Jan Steensma wil hem iedereen wel omdoen_> 71 85 67 Dat witmoet iedereen aantrekken Onschuld ROOD - ZWART - WIT hun werknemers en in de derde plaats is voetbal niet de enige passieve recreatie. Het bedrijf dat in een provinciestad om die redenen de semi-profclub gaat finan cieren, kan moeilijk neen zeggen als de plaatselijke bioscoop dan om hulp komt aankloppen. Voor de stedelijke overheid liggen de kaarten anders tenminste in de provin cie. Niet in Amsterdam, want al maken wij ons nu verschrikkelijk druk over voetbal: zó n grote rol speelt voetbal in Amsterdam niet. Men moet uitgooiers als Holland-Oostenrijk of DAV.S.-G.V.A.V. niet als basis nemen, maar de gemiddelde zon dag. Dit seizoen speelden gemiddeld per zondag in onze stad twee semi-profclubs en drie amateur eerste klassers. Laten wij het gemiddelde bezoek op 20.000 stel len en het bezoek aan alle andere wed strijden van hoog tot laag ook op 20.000. Dat wil dan zeggen, dat in een stad van 860.000 inwoners 40.000 mensen zondags naar voetbal kijken of minder dan vijf procent. Dat is nu echt niet om met ton nen guldens te gaan exerceren. Maar in de provincie liggen de verhou dingen heel anders daar speelt voetbal een veel grotere rol bij de passieve recrea tie en bij de leefbaarheid van de streek. Sportclub Enschede—D.W.S. trok 27.000 toeschouwers. Dat is natuurlijk ook wel een uitgooier maar wie des zondags wel eens in de provincie komt, weet dat het stadsbeeld daar door de grote thuiswed strijd veel sterker beheerst wordt dan in Amsterdam en Den Haag het geval is. En zo kunnen wij ons echt wel indenken, dat een stad als Enschede een op zichzelf kerngezonde vereniging als „Sportclub" financieel te hulp komt. Een belangrijk gedeelte krijgt de Gemeente automatisch terug in de vorm van vermakelijkheids belasting en de middenstand spint er zijde bij. De vraag rijst nu, waarheen deze ont wikkeling ons tenslotte brengen zal. Wij menen, dat het volgende gaat gebeuren: (1) Een verder uiteengaan van semi-prof- sectie en amateursectie. Dit lijkt ons een voordeel. Het klinkt als een para dox, maar wij zijn er van overtuigd, dat beide secties elkaar beter zullen begrijpen als zij verder van elkaar af staan. Het „nauwe" contact van tegen woordig heeft geleid tot gepingel over de transferbedragen en geharrewar over de vraag in welke klasse van de amateursectie de eerste elftallen van gestrande semi-profclubs mogen spelen. Een en ander mist bepaald allure. (2) Een „tussen wal en schip" vallen van zwak staande semi-profclubs. De Ge meentebesturen zullen evenmin als het bedrijfsleven goed geld naar kwaad geld gaan gooien. (3) Een wellicht versnelde uitgroei naar het full-professionalisme. Het zal ook voor de leiders van de amateurverenigingen zaak zijn, de ont wikkeling met grote aandacht te volgen. J. H. WIJNAND 10

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1964 | | pagina 10