BequnstiGinq van onze adveRteepdecs, houdt öe schakel in stand
T. I Toen kwamen sprekers zonder tal
En praeses Kappelhoff
Beantwoordde met veel talent,
Henk, jonge, alle lof.
P. I De Klok offreerde Jaap van Nek,
En om het oor te strelen
Moest Jaap zijn slotzin zeggen gaan,
Wanneer de gong ging spelen.
T. II Maar of de klok nu achter liep.
Of dat hij plots verstomde
Nou ja, klok is toch vrouwelijk,
'k Weet wel dat ze 't verdomde.
1'. II Een Welpje, 't was kleine Tim,
Kwam ook met een present
Maar onze kleine man
Was bij de voorzitter bekend.
Op 't oude veld heeft Timmetje
De voorzitter, 't is echt
Na een kleine schermutseling,
Een lelijk woord gezegd.
T. I Cees Bouwens captain van ploeg één.
Kwam met een pracht geschenk
Een ongeslagen team,
Het kwam door 't drammen naar ik denk.
P. I En wat heeft Bouwens fijn gespeechd,
Ik mag hem gaarne horen
T. II Daar kan de kerel niets aan doen,
Daar is hij mee geboren.
P. II Ook Rokus was van de partij,
Hij offreerde een acht
Hij heeft het aantal punten,
In 'n banketletter gebracht.
T. II Nu is 't genoeg met namen noemen,
Dan wordt de wens maar saai en tam
Eén uitzond'ring wil ik nog maken,
Want ieder weet honneur au damm'
Want Jopie v. d. Valk heeft keurig
't Geschenk der dames geoffreerd.
Ze heeft almachtig goed gesproken
En het bestuur was erg vereerd.
P. II Toen was 't gedeelte afgesloten,
Wat men gemeen noemt officieel,
Toen kwam Cor Peperzeel in actie
En hij deed het weer or'gineel.
T. I Het is voor alle A.F.C.-ers,
Een ongelooflijk heerlijk feest
Waar de komiek Wim v. d. Marei,
Weer heerlijk lollig is geweest.
P. I En al die knal feestelijkheden,
Vatten we samen in een lied
Er was een ongekende vreugde,
Gij feestvierders vergeet dat niet.
T. II Aafcee wordt in refrein bezongen.
Maar dochters doe gerust maar mee
Je kunt het: A.F.C.
Vervangen in A.C.C. of A.B.C.
P. II Allons enfants vooruit, daar gaat ie,
Hou maar je borreltje gereed
Maar je moet naar de woorden luist'ren,
Dat zeg ik voor je het vergeet.
A.F.C.-DRINKLIED
Wijze: Pak me nog een keer.
Refrein
A.F.C.-ers drink nog eens een keer,
Drink nog eens een keer,
Drink nog eens een keer,
A.F.C.-ers klink nog eens een keer,
Als je afgeknapt bent kun je het niet meer.
Alle sof en alle pech,
Lieten w'op de wandelweg.
Maar er was een goed idee
Alle glazen gingen mee.
I
Jonge, jonge, wat een wonder
Deed de stichting goed genoeg.
Cricket, honkbal en King Soccer
Hebben saam een eigen kroeg.
Ja, ja, ja
Refrein
II
Onze praeses, vol emotie
Veegde tranen van zijn jas;
Maar de ouwe trouwe garde
Dacht dat het jenever was.
Ja, ja, ja.
Refrein
III
'k Wed dat straks heel Buitenveldert
Het begin van 't clublied kweelt,
Als ons carillon zo daaglijks
Altijd weer die maten speelt.
Ja, ja, ja.
Ik geloof, dat we wel eens eerder een machtig drinklied
hebben gezongen, dat door Jaap a Cohen op tekst werd
gezet. Maar dit werkje sloeg er wel bijzonder goed in.
Intussen valt er op de feestjes een behoorlijk repertoire
A.F.C.-liedjes te brengen.
Kunst, dat de Nellen en de Tommen er zelf dorst van
kregen. Ober Ko kwam dan ook aansnellen om de bestel
lingen aan te reiken. Na deze laving ging het weer verder.
T. 1 Zeg, er was ook een lintjes regen,
De voorzitter Henk Kappelhoff
Werd ere lid voor al zijn werken,
Zeg jonges is ie effe tof.
P. II De grote man achter de schermen
Was wel Gerard van Nigtevegt
Hij rookt bescheidenlijk zijn pijpje,
Maar de promotor was hij echt.
Omdat de goeie beste knul,
Reeds alles had wat hij begeert
Werd hem twee mooie gouden manchetknopen
geoffreerd.
T. II Er kwamen leden van verdienste;
Natuurlijk Cor van Peperzeel
Jan Prent, Daan Roodenburgh, Siem de Boer,
Kregen hier ook hun deel.
P. I Tevens werden nog onderscheiden,
Wim Staats en ook Siem de Waal
Cor Kerker, onze vriend Jan Meyer,
Ze werkten als paarden allemaal.
T. I We stonden daag'lijks in de kranten,
We waren nieuws van 't eerste plan
En ook de leden kwamen stromen
We hebb'n er nu al duizend van.
Allen, die er bij waren geweest, zagen al deze gebeur
tenissen weer aan hun geestesoog voorbijtrekken. In dit kader
en op deze avond kon dit maar kort zijn, want de roes duurt
voort (nog steeds, geloof ik) en zo ook de Wens.
13