Dichterlijke ontmoetingen: 4
I ransport-arbeiders
PLIEGER
KEUKENS
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
Stellig lag het in mijn bedoeling dit
maal tot een gaaf gesprek te komen,
zodat het voor de hand lag dat de
keuze voor een gesprekspartner viel op
de franse cultuurphilosoof Francois-Marie
Volklare, die dan ook in eerste instantie
bereid bleek op mijn uitnodiging in te
gaan. Zelfs de niet te vermijden aanwe
zigheid van Jhr. van Rossunt de Gau-
lin was geregeld door hem als tolk aan
te wijzen. Maar door de onberekenbare
franse politiek stortte niettemin mijn
organisatie ineen. Immers, de franse re
gering en derzelver staatshoofd meende
plotseling aanspraak te kunnen maken
op de streek van Savoye, waardoor een
golf van beroering door het land sloeg.
Hierdoor geïnspireerd schreef Volklare
in één nacht zijn satyrisch treurspel
„Charles, notre Savoye-Gaulle". Het is
zonder meer duidelijk, dat hij ten ge
volge hiervan niet op Goed Genoeg kon
verschijnen want hij werd voortijdig in
de Bastille gesmeten. Bovendien liet ook
de Gaulin het afweten, daar hij zich
herinnerde in de verte nog familie van
de Gaulle te zijn, zodat hij zich solidair
gekwetst verklaarde.
Er moest dus wederom geïmproviseerd
worden en een telefonische uitnodiging
volgde aan de koning van rijm en rhyth-
me: onze landgenoot Dorus Klingelen-
bos! Maar ook hier bleek de redding
niet te liggen, want in alle vriendelijk
heid wees hij de spoedinvitatie van de
hand omdat hij zich ter zake van voet
bal niet competent achtte.
En zo gebeurde het dan, dat ik in
eenzaam verdriet een uitzonderlijke
gebeurtenis zonder gezelschap aan de
ronde tafel verbleef, somber starend in
het schuim van een blad met pilsjes.
Na enige tijd was al het bier ver
schraald en toonde het goudgele vloei
stofoppervlak tot mijn verbazing de
matte beeltenis van een A.F.C.-er. Ik
herkende er Adriaan Willemsz in, die
toen ik verschrikt opkeek wel de
gelijk tegenover mij bleek te zitten. Zijn
bescheidenheid met moeite overwinnend
stelde hij mij een smetteloos papier ter
hand, dat mij wel uit de nood moest
helpen. Niet geheel zonder voldoening
las ik namelijk het volgende gedicht:
„VOETBALLADE"
„Beweging, bal, balance,
Training, trauma, trance.
Huiver:
Zuivere schuiver!
Pit zit.
Massa-hysterie.
Kassa-mysterie".
Ik dronk hem toe, waarbij het mij op
viel, dat ik voor twee dronk. Het zal u
niet verbazen, dat ik naar zijn verza
melde werken vroeg. Hierop haalde hij
een tweede blad papier te voorschijn,
overhandigde het mij en bekende dat ik
nu zijn gehele oeuvre in mijn bezit had.
Uit persoonlijke sympathie had hij een
vers aan mij gewijd en ik las:
„KEEPER"
Hij rotzooit
Klemmend en kleunend.
Soms leunend,
Gekooid.
Voor hem horden
in rood en zweet.
Tot athleten geworden
in leed.
Hijzelf iets gezetter.
Men lost een flodder:
Hij stort zich te pletter
in modder...."
Boordevol diep ongeloof meende ik te
mogen bestrijden, dat dit inderdaad „al
les" was. Behoedzaam keek hij om zich
heen en fluisterde vervolgens zijn grote
geheim. Sinds jaren was hij bezig met
een historisch werk in 17 delen, dat tot
titel zou dragen: „Jhr. van Rossum de
Gaulin, zijn leven, zijn werk". Nadere
specificatie: deel 1 tot en met 16 „zijn
leven", deel 17 „zijn werk". Ik stond op
en wilde hem spontaan gelukwensen,
waarbij ik helaas een glas bier om
stiet. Toen ik onsteld opkeek bleek
Adriaan Willemsz te zijn verdwenen.
Kunt u zich voorstellen, dat ik nogal
in de war was?
AD ONDERDELAT
Naschrift:
Uitgeverij De Ledige Lei te Buiten-
veldert, zoals bekend voornemens de
bundeling dezer opstellen te laten ver
schijnen, zal 25 exemplaren op ge
schept papier drukken, genummerd en
voorzien van de handtekening (in dui
delijke blokletters) van de steller op
het titelblad.
V e moogt mijnentwege nog steeds
veronderstellen, dat een voorzitter
alleen maar hamers, speelkaarten en
glazen heeft op te tillen teneinde de
juiste leiding aan een vereniging te
geven.
Sinds medio december 1962 zijn mijn
gevoelens ten aanzien van een zekere
Kappelhoff in waarde toegenomen.
Mét Cor van Peperzeel belastte hij zich
met het halen van een juniorenbiljart.
U zult de gemeente Zelhem wellicht
niet kennen; nog minder hare randge
meenten. Na anderhalf uur zoeken ge
rekend vanaf Arnhem, vonden zij het.
Daar stond het biljart op de zolder
van een zaak met vergunning.
Dat het helemaal op zolder stond
was slechts mij alleen bekend. Daar
praat je niet over, want anders haalt
niemand het in het hoofd zich vrij
willig voor zulk een klussie aan te bie
den.
Hendrik en Cornelis veronderstelden
dat iemand dat ding in de stationcar
zou tillen en dat zij dan, na vriende
lijk bedankt te hebben, zo konden
terugkeren naar Mokum.
Het is helaas anders gegaan. Jam
mer! Het had zo simpel en prettig
kunnen zijn. Nu drukte de stekende
nochtans morele plicht op des voor
zitters schouders, laatstgenoemde li
chaamsdelen „eronder" te zetten.
Het werd een karwei met lichte
kneuzingen tot flinke ontvellingen,
hier en daar afgewisseld door een ge
ring aantal, hoewel forse blaren. Men
moet gewend zijn met de handen te
werken, dat is alles.
Henk moet die dag, althans volgens
Cor van Peperzeel, veel met Onze
Lieve Heer hebben gesproken. Een keer
is het biljart op zijn voet gevallen.
Toen heeft hij iets over ondergeteken
de gezegd. Het had iets met een lang
durig verblijf in een ziekenhuis te ma
ken.
De jeugd mag wel trots zijn op zo
een ijverige, alhoewel soms wat on
handige" praeses. Ondertussen zal het
biljart volledig opgeknapt worden. Wij
hopen dat hetzelfde inmiddels met onze
president is gebeurd. En onze „jongste
kinderen" zullen niet alleen verheugd
en dankbaar kijken naar het biljart,
doch alsnog meer respect betonen, wan
neer zij hun leider van de club ont
moeten.
Inmiddels is nu gebleken, dat A.F.C.
enkele bekwame, in het vak doorknede
transporteurs bezit. En de hekken zijn
van de dam. Reimann, Stok en Kersken
hebben reeds een bod gedaan. Eerst
Reimann, toen ging Stok wat hoger en
tenslotte bood Kersken een aanzienlijk
bedrag voor de twee heren. Desnoods
voor één.
De voorkeur schijnt uit te gaan naar
Kappelhoff; Cor van Peperzeel is nog
wat rauw voor dat werk.
Wat een club, dat A.F.C. toch!! Jon
gens, die vooruit willen.
Of „onderuit". Net zoals u het be
kijkt.
Wint Staats
plastic uitvoering
plaatstalen uitvoering