Mixed Pickles
eequnstiGinG van onze aöveRteeRöeps, houöt öe schakel in stanö
Veteranen
TVit is klassiek" zei een van sportief genoegen stralende oud-scheidsrechter Hans Boekman, die ook al de bij zovele
Amsterdammers populair geworden gang naar Goed-Genoeg had ondernomen.
„Dit is klassiek" want hij zag V.O.C. en U.D. in het veld. Clubs, die opvallende shirts dragen en die shirts met trots
en ere dragen. Die behoeven niet hun trainer of de scheidsrechter of het bestuur van de K.N.V.B. te vragen om te
loten, wie er in het wit „mag" spelen. Ja, het was „klassiek", ons meer dan geslaagde veteranentournooi.
Met alle organisatie-ernst, ontspanningsgijn en milde humor, die voor het slagen van een dergelijk tweedaags voet-
balfeest de noodzakelijke ingrediënten zijn. Organisatie-ernst: een heel groot compliment aan het adres van Willy Nese-
ker, Jan de Vries en Arie Waayer. Die hadden de zaak zó goed voor elkaar, dat je niet eens merkte, dat er georganiseerd
was. Een organisatie heeft namelijk hetzelfde als het Nederlandse klimaat en kinderen: ze zijn op hun best, als je ze
niet merkt. Eén opmerking: Het grapje tijdens de vlaggenparade met de A.F.C.-vlag viel terecht als een bak
steen. Wanneer men besloten heeft tot een vlaggenparade, dan moet die ook volkomen stijlvol verlopen. Gelukkig werd
de fout spoedig hersteld door het hijsen van de vlag van de Stichting.
Ontspanningsgijn: zoals dat daverend geslaagde diner op Goed Genoeg. Oh, mensen, begrijp toch wat een kostbare
schat wij aan dat Goed Genoeg verworven hebben en neem de „Schónheitsfehler" op de koop toe. Arie Waayer was als
tafelpraeses eenvoudig niet te overtreffen. Het hem dreunend toegezongen „For he is a jolly good fellow" deed hem
zichtbaar goed en was helemaal verdiend.
Tja en nu zijn er mensen die een tweedaags tournooi wel wat lang vinden en voor kelen, magen en spieren van
de niet zo „piep" meer zijnde (maar toch ook nog niet „stok" zijnde) deelnemers wel érg vermoeiend. Het is inderdaad
een beetje vermoeiend, maar zoudt ge mensen, die moeten leven bij de metro-puinhoop van de Coolsingel, de verlaten
heid van het Buitenhof of de eenzaamheid van het Vreeburg om van nog erger buitenpoorten als Deventer en
Middelburg maar te zwijgen een weekend in Amsterdam kunnen onthouden
De milde humor hoorde bij dit tournooi als mayonnaise bij een Russisch ei. Hans Boekman keek gefascineerd naar
het spel van Otto Sterman en zei: „Een fantastische kerel, die Otto Sterman. Hij is de beste voetballer onder de
artisten en de beste artist onder de voetballers." En het spel van Ben Bonkink in de wedtrijd A.F.C.—Kampong greep
ons zó aan, dat Cor Peperzeel en ik na afloop het veld inholden om zijn handtekening te vragen. Wat Ben toen op
schreef, kan niet in de Schakel. Wel jammer eigenlijkHet was een schoon feest, vrienden!
Harp
Ja, je hoort natuurlijk van alles op zo'n veteranentournooi. Een van de beste stories vond ik deze, speciaal be
stemd voor onze muzikale lezers. Een dominé komt op straat een van zijn wijkleden tegen. Zij maken een praatje en
de dominé zegt: „Ik heb u al enige weken in de kerk gemist. Er is toch geen ziekte of andere narigheid?"
„Nee, dominé, maar eerlijk gezegd: ik ga nooit meer naar de kerk, want mijn dochter heeft muziekles." Zegt die
dominé: „Nou moet u eens goed horen. Als er één vak is, waar je de gekste smoesjes moet aanhoren, dan is het wel dat
van mij. Maar die van u is zelfs voor mij nieuw. Kunt u dat niet een beetje nader verklaren?" „Jawel," zegt die
man, dat zal ik u haarfijn uiteenzetten dominé. Mijn dochter krijgt les op de harp. Dat heb ik een paar maal aange
hoord en nou is mijn aardigheid in de hemel er óók af."
