Quo Vadis
öRukkepij
joh. meijeR
I
KEUKEN
BequnstiGinQ van onze aöveRteeRöens, houöt öe schakel in stanö
'liarlie gaat ons verlaten. Van zijn arti-
N-* kelen zullen we echter kunnen blij
ven genieten, zoals hij zelf elders in dit
blad belooft. Charlie gaat in Zuid-
kfrika wonen en werken en wij A.F.C.-ers
wensen hem daarbij van harte veel suc
ces. Voor Uw redacteur en zijn leeftijd
genoten komen er veel herinneringen aan
Kakie's optreden in de elftallen boven.
Een handig voetballer met veel spelin
zicht was hij. Aan de andere kant miste
hij iets, ik zou niet precies weten te zeg
gen wat, waardoor hij de hoge voetbal-
toppen net niet heeft kunnen bereiken.
Enfin, Kakie vertrekt met zijn Ada.
Maar de wereld is inderdaad klein en we
zullen ze wel eens weer zien op een keer.
Zoals gezegd blijft Karei schrijven en
dat is goed, want steeds waren zijn arti
kelen lezenswaardig en bevatte ze denk
stof. Op zijn stuk over een eventueel
nieuw gezicht voor ons aloude A.R.O.L.-
tournooi kwamen vele reacties. Jo
Wijnand roert de zaak in de M.P. aan
en hierna laat ik gaarne stukjes van de
hand van de heren Schmeink en Sinot
volgen. Het Bestuur reageert hier niet
schriftelijk, maar zal dit ongetwijfeld t.z.t.
metterdaad doen.
Ada en Karei nogmaals veel succes. Al
lereerst een voorspoedige overtocht en
dan weer tot ziens.
J. T. S.
P.S. Ook in de hiervolgende artikelen
zitten zwakke en sterke punten, die om
commentaar schreeuwen. Wellicht kan in
een der volgende Schakels hierop weer
worden teruggekomen. Het is n.m.m. een
zaak van gewicht. Ruimtegebrek noopt
mij het deze keer hierbij te laten.
„Er zijn dingen die ik wel schrijf, maar
die ik niet hardop zou zeggen"
(Leautaud).
Quo Vadis-Charlie zal menige A.F.C.-er
hebben aangespoord tot denken over wel
en wee van het A.R.O.L.-tournooi. Ge
ëmotioneerd begeeft hij zich op weg naar
ons aller heilig huisje en zoals wij kun
nen lezen was zijn pad niet zonder door
Kanaalstraat 132 - Amsterdam
Telefoon 8 07 1 0
In het tweede gedeelte van zijn betoog
wenst Charlie te komen tot de kern der
A.R.O.L. problematiek. Dat hij zich daar
bij bedient van Elsevier's Weekblad is
een kwestie van smaak, terwijl over een
retorische vraag als: „Speel je liever in
een stadion met een duizendkoppig pu
bliek of op een ver veld enz." niet valt
te twisten zonder in de journalistiek van
Lou de Palingboer te vervallen. Laten
wij ons dus beperken tot het doel en
niet tot de middelen.
Naar onze mening leeft Charlie, met
zijn opvatting over de mogelijkheden van
de eer t.a.v. het huidige amateurvoetbal,
nog in de hof van Eden ofwel nog in de
tijd voor de invoer van het beroepsvoet
bal. De betaling van voetbal heeft niet
alleen geleid tot een verdeling van de
beoefenaars, ook de voetbaleer is aan een
splitsing niet ontkomen. De hoogste eer
van het betaalde voetbal bestaat uit het
goede kontrakt, de vette premie. De (bij
na) hoogste eer van het amateurvoetbal
is kampioen worden van een eerste klas
afdeling op een veld met iets meer dan
300 toeschouwers. (A.F.C.—O.S.V.). De
meeste A.F.C.-ers zullen deze cynismen
niet vreemd of overdreven vinden. Toch
bestaat er een grote groep aanhangers
van het amateurisme, die niet willen er
kennen dat er een plafond bestaat voor
de mogelijkheden van het amateurvoetbal
1963, wanneer het afgeladen tribunes, re-
kord recettes en „eervolle" krantenkop
pen over zeven kolommen, betreft.
Door de voortdurende daling van de
publieke belangstelling voor amateurvoet
bal is de invloed van de eer, van een
aanvankelijk kwantitatieve, nu meer een
kwalitatieve aangelegenheid geworden.
