Mixed pickles BequnstiGinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Cricket T7en der grootste aantrekkelijkheden van de prachtige cricketsport is m.i. dat de speler zelf een prachtseizoen achter de rug kan hebben ook als zijn ploeg faalde. Dat heb je bij voetbal niet. Als een elftal degradeert dan kunnen de spelers eigenlijk nooit op een echt geslaagd seizoen terugzien. Maar bij cricket is dat anders en dat wordt weer eens heel duide lijk geïllustreerd door het prachtige cijfermateriaal, dat de onvolprezen Brinio Kleefstra ook ditmaal vergaarde en in „Cricket publiceerde. Die jaarcijfers, traditioneel gepubliceerd onder de kop „batting- en bowlinggemiddelden en fieldingprestaties' zijn iedere winter een uiterst boeiende lectuur voor iedere cricket-,.fan". Kleefstra legt - terecht - hoge maatstaven aan voor hij een speler de eer waardig keurt om in zijn lijsten te worden opgenomen. Men moet dan (1) zes of meer innings hebben gespeeld en een gemiddelde hebben van 12 of meer, (2) honderd of meer runs hebben gemaakt, (3) 15 of meer wickets hebben genomen, (4) vijf of meer „slachtoffers" hebben gemaakt als fielder of als wicketkeeper. Wie dus op die lijsten voorkomt, kent wel iets van cricket. Hoe staan de A.C.C.-ers genoteerd op de 1963-lijsten van onze Hollandse „Wisden"? Wel - en nu komt het beste bewijs voor wat ik in de aanhef schreef A. R. de Haan is kampioen van de batsmen in de Tweede Klasse A, terwijl A.O.C. II degradeerde! De batsmen van ons tweede staan in een ranglijst van 42 batsmen als volgt geklasseerd: 1) A. R. de Haan (6) J. Bregman (18) L. v. Kranendonk (22) D. de Baare (28) J. Nefkens (37) F. Pil (39) F. Woudstra Bij de bowlerij komen de spelers van A.C.C. II er heel wat slechter af. Maar tja, per saldo is A.C.C. II gedegra deerd! Van de 22 bowlers die in 2 A worden vermeld komen wij maar drie A.C.C.-ers tegen: Frans Woudstra op de veertiende plaats (30 wickets voor 367 runs, gemiddeld 12.33), W. Hendriksen op de negentiende plaats (26 wickets voor 386 runs. gemiddeld 14.85) en H. Schooneveldt sluit de rij der prominenten met 16 wickets voor 395 runs, gemiddeld 24 69 Bij de fielders neemt Max de Bruin een zeer eervolle derde plaats in met 16 slachtoffers! Nr 1 W Janssen van Quick Nijmegen velde 19 tegenstanders en B. Boskstart (Quick Den Haag II) 18. De derde plaats van Max de Bruin met 16 is dus inderdaad fraai. Verder komen in de boeken voor R. Dukker met 6 vangen en J. C. Lapierre met 5 vangen. Het eerste ocnmecrd" "'J "aar "onsterfIiiken" van Ac-C. 1 °P de battinglijst (50 namen) staan zij als volgt 6) H. Rikse 7) J. Milner (16) H. J. v. Weelde (33) R. [anssen (49) R. v. d. Maas Helaas - géén naam van deze spelers staat in de lijst vet gedijukt en dat wil dus zeggen, dat géén A.C.C.-er in 1963 in het Nederlandse F.lftal uitkwam. De bowlinglijst van Eerste klasse A bevat 27 namen. De vier A.C.C.-ers, die er op voor komen, nemen de volgende plaatsen in: Runs Wickets Gemiddelde (10) R. v. d. Maas 424 32 13.25 (16) H. Klinkhamer 466 28 16.64 (25) A. Oostra 377 17 23.18 (27) H. J. van Weelde 553 20 27.65 Dat is niet zo daverend, maar deze lijst steekt voor ons nog gunstig af bij de lijst van de fielders. Hierop staan 47 spelers. De beste A.C.C.-ers staan op de 17e en 22e plaats, dat zijn Rudi Janssen en Milner met 8 vangen Verder zien we nog vermeld Hans Dukker en Henk van Weelde met 6 vangen. Dit is echt niet om over naar huis te schrijven vooral niet als we kijken naar de resultaten van de topfielders-1963. Nummer één, M. F. Slingenberg van de tweede Haagse (alwéér dus een speler van een degraderende ploeg, die individueel „Kampioen" werd!) maakte 46 slachtoffers- caught 35, stumped II. Meer dan vier hele elftallen opruimen in een competitie van acht elftallen is een zeer knappe prestatie. Robbie Colthoff van de Haagse één velde 29 opponenten (caught 18. stumped 11) en Schoonheim van VOC veroverde 21 scalpen (caught 12, stumped 9). Ill en IV In de 2e klas E werd geen enkele A.C.C. lll-batsman geklasseerd. Op de bowling-lijst zien wij als nr. 8 van de 10 J. Frankfort die 17 wickets nam voor 171 runs. dat is dus een gemiddelde van 10.06. Bij de fielders staat H. Brinker op de derde plaats met 6 vangen. Een eervolle derde plaats, want nummer één (I>. Cats van Haarlem II) kreeg 10 tegenstanders uit (caught 8, stumped 2) en S. R. de Wijn van Rood en Wit IV boekte 7 vangen, [an Prent komt als tweede A.C.C.. III speler op de fielders-hjst van de tweede klasse E (in totaal 11 namen) voor met vijf catches. derde klasse B - waarin A.C.C. IV was ingedeeld - hebben 12 batsmen aan de eisen van Kleefstra voldaan om op zijn lijsten een plaats te veroveren. Een kwart daarvan zijn spelers van ons vierde en dat is dus helemaal niet gek. Runs Innings not out hoogste serie Gemiddelde 203 7 4 63* 67.67 179 7 61 25.57 116 7 47 16.57 174 13 2 47 15.82 100 8 1 35 14.29 fi2 6 1 34* 12.40 122 10 -,'t 199(1 Runs Innings not out hoogste serie Gemiddelde 301 '2 1 75 27.36 284 12 1 58 25.82 305 17 3 52 21.79 241 16 1 55 16.07 150 16 4 22 12.50 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1964 | | pagina 9