gandi fllar|hall A.F.C. „uitr De jeugd Dames- en Herenschoenen poolt allen mee, het is voor A.p.c. meer op de keeper te vallen. Een ro buust type, die het dokwerk beslist niet vreemd moest zijn. Een jongen die een kreet kon slaken en als het moest ook nog rauw, dat kon je aan alles zien. Hoe langer we naar hem keken des te meer begon onze overtuiging vaste grond te krijgen. Eèn van ons liep voor alle ze kerheid nog achter het doel om hem ook van achteren te bekijken. Door het net knikte hij ons een dui delijke ja toe. Met dit bewijs in handen begon ook de Meteoor te wankelen. De rechtsback bekeek zijn keeper van onde ren tot boven en vroeg scherp: „deed jij het..?" Eerst weerde hij nog af maai de druk werd te sterk toen ook zijn middenlinie op hem aandrong. Hij riep nog een keer „Iaat los" toen zelfs z'n eigen teamgenoten handtastelijk werden. Bij het horen van zijn stem was het ook de scheidsrechter duidelijk en reso luut wees hij naar het midden. Elkan nam inmiddels de uitgestelde schouder klopjes in ontvangst. Voorwaal een ge val van misleiding, zoals er maar wei nig voorkomen op onze eerbare velden. Tijdens de pauze gaf Jacques Kohier Jr. (met pa onze trouwe supporters) en kele gave karakteristiekjes weg van de prestaties van enkele spelers. Begonnen bij Bertus, onze keeper: „gaat wel" was hij inmiddels van slap tot zeer slap te recht gekomen bij de middenlinie en bij gebrek aan nog meer superlatieven in mineur moest hij het maar opgeven om alle spelers de revue te laten passeren. Tk kon Jacqie geen ongelijk geven, al hoewel hij mij nog niet te grazen had genomen. Daarom werd er in de tweede helft beter ingehapt. De score liep na degelijk schuifwerk op tot 6—1 en het was met deze stand dat we de kleedka mers weer opzochten. Ga zo door Saté en ge zult met de spinazie ook uw titel mogen verorberen. CHARLIE T11 us-.cn het verschijnen van de laatste schakel en nu liggen enige voetbal- loze zondagen, dus zo heel veel is er eigenlijk niet te vertellen over wedstrij den. De A-Junioren-elf tallen gaan over het algemeen vrij aardig: de Al, A2, A3 en A4 wisselen goede met minder goede wedstrijden af. Al en A7 doen heel mis schien nog wel mee in de strijd om de bovenste plaats. Wat de B-Junioren betreft een heel triest geluid: alle elftallen doen het bij zonder slecht. Misschien mag ik een uit zondering maken voor de B-5; van de 9 wedstrijden werden er slechts 2 ver loren en 2 gelijkgespeeld. Naar ik aan neem is u allen genoeg bekend waai de oorzaak van dit falen van de Junio ren ligt. Kwaliteit en kwantiteit kunnen niet samen gaan! Echter mag beslist niet alleen de schuld worden gegeven aan de grote hoeveelheid jongens en het niet-afleggen van een voetbalproef. Door mij worden heel veel wedstrijden gevolgd en wat valt mij altijd opnieuw op? Wat zie ik: lauwe, passieve jongens die beslist vóór zij het veld opkomen, moeten worden opgewonden; zij lopen niet of nauwelijks, zijn bang, nemen als de bal niet in de buurt is, eenvoudig niet aan het spel deel. Wordt een bal door een tegenstander afgenomen, dan zijn ze alleen maar benieuwd wat die er nu wel mee doen gaat en er wordt niet de minste moeite gedaan de bal op nieuw in het bezit te krijgen. Onze jon gens vechten er niet voor. Ze geloven het wel. De meeste buitenspelers hebben nog nooit gehoord van een bal ophalen; heerlijk rustig blijven ze op de lijn staan totdat ze de bal toegespeeld