lesi^tdanan^
JAMES MEYER
De wrake was niet zoef)
TELEFOON 721833
APOLLOLAAN 109
Prospectus wordt U gaarne op aanvraag toegezonden
Een gezellig drankje
en een verzorgde maaltijd
gebruikt U het beste in
uw eigen sociëteit
poolt allen mee, het is voor a.p.c.
tijd niet zó leuk meer vond.een grijs -
rode mist trok mij voor de ogen, wan
kelend en wenend begaf ik mij naar de
vestiaire, terwijl Joop's schrille, honende
lach de veters uit mijn schoenen deed
springen. Hoe ik thuiskwam is nog on
bekend.
De „getrouwen" van het tiende rea
geerden echter snel. Vier van de meest
louche trawanten werden tot lijfwacht
aangesteld: Eddy „Kopstoot" de Boer
Kiekiek, bekend van radio en t.v.-Marius
v. Wetering „de Beul", schrik van alle
voorhoedespelers der res. vierde klas
A.V.B.-„Stilletto Lorre" in beter dagen
bekend als Pim Been, handelaar in pape
gaaien en tenslotte „Wild Bobby" Hast-
man, berucht om zijn kuur met klink
nagels a la meunière. De heren, die er
nu nog trek in hebben om mij anders
dan met de pen aan te pakken, worden
door deze jongens geheel belangeloos ter
zijde gestaan bij het zoeken naar een
definitieve verblijfplaats.
Rest mij een eerbiedige buiging voor
de grootmoedigen, die zich vrijwel recht
streeks hebben gewend tot de kern van
mijn artikel: het AROL-toernooi. Bij
voldoende plaatsruimte hoop ik hen in
de volgende Schakel te antwoorden.
Tenslotte dank aan de heer Holtzappel
voor de geestige, breedvoerige manier,
waarop hij mij reklasseerde. De Hoofd-
redakteur bepaalde, dat Uw woord in
déze kwestie het enige en dus ook het
laatste zou zijn. Die zure (holtz)appel
diende ik, zij het onder protest, slechts
door te bijten.
De Aroldiscussie is een nieuwe fase
ingegaan. Laat ons hopen, dat de organi
satoren uit deze gedachtenwisseling iets
bruikbaars voor het komende toernooi
zullen kunnen distilleren.
Het doel zal eerst dan de middelen
geheiligd hebben!
TOON VAN TIEN
Naschrift: Jan Steensma ben ik dank
baar voor zijn redaktiebeleid. Het weige
ren van mijn kopij zou hem in be
paalde kring volledig gerehabiliteerd
hebben. Als juist man op de juiste plaats
typeert het hem, dat hij „fair play"
boven eigen populariteit stelt. Daarover
zijn veel clubgenoten het gelukkig wèl
met mij eens.
(verschijnt eveneens in De H.F.C.'er)
„Hoe krijgen jullie 't in je hoofd
„om A.F.C. te kloppen.
„Al waar 'k intens in heb geloofd
„in een slag naar de knoppen.
„Hoe krijgen jullie 't in je knar
„mijn A.F.C. te vloeren.
„Om kampioenen voor je kar
„te spannen en te moeren".
Zo roerde Le Marché de trom
in het oktobernummer
van d' H.F.C.'er, en wel (stom!)
als een zeer boze drummer.
Diens bekkenslag besloot toen met:
REVANCHE AAN SPANJAARDSLAAN!
Ook vorig jaar hadden de Reds
dit frank en vrij gedaan).
O Ha!- en Ah-F.C.'ers, hoe
red ik nu mijn gezicht.
Door die. van Ha! voel ik mij moe
en ook wat opgelicht
Door die van Ah, vergeef het mij,
thans meer dan ooit geremd.
Dit is toch logisch, immers zij
zetten mij in mijn hemd.
De wrake die zo zoet zou zijn
zoals ik destijds meende
smaakt mij zo zuur nu als azijn
en.... bitter, want ik weende.
Wat moft h ij doen, wat moet h ij doen,
die in zijn hemd zó staat.
Watf, wachten op een nieuw seizoen?
Ach, dat schenkt thans geen baat.
Eén troost bij alle narigheid.
Als 'k nu vrijuit ga joelen,
jongens, je best doen allebei,
krijg 'k vast geen scheve sm.
En doe je best, want zie de stand
gij enige „F.C.'ers"
(in A althans), niet florissant
voor spelers van zeer oude trant,
those very good old players.
B. S. LE MARCHé
l) Dit n.a.v. mijn rijm
„De wrake zij zoet" opgenomen in
De H.F.C.'er van oktober 1963, pag. 12.
R. H. Rozenbroek echtgenoten