Mixed Pickles
BeGunstiQinG van onze aöveRteeRöeRS houöt öe schakel in stanö
Zilveren Ploeg.
De eerste woensdag van november is weer voorbij en dus ook weer de traditionele bijeenkomst van de leden van de
„Zilveren Ploeg", dit exquise gezelschap, waarvan men zó maar geen lid kan worden. Van die club geldt wat ik eens
een zeer hooggeplaatst Nederlander, die ondanks zijn hoge plaats zijn humor had bewaard, hoorde zeggen: „Democratie
is goed, maar je moet de baas blijven." Zo is het met de Zilveren Ploeg ook: „ledereen kan lid Worden maar Arie
Waaver zal uitmaken, wie lid wordt." Met dat „iedereen" bedoel ik dan de A.F.C.-ers die minstens 25 jaar lid zijn. En
dus - al denken jaloerse jeugdige bestuursleden en zo, die op 3 november buiten moesten blijven dat wij een gezel
schap van oude en stokoude mannen en mannetjes zijn telt dit hoge college van de A.F.G.-Staat uiteraard ook leden
van prille leeftijd. Ik meen zelfs, dat ik dit keer een prillaard van 40 jaar het rose handje moest schudden. Enfin, hoe
het met die toelatingseisen staat moet U maar eens aan Arie Waayer vragen. Ik geloof, dat hij daarbij een computer
k Tja, Arie Waayer. A.F.C. is toch een merkwaardige vereniging. Een voetbalclub en nog wel een voetbalclub die in de
voorste gelederen staat! Maar zij is nog zo veel meer. Is er een revue nodig bij een jubileum? Druk op een knop en
er staat een revue op de planken, zoals alle zuilen bij elkaar nog nooit op de Televisie hebben weten te krijgen. Is
Nieuwjaar in zicht? Druk op een andere knop en er komt een Nieuwjaarswens uit de bus en een Ihomasvaer en een
Pieternel op het toneel zoals het Leidseplein zich ooit slechts droomde. En nu die Zilveren Ploeg. (Ja, dank L, ik heb
destijds de naam bedacht en daar ben ik nog groots op). Iedere club kan leden, die 25 jaar lid zijn bij elkaar vegen en
met hen gaan eten en drinken. Maar onze Zilveren Ploeg is toch anders. Net zoals vroeger de bottertocht onder Piet
Vermeulen ook veel meer was dan zo maar een beetje op het Zuidersoppie varen met een stel ouwe schurken die een
slokkie lusten. Mensen als Piet Vermeulen vroeger en nu Arie Waayer maken van dergelijke - in wezen doodgewone
bijeenkomsten, „happenings" op niveau. Arie Waayer is een eenheid van tegendelen. Hij is soepel, maar niemand van die :>0
aanwezigen durft na zijn „en nu aan tafel" er nog eentje te nemen. Het lijkt of hij de tijd vergeet, maar hij houdt de
klok in de eaten. Als ie zijn speeches zou stenograferen dan zou er maar een heel raar verslag te voorschijn komen. Maar
zijn toespraken slaan die hele roerige bende in hun ban. Hij beklimt een Himalaya van beeldspraken. Hij laat de
boomgrens van de logica en de sneeuwgrens van de goed lopende zinnen ver achter zich. Dan kijkt hij achter zich, trekt
aan een onzichtbaar reddingstouw, kijkt ons vervolgens welwillend aan en zegt simpel: „En nu de volgende gang
Er wordt veel gespeecht zo'n avond. De beste speech was van Harry Scheepstra; die kan - zoals dat in ons vak heet
persklaar smoezen". Het was een openbaring voor mij, om door Harry genoemd te worden bij degenen, die hij aan
de "vergetelheid wenste te ontrukken." I.aat ik nou gedachthebben.dat ik nog niet in de vergetelheid verzonken was.
