Mixed Pickles Passfev/e recreatie en leefbaarheid osv Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö (vervolg) Resultaten van A.F.C. tegen: Purmersteijn 22 11 7 4 29 47-36 RKAVIC 2 2 4 11-3 AFC 22 11 4 7 26 49-30 DCG 2 2 4 7-0 JOS 22 10 6 6 26 46-39 Purmersteijn 2 1 7 3 5-3 22 10 5 7 25 35-28 OSV 2 1 1 3 3-2 Alkm. Boys 22 9 5 8 23 29-28 Watergraafsmeer 2 1 1 3 3-2 Hollandia 22 8 7 7 23 45-46 Hollandia 2 1 1 3 4-3 RK.AVIC 22 10 2 10 22 47-45 De Spartaan 2 1 1 2 6-2 DCG 22 7 9 6 23 37-40 H.R.C. 2 1 1 2 5-3 HRC 22 9 2 11 20 33-39 Alkm. Boys 2 1 1 2 1-1 De Spartaan 22 7 6 9 20 27-38 J.O.S. 2 2 2-6 HFC 22 7 5 10 19 39-39 H.F.C. 2 2 1-5 Watergr.meer 22 1 6 15 8 30-56 22 11 4 7 26 48-30 Waarvan Thuis 11 8 3 16 25-14 Uit 11 3 4 4 10 23-16 passieve recreatie" is een nieuwe kreet geworden in de voetballerij en wij moeten ons om een andere nieuwe kreet te slaken „hierop bezinnen", om dat zich via de passieve recreatie-cam pagne een geheel andere verhouding be gint af te tekenen tussen overheid en/of bedrijfsleven enerzijds en de voetbalwe reld anderzijds. Die metamorfose vol trekt zich wel in de semi-profsector, maar is toch ook voor de amateurs bij zonder interessant. Wat is om te beginnen „Passie ve recreatie"? In goed Hollands gezegd, is dat kijken of luisteren naar hetgeen u ter ontspanning en verstrooiing wordt ge boden. Die passieve recreatie bestaat uit het luisteren naar de radio en het kijken naar de televisie, het luisteren bij een concert en het kijken naar een film of een toneelstuk, naar een kegel- of voet balwedstrijd. Passieve recreatie is dus per definitie het tegengestelde van actieve recreatie. Actieve recreatie wil zeggen zélf voetbal len, zélf foto's maken, zélf dus actief iets doen om u te ontspannen. Laten wij nu die lijn van de „passieve recreatie" volgen, dan blijkt die enigszins samen te vallen met de „leefbaarheid van een streek". Dit is ook een moderne kreet, maar het zou buitengewoon dom zijn als de ouderen niet zouden luisteren naar kreten, die door de jongeren worden ge slaakt. Wat is nu de „leefbaarheid van een streek?" Hiermee bedoelt men in deze tijd van arbeidsschaarste, dat men moet zorgen, dat een streek, een gewest, een stad, een dorp waarin een industrie zich wil vestigen, zoveel aantrekkelijkheden biedt, dat de arbeiders geen bezwaar heb ben te migreren naar die streek of die stad. Om een enigszins overdreven maar begrijpelijk voorbeeld te noemen: Een arbeider uit Deventer kan een veel beter loon verdienen in Dokkum. Maar hij aarzelt daarheen te gaan, want in Dok kum vindt hij niets van hetgeen hem zijn leven aangenaam maakt. Geen gezellige café's, geen fraai bioscooptheater, geen.. Go Ahead. Dokkum is voor hem niet „leefbaar" omdat Dokkum hem niet de passieve recreatie weet te bieden. En het samenvallen in verschillende gevallen van die twee lijnen die van de passieve recreatie en die van de leef baarheid van een gebied leidt tot een ontwikkeling die men tot voor kort on mogelijk hield. Zij is nl. volkomen tegen gesteld aan het verloop tot nog toe en daarom de moeite van analyseren waard. De oudsten onder ons kunnen zich zeer wel herinneren, dat het opkomen van de veldsport in de eerste plaats wel van voetbal enorme tegenstand ondervond. Aan watersport was men hier gewend. „Hoe Pietje uit spelevaren ging", kunt u al in de „Camera Obscura" lezen. Roeien en vissen dus des zomers, schaatsenrijden des winters. Men kende de zaalsporten (gymnastiek, kegelen, biljarten) maar te gen de veldsporten was verzet. Een verzet dat in wezen min of meer uit concur- rentievrees bestond. De gymnastiekonder- wijzers vreesden de concurrentie van dat blijkbaar zo fascinerende voetbal. Con- currentievrees als wij in dit verband dit oneerbiedige woord mogen gebruiken bestond ook bij de kerken, met name bij de Protestantse kerken, waarvan de meeste geen kerkdwang kennen. Mis schien min of meer onbewust begrepen de predikanten rond de eeuwwisseling en in de eerste decennia daarna, dat voet bal voor hen een enorme „concurrentie" zou betekenen en dat die voetbalsport zou leiden tot een ontheiliging van de zondag, zoals men die in Nederland sinds de Reformatie niet had gekend. Het is niet onmogelijk, dat hierdoor de Overheid zo weinig deed voor de aanleg van sportvelden. Als er één land is waar de ontwikkeling van de veld sporten geremd werd door de onverschil ligheid van de autoriteiten dan is dit wel Nederland, Het heeft heel lang ge duurd voor de kreet „Een gezonde geest in een gezond lichaam" weerklank vond in de overheidsbureaus. Het bedrijfsleven zag de betekenis van de sport wel in. Men achtte de sport in het algemeen en de voetballerij meer in het bijzonder een aantrekkelijk reclame-me dium (de Miss Blanche Beker) of een goede gelegenheid tot min of meer in directe propaganda („een bekende lam penfabriek in het Zuiden des lands", met het snel naar voren gekomen P.S.V.) of een goede gelegenheid het personeel aan zich te verplichten (de B.P.M. met haar prachtige sportcomplexen als Te Werve en Vijfsluizen). Maar hoe het ook zij: het aanleggen of beschikbaar stellen van sportvelden, het subsidiëren van sportverenigingen uit het personeel en dergelijke waren recht streeks gericht op het actieve beoefenen van sport. Wat zich nu afspeelt is precies het tegenovergestelde. Men gaat er toe over gelden ter beschikking te stellen aan semi-profclubs ten bate van de passieve, niet van de actieve recreatie. En verder kan men bespeuren, dat deze bereidheid sterker leeft bij de overheid dan bij het bedrijfsleven. Deze tegenstellingen zijn volkomen lo gisch. Uit de desbetreffende enquête van „het Nieuwsblad van het Zuiden" is duidelijk gebleken dat het bedrijfsleven er heel weinig voor voelt geld in de semi- profclubs te steken. In de eerste plaats gaat het direct om veel grotere bedragen dan bij het subsidiëren van personeels verenigingen. In de tweede plaats is men verantwoording verschuldigd aan de aan deelhouders, die misschien helemaal niet akkoord zouden blijken te gaan met financiering van de passieve recreatie van 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1964 | | pagina 9