öRukkeRij
Saté
joh. meijeR
kAnaalstpaat 132
amsteRöam
teL. 80710
alle öRukweRken
DE SELL
KEUKEN
poolt Allen mee het is voor A.f.c.
§w s
jVTamens de jongens, wier beeltenis u op
■*-deze pagina aantreft, wil ik u thans
verzoeken deze „Schakel" op tafel te leg
gen; op te staan en met al uw huisgenoten
één strofe van ons clublied te zingen. Doet
u het vooral pittig en besluit uw samen
zang met een driewerf hiep-hiep-hoi! Bij
„hoi" gooit u met een fors gebaar uw
rechterarm de lucht in. U kunt nu weer
gaan zitten. Wij danken u.
Ik neem aan dat u begrepen zult heb
ben waarom ik u tot al deze bewegingen
heb aangezet. Inderdaad, het zaterdag
middagelftal is ongeslagen kampioen ge
worden van de le klas A.V.B.! Wanneer
ik u dan verzoek uw aandacht volledig op
de foto te concentreren.en u bekijkt deze
jongens goed, dan zult 11 zeggen: „geen
wonder, dit is een behoorlijk elftalletje".
En zo is het. Aanschouw ze andermaal,
deze Eusebio's van het zaterdag-voetbal.
Wat valt u op? „Zijn het onze jongens
wel", zult u vragen, „ik dacht dat A.F.C.
in het rood zwart speelde". Haha wat
een simpele van geest bent u. De foto
werd gemaakt na afloop van de zeer be
langrijke wedstrijd tegen de Brandweer.
Hier glinstert de geniale tactiek van aan
voerder Reinier Akkerman in al haar
facetten. Door in het wit te spelen gooide
Akkie plan 4 van ons rijke arsenaal aan
tactische manoeuvres op tafel, namelijk:
camouflage!!! Wat valt u nog meer op
en dit keer graag een meer verantwoorde
opmerking alsublieft. „Dat dikke man
netje in civiel met die bos ruikers in zijn
handen. Wie is dat en wat doet hij daar?"
Zo mogen wij het graag horen; dit is een
terzake kundige opmerking.
Veel, heel veel heeft Saté te danken aan
deze man, Elek Kohier. Niet alleen zijn
voornaam heeft hij gemeen met onze
nationale coach maar ook zijn voortreffe
lijk inzicht. Vergezeld van zijn zoon Jac
ques Kohier jr. was hij vooral in uitwed
strijden onmisbaar voor ons. In de vlakke,
eenzame polders waren zij het die met
hun vlijmscherpe kritiek uw Saté opjoegen
naar woeste hoogtes. Daarom heeft dat
dikke mannetje nu een bos ruikers in zijn
handen.
Goed, van de foto terug naar de feiten
die het kampioenschap effectief maakten.
Na de helse overwintering klauterden uw
jongens ongeschonden uit hun holen met
een strakke overwinning op het sterke
D.W.V. 1—0. Met een gehavend team
werd de week daarop Watergraafsmeer
naar een 8—3 nederlaag gespeeld. Zeven
dagen later kwam Brandweer, runner-up
voor de titel op visite en werd mede
dankzij ettelijke fijne kneepjes, runner-af.
Deze belangrijke match behoeft zeker na
der commentaar.
Bij mijn weten heb ik „de Schakel"
nooit misbruikt voor persoonlijke grieven.
Het is dan deze keer, wel zeer ongelukkig
juist bij het behalen van het kampioen
schap, dat ik een bepaalde instantie wens
te beschuldigen. Wat is namelijk het ge
val?
Zoals u ook uit het wekelijks bulletin
vernomen zult hebben, zou J.O.S. onze
tegenstander zijn, waarop het kampioen
schap veroverd zou kunnen worden. Zo'n
wedstrijd behoeft zorgvuldige voorberei
ding, hetgeen ook uit de aankondiging
heeft mogen blijken. Elek vertrok met z'n
jongens naar Ameland om in absolute
retraite te gaan. Door werkzaamheden
was ondergetekende verhinderd hierbij
aanwezig te zijn. Om toch bij te blijven
kreeg ik van onze coach de uitdrukkelijke
opdracht thuis op mijn scherpste wapen te
oefenen, namelijk „het overstappie". Elke
avond voor het naar bed gaan moest ik
10 overstappies doen. Het spel van J.O.S.