Héél leerzaam, zo'n avondje
Ie ziet mensen, die je anders nooit ziet. Accountant de Haan, die volgende maand ook al 70 wordt, Jo Bakker „van
Elsevier" Ie ziet mensen, die altijd op A.F.C. zijnen dan krijg je ineens een warm gevoel van dankbaarheid tegenover hen, die
er voor zorgen dat A.F.C. kan reilen en zeilen. Ik denk aan Otto van Rijn, zeker 40 jaar in de club. Een type zoals
onze diepbetreurde Jaap Suyver. Nooit op de voorgrond, maar altijd aanwezig. Nooit schetterend of kankerend, maar
opbouwend in zijn critiek, bereid om te doen wat gedaan moet worden. Hoeveel jaar is Otto van Rijn nu al tweede
penningmeester, een van de meest tijdrovende, minst spectaculaire en meest ondankbare baantjes die in een grote club
als de onze bestaan. Ik denk aan Jan Snelleman (voor wie het nóg niet wil geloven: hij is werkelijk 62, al ziet hij er
uit als 42) die nu weer penningmeester van de Zilveren Ploeg is en ons op onnavolgbare wijze onze „contributie
afhandig weet te maken.
Heel veel vreugde zo'n avond maar er is ook weemoed. Het herdenken van hen, die heengingen, grijpt sterk aan -
sterker dan in de algemene vergadering. Want daar zijn veel jongere leden, /ij staan keurig op, maar min of meer
zoals zij opstaan bij het spelen van het Wilhelmus of van het Clublied. Een kwestie van goede manieren, meer dan
van zelf beléven. Maar in die Zilveren Ploeg wordt om zeer begrijpelijke redenen door de meesten de minuut
stilte persoonlijk belééfd. En dat is dan de grijze kleur op het felle schilderij van onze Zilveren Ploeg.
Televisie.
Het is altijd prettig als A.F.C.-ers tot uitzonderlijke prestaties komen. Heel Nederland kijkt naar de rechtszittingen op
de beeldbuis. Daar heeft men Rolf Leeser's charmante echtgenote Anita al enige malen kunnen bewonderen en de
laatste maal maakte Tom Swart furore als schildwacht, die voor de Krijgsraad wordt gedaagd. Dat ons aller vriend
Karei Swart zo'n photogenique zoon heeft bewijst maar weer eens tot hoe grote prestaties vaders in staat kunnen zijn.
GEHOORD EN GEZIEN
Loes Stallmann: „Een vrouw die met haar huishoudgeld uitkomt, deugt niet." (Dit kunt u zowel positief als negatief
uilteggen.)
Twee drie turven-hoge A F.C.-ertjes gaan van het clubhuis naar het hoofdveld. De thuiswedstrijd van het eerste zal zo
dadelijk beginnen. Zegt dat ene jongetje: „Wat een hoop mensen, hè?" Zegt het andere jongetje: „Ja jo, de kuip van
Kappelhoff". Mooie alliteratie vindt u niet?
Een kittig jong vrouwtje stapt parmantig in een keurig donkerblauw uniform 'kleedt goed af heet dat, geloof ik)
naar een van de velden. Zeker een KLM-stewardes, zó van Schiphol naar Goed Genoeg gekomen om haar boy-friend
aan te moedigen. Mis. Zij blijkt scheidsrechtster te zijn (gemakkelijk woord voor buitenlanders.) Dat er nu al vrouwen
op Goed Genoeg gaan fluiten! Als je maar lang genoeg blijft leven, maak je toch ook van alles mee.
Een forse zeeman van 59 jaar meldt zich aan als lid. De enquête-commissie krijgt de aanvraag ter behandeling. Nu
wordt de enquête-commissie overstroomd met aanvragen, zodat zij zich ook wel eens kan vergissen. Enfin, die 59-jarige
knaap wordt geconfronteerd met deze verbijsterende vraag: „Vinden je ouders het goed, dat je lid van A.F.C. wilt
worden?" Er is wel een beetje alcohol aan te pas gekomen om die administratieve knoop te ontwarren.
5