Analyse
Het was dan, wat je noemt een „senuwesesoen". Elf van de twaalf ploegen ontliepen elkaar niets. Na de 18de zondag
stond H.F.C. op de voorlaatste plaats met een positief doelsaldo en wij op de vierde plaats en nog lang niet veilig.
Wekenlang stempelde één verloren wedstrijd je tot degrada-tiecandidaat, één overwinning tot kanshebber voor het
kampioenschap
Dat was natuurlijk een heerlijk seizoen voor het traditioneel grillige en onberekenbare A.F.C. I, dat alles deed om
de supporters tot hopeloze zenuwpatiënten te maken. Penalties gemist, in eigen doel geschoten, voorsprong uit handen
gegeven, achterstand ingehaald het kón niet op. Tot de ploeg, kennelijk getergd door krantenkoppen als „Kam
pioenen in degradatiegevaar", „A.F.C. moet oppassen" en zo tot een ware explosie kwam met de 8—2 tegen R.K.A.V.I.C.
als daverend hoogtepunt. Als er van die 8—2 maar geen praatjes komen! Ons volk is dit jaar door verschillende ge
beurtenissen nogal „touched" op het gebied van de religie en daar hebben wij uitgerekend tegen de twee R.K. clubs
in onze afdeling 8 winstpunten behaald met een totaal score van 18—3! Met de hand op het hart: die overigens
wel opvallende resultaten hebben niets te maken met Wim Sonneveld, Mies Bouwman, pappa Xavier of de redactie
van de Nieuwe Linie. Het is maar, dat er geen vragen gesteld behoeven te worden in een of andere gemeenteraad.
Laten wij nu eens tegen elkaar zetten de eindstand van de competitie Eerste Klasse A 1963-1964 en de resultaten,
die wij tegen onze tegenstanders behaalden:
Het verloop was dus wel weer zeer grillig. En als bijna steeds dat is toch buitengewoon opmerkelijk boekten wij
zeer slechte resultaten tegen de club die ten slotte degradeerde. Dat was zelfs in ons promotiejaar het geval tegen Her
cules. En nu eindigden die onschuldige bloedjes van het eerste elftal dan toch nog op de tweede plaats, alsof ze ons niet
de helft van het seizoen de zenuwen hadden bezorgd.
En nu ga ik eerst naar de kast om de bruine kruik te voorschijn te halen, een borrel in te schenken en mijzelf toe te
klinken. Want tien jaar geleden schreef ik in deze zelfde rubriek na het invoeren van het betaalde voetbal: „En nu
kan het best gebeuren dat een zich „restlos" achter de vaan van het amateurisme scharend A.F.C., met haar sterke aan
trekkingskracht op Amsterdam-Zuid, in een zuivere amateurcompetitie een nieuwe periode van bloei en groei tegemoet
gaat." O zó. Wij beleven een bloeiperiode als nooit tevoren. Wij zijn nu doorgedrongen tot de top van het amateurvoetbal
in Nederland. Het eerste speelt in de eerste klasse, het tweede gaat naar de reserve eerste klasse, het vierde promoveert
naar de K.N.V.B. en de junioren één spelen in de regionale jeugdcompetitie. Nu nog het derde elftal naar de reserve
tweede klasse en wij hebben voor onze topelftallen een indeling die puntgaaf kan worden genoemd.
Nieuw record: De veertien senior-elftallen hebben dit seizoen meer dan 1000 doelpunten gemaakt, dat is meer dan 70
per elftal. Als Wim Staats nu zijn zin krijgt en de buitenspelregel wordt opgeheven dan moet Chris Schroder maar zo'n
nieuwerwetse elektronische rekenmachine kopen, want anders kan hij de scores niet bijhouden. Nieuw record: Tot nog toe
(15 mei) zijn acht elftallen kampioen geworden en er volgen nog meer. Sommige kampioenschappen werden ongeslagen
behaald, sommige met een verschil van meer dan 100 doelpunten.
7