De intensiteit van haar invloed op de
ambities van de spelers in de hogere elf
tallen zal niet geringer zijn. doch op een
andere manier tot stand komen. Op de
A.F.C.-Olympus zal men, binnen de mo
gelijkheden mèt de middelen van het
amateurisme, zeker levensserum voor de
A.R.O.L. weten samen te stellen.
Een, met voorbijgaan van de tradities,
tot iedere prijs sensationeel A.R.O.L.-
tournooi met tamboer majoors, drum
bands, taptoe's en de „amateurs" van
Ajax en BlauwwitDat de Goden ons
bijstaan!
TOON VAN TIEN.
Het commentaar over de A.R.O.L.-uit
slagen, die Karei moest lezen in de kleinst
denkbare letter, die de zetter ter beschik
king had is een hard gelag. Vroeger ston
den de verslagen met koeie-letters in de
kranten. Tegenwoordig moet je zes bril
len op zetten om te ontdekken waar ze
nu vermeld staan.
In wezen, Charlie, zijn we 5e klasser
geworden ten opzichte van de profs. Ook
het voetbal publiek voelt dit zo aan.
Ad punt 1. Is het niet juist, dat de
openingsdag van het A.R.O.L.-tournooi
gelijk valt met de eerste competitiedag
van het betaalde voetbal?
Eerder beginnen? Hebben dan niet
vele mensen vakantie? Zo ja, dan kan
gebr. plieger
Heerlen, amsterdam
geen club zijn beste elftal samenstellen.
Het is tenslotte voor de clubs een soort
generale.
Ad punt 2. Als leek ben ik het volko
men met je eens. Zonder meer Ajax e.a.
uitnodigen, indien men daartoe bereid
is. Dit geldt dan zowel voor ons bestuur
en voor de clubs. Ajax 1 staat een heel
eind qua spelpeil van ons af, maar het
eerste amateur-team niet.
Het is toch ook zo Charlie, als iemand
een rijke familie kent en waar men wel
eens thuis komt, je deze niet als vaste
vriendenkring zal willen hebben. Ze zul
len het fantastisch leuk vinden als je op
bezoek komt en dit ook wel echt menen.
Maar de keerzijde is, dat je mensen, die
je als vrienden kiest ook weieens wilt
inviteren. Men wordt zelf overladen met
de heerlijkste en duurste spijzen en dran
ken, die te denken zijn, maar dit te reci
proceren valt lang niet altijd mee. Een
enkele keer gaat dat wel, maar op den
duur zal het niet meevallen en gaat het
boven je financiële petje. Dus ergens
wrikt dit.
Maar nu heeft deze rijke familie een
zoon, die graag op eigen benen rondgaat.
Minder rijk, minder luxe. Bezoek tegen
bezoek zal naar mijn bescheiden mening
beter gaan, dus inplaats van Ajax 1
Ajax III uitnodigen.
Ad punt 3. Dit kan volgens mij niet.
Het uitnodigen van buitenlandse clubs
is duur. Het onderbrengen bij leden zal
wel gaan, maar de financiële zijde zal zor
gen baren. Of één keer proberen?
Ad punt 4. Grandioos en van fantasie
getuigend idee. Maar waar komt men
voor. Voor de ballon of de voetbal.
Wordt het eerste een succes en het voet
bal minder; de volgende keer staat het
A.R.O.L.-tournooi weer voor de deur en
dan zal men wellicht vragen: „Komt de
ballon ook weer".
Ad punt 5. Moeilijk te verwezenlijken.
Sportjournalisten zijn opportunisten. Gaat
het goed dan ben je goud, gaat het min
der dan volgt verguizing en gramschap.
Uiteraard de meer filosofische sportver
slaggever uitgezonderd, maar hebben wij
die?
Neen, Charlie, volgens mij moeten we
persoonlijk blijven. Doen zoals wij het
goedachten. Wij zijn pur sang amateurs
en moeten de consequenties hiervan vol
ledig aanvaarden.
Drie punten zijn belangrijk.
Jouw punt twee doorvoeren, goed voet
ballen en meer reklame. Want dit laat
ste doet verkopen. Maar dan reklame
langs psychologische weg. Misschien
hebben we zo iemand in ons midden.
Deze reklame-taktiek staat allemaal keu
rig beschreven in „Hidden Persuaders".
SINOT.