zo'n waterpolodoel is wel
een stuk kleiner en er staan wat meer
plassen in, maar er zit wel degelijk een
echt net achter.
Maar dat hoofd, dat er in drijft, vind
ik geen gezicht. Doodeng
Stickers
Het vorige seizoen zijn de „stickers" uit
gezet, de autotransparanten die de eer
ste thuiswedstrijd van AFC' annonceren.
De bedoeling is evenwel, dat zij ge
bruikt en goed gebruikt worden! Achter
het autoraam dus, te beginnen in de
week voor zondag 9 oktober a.s. (A.F.C.—
D.C.G., een topper). En na zondagmid
dag weer verwijderen uiteraard.
AD ONDF.RDELAT
Geurt Gerstenat had tot zijn spijt
na lange jaren, als een grote
zijn voetballoopbaan afgesloten.
En na zijn allerlaatste strijd
werd hem een afscheid toebereid,
waar vrienden kwamen toegeschoten.
„Hier staat een man, die als het waar
is
na vijfentwintig jaar nu klaar is;
een veteraan, die tot mijn smart
zijn sport verlaat met jeugdig hart".
Aldus sprak enigszins verward
tot slot de eerste secretaris.
„Maar laat dit afscheid zijn een feest
met een geschenk, waarop je leest",
vervolgde hij, niet zonder dictie,
„van hoeveel nut je bent geweest,
't Is passend, als ik in een wip zie:
het is een breukband met inscriptie".
AD ONDERDELAT