was in de uitwedstrijd volledig geanaly
seerd en via enkele positie-tekeningen
deed ik mijn plicht voor de spiegel. Van
uit het bed kontroleerde mijn vrouw mijn
bewegingen en dat zij ook alle begrip had
voor de belangrijkheid van dit wapen
bleek verschillende malen, wanneer ik na
negen keer met een snelle sprong de
mand probeerde te bereiken. Resoluut
wees zij mij terug om geheel aan de op
dracht te voldoen. U zult begrijpen dat ik
de schok van mijn leven kreeg toen ik
10 minuten voor de aanvang van de wed
strijd te horen kreeg, dat niet J.O.S. ons
partij zou geven maar de Brandweer. De
programmeur van de A.V.B. gooide met
één pennestreek mijn intense voorberei
ding in de hoek. Kunt u zich voorstellen
hoe ik mij voelde toen ik oog in oog
stond met de Brandweer-mannen? Met de
moed der wanhoop heb ik er toch nog
een twee-tal overstappen tegen aange
gooid, dat vanzelfsprekend jammerlijk
mislukte. Hoongelach werd mijn deel. Ik
meende zelfs aan de lijn een paar mensen
te zien, die veelbetekenend op hun voor
hoofd tikten. Laat het bovenstaande dan,
zo verzoek ik u, enigszins een rechtvaardi
ging zijn voor mijn desbetreffende acties.
Heel dringend verzoek ik de heren van
gebr. plieger
heerlen, amsterdam
de A.V.B. in den vervolge te denken aan
de gevolgen van hun beslissingen. De
wedstrijd zelf. Ak verloor de toss en we
kregen een geladen Brandweer vergezeld
door een complete storm tegenover ons.
In een hoek van 45° leunden we tegen de
orkaan en beloerden ondertussen de ver
richtingen van de Brandweer-lieden.
Voortgezweept door metershoge golven
beukten zij de veste van Bertus van
Maanen. Deze gaf geen krimp en mocht
er een bres geslagen worden in de achter
hoede, hij stond daar als de bekende rots
in de evenzo bekende branding. Gerrie
Smit bevestigde het raadselachtige in de
Saté door plotseling, na prachtig aange
ven van Elky Pais, ons op 1—0 te zetten.
Zelfs bij een gelijkspel zou de wimpel in
top gaan, zodat een warm feestelijk ge
voel bezit van ons nam. Even later gaf
een Brandweer-voorwaarts zo'n verschrik
kelijke loei, dat zelfs Bertus dit te gortig
vond. Met 1—1 dus gingen we rusten en
onderweg naar de kleedkamers kon men
reeds horen mompelen: „direct stoi.n
mee kat in het bakkie".
Ook de vuurbevechters verstonden de
stunt om tegen de storm in te scoren:
1—2, waardoor de betreffende kat zich
ging ontpoppen als een kater. Ongerust
waren wij echter niet en allengs kwam het
spel vaster in onze handen te liggen. El-
kan zette prachtig door en liet de gelijk
maker aantekenen; Wim v. d. Hurk be
nutte feilloos een strafschop en Daan
l'erton liet tegen het einde van de wed
strijd een zeer vreemde bal los, die via
de cornervlag caramboleerde tot doel
punt. De eindstand was hiermede bepaald
op 4—2 en de foto werd gemaakt.
De laatste wedstrijd van het seizoen
mochten we dan aantreden tegen J.O.S.,
een match die wij eenvoudig en zonder
franje naar een overwinning speelden,
2-0.
Een kort maar krachtig seizoen, met
een moyenne, dat ongetwijfeld de gele
trui om onze schouders zal doen bollen.
(Jan, graag nog een keer het lijstje
kan een ieglijk zien that it is the whole
truth and nothing but
Dank zijn wij verschuldigd aan Bestuur
en leiders, die ons het grote genoegen
verschaften als eerste elftal kampioen te
worden op ons nieuwe complex „Goed
Genoeg".
Wij hopen, dat wij van onze kant deze
twee woorden een juiste inhoud hebben
gegeven.
CHARLIE.
(Niks lijstje. Wat heet gehavend team
tegen Watergraafsmeer, als ik daar per
soonlijk de ntiddenvoorrol in vertolk?
Red.)