krijgen. Komt die niet, dan hebben ze aan het einde van de wedstrijd „geen bal gehad". Natuurlijk weet ik best dat wij wel vech ters hebben, jongens die wel 2 x drie kwartier voetballen, maar dié jongens bedoel ik ook niet. Ik bedoel die ande ren, die soms zo gezellig een praatje maken met elkaar tijdens de wedstrijd. Over praten gesproken: maar al te vaak zie ik jongens die het niet eens zijn met een beslissing van de scheidsrechter. Dat kan ik best begrijpen, maar bedenk goed dat een scheidsrechter ook maar een mens is, en dus heel goed eens een fout kan maken. De scheidsrechter zegt toch ook niets tegen die middenvoor, die zo juist alleen voor open doel de bal nog naast wist te krijgen? Dus jongens, wij spreken af: mondje dicht en handjes omlaag' Zo, ik heb eens heerlijk gezegd wat mij op het hart lag. Dat lucht op. Van af nu gaan jullie alles geven wat in je zit. Er wordt iedere wedstrijd geknokt voor een goed resultaat. Liever zie ik een jongen die wat min der goed kan voetballen, maar die zich volledig geeft, dan een O zo goede voetballer die het eenvoudigweg niet doet. Straks dus betere resultaten. Je strijdt niet voor jezelf of voor de Jeugdcom missie maar voor jouw elftal, dus voor jouw club de A.F.C. WeBu. T^oen we op het punt stonden ons nieuwe veld te betreden, liep iedere A.F.C.-er rond met de vraag: „Zal het allemaal wel zo gezellig worden als het op het oude veld?" Alhoewel ik deze vraag van het allergrootste belang acht, wil ik het toch over een ander aspect van ons nieuwe veld hebben. „Wat wil A.F.C. uit!" in dit verband nu eigenlijk zeggen? Het slaat op iede re „thuiswedstrijd" van een A.F.C.- elftal op ons nieuwe veld en het is tegelijk de kreet van iedere tegenstan der van A.F.C. Wat betekent in de ere-divisie niet „Volendam-uit!" Ik vraag me af of „A.F.C. uit!" ook een dergelijke geladenheid de afgelopen ja ren voor onze tegenstanders heeft gehad. Dit is geenszins een pleidooi voor elf tallen die alleen „thuis" kunnen win nen. Het is een pleidooi voor iets an ders. Laten we „A.F.C. uit!" ook tot een begrip maken! Fin dan niet dat „gezellige" begrip alleen. Het is stellig waar dat een heleboel A.F.C.-ers veel voor de club doen. Toch is dat maar een kleine kern. Een noodzakelijk kleine kern. We kunnen niet allemaal in het Bestuur, in een Commissie of in het eerste elftal zit ten. Vaak heb ik het gevoel dat die A.F.C.-ers, die niet een of andere func tie bekleden met een gevoel van mach teloosheid de wedstrijden zitten te vol gen. En dat is juist niet nodig' Aan moedigingen, georganiseerde yellen en het bekende „We hebben een „A" etc., zijn nog steeds positieve bijdragen tot de overwinning. Dit zijn psychologisch niet te onderschatten krachten. Een goed spelend elftal met een tribune die slaapt is krachteloos!! Het kweken van het begrip „A.F.C. uit!"' op ons nieuwe veld lijkt me ongelofelijk be langrijk. Het zal het bijwonen van een thuis wedstrijd van A.F.C. inderdaad nog ge zelliger maken; het zal meer kijkers naar ons sportpark brengen; het zal het moreel van onze tegenstanders aantasten en dus: Het percentage „thuis-overwin- ningen" zal vergroot worden! En wie heeft daar bezwaar tegen? Robert E. Duis de italiaanse keuken Imp. gebr. plieger heerlen, amsterdam Speciaal adres voor NIC. LELOUX ZEILSTRAAT 46 TEL. 715356 SCHELDESTRAAT 8 TEL. 713870 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1962 | | pagina 4