Psychologie der standen Schorsingen Wie was De Boele? 10 pooLt allen mee, het is voor a.f.c. angezien dit een Kerstnummer is ben ik de mening toegedaan, dat een serieus stuk wel op zijn plaats is. Het is met enige schroom dat ik U nader om persoonlijk met U een nog maagdelijk terrein te ontginnen. Welk terrein? De aanhef dezes moge misschien voor zich- zelve spreken, ik wil het toch gaarne in eerste instantie nader preciseren. We gaan ons begeven op het terrein van de standen en zullen meteen proberen de essentie hiervan te raken door de vol gende vraag te stellen: „Wat is het doel van de standen en de publikatie hier van?" „.Kijken hoe hoog je staat", mompelt U. Juist. En wat nog meer? „Kijken hoe laag je staat". Dat is weer correct. (Jan, 2 paar nylons voor die dame daar). Ik merk al dat U thuis bent in deze ma terie. Maar hier komt dan de derde vraag. Let op, als U deze mist is alles weg. (Jan, hou ze nog even vast). Wat zegt het U als b.v. het derde op de derde plaats staat, nee.dit is geen strikvraag. „Niets", antwoordt U zacht jes. Aha, daar hebben wij U te pakken. „Niets" is niet goed (Jan. berg ze maar op). Hier hebben we namelijk de kern van de zaak. Een goed psycholoog zou zich likkebaardend in de handen wrijven en U het volgende antwoord geven. In het licht van de ouderdom van de aarde gezien, zouden wij kunnen stellen dat het nog slechts enige dagen gele den was dat onze voorvaderen viervoetig over de aardbol rondsprongen. Wanneer zij toen uit verveling elkaar ginnegap pend met cocosnoten zouden bekoge len, dan zou je reeds olijk over de homo ludens kunnen spreken. Maar wat moes ten zij doen om die cocosnoten te pluk ken? Juist, zij gingen het omhoog zoe ken. Die twee voorste poten gingen van de grond om naar de noten te graaien. I oen ze dit gingen doen begonnen ze op ons te lijken. Zij wilden omhoog. Dit is de kern geachte clubleden. Als U nu de vraag gesteld wordt, wat doet het derde op de derde plaats en U ant woordt „cocosnoten plukken" dan hebt U het niet begrepen. Dan heeft het wei nig zin om met U door te gaan. Wanneer men een stand bekijkt moet men gaan denken in positieve zin, dat betekent: U moet omhoog denken. Stel, je eigen elftal staat op de 10de plaats. Zondag a.s. speel je tegen no. 9. Je staat één punt op die mensen ach ter; je doelgemiddelde is echter stukken beter. Zij hebben het liefst 36 doelpun ten tegen en je eigen keeper heeft er maar 24 laten gaan. Wanneer je zoiets ontdekt moet je al uit je stoel springen, zwaaiend met de standenlijst door het huis rennen en luidkeels om i» voetbal schoenen roepen. Wanneer je dan na de eerste opwinding ontdekt dat het pas vrijdag is en dat je nog even moet wachten alvorens je de 37ste voor je re kening neemt, neem je andermaal de standenlijst ter hand en je studeert ver der. Ook de andere clubs neem je door. Wanneer iemand de televisie aanzet gooi je daar een cocosnoot doorheen. Heb je die niet dan de bijl erin. Al die standen moet U in het hoofd hebben, ook die van Uw andere clubgenoten. Het lijkt mij beslist een onaangename gewaarwording als de heer Kappelhoff U nonchalant de stand van het negende vraagt, dat U slechts beschaamd naar de grond kunt kijken hopeloos trachtend het antwoord te vinden. Zonder hape ren, onze voorzitter recht in de ogen kijkend, moet het eruit komen. Niet al leen de plaats op de ranglijst maar ook het aantal wedstrijden, gewonnen, ver loren etc., de hele mikmak in één adem d'r uit. Dan is hij volledig ingelicht, dat zal hem goed doen. Ik vergis mij beslist niet als hij U zon toevoegen: „IJ bent een goede standwerker.." Aan zo'n opmerking heeft U meer dan al leen maar blozend naar de grond te staren. U hebt kans dat de heer Kap pelhoff U in de gaten houdt. Als er een vacature komt in een sub-commissie denkt hij wellicht aan U. Zo kunt U vooruit komen in onze club. Ik voel aan dat U met een bezwaar komt. Een bezwaar dat ik volledig on derken. U gaat mij vertellen dat U één 1Z rijgt een speler voor het wel of niet opzettelijk schoppen van een tegen stander een schorsing van vier wedstrij den (Rokus Hoogendoorn) en is het dan ook nog winter, dan is het niet uitgesloten, dat deze speler tengevolge van afkeuringen zes, acht of misschien wel tien weken niet kan voetballen. Krijgt daarentegen dezelfde speler voor hetzelfde feit een schorsing van vier wed strijden en is het toevallig april, dan voetbalt deze speler ook precies vier we ken niet! De onbillijkheid lijkt me voor de hand liggen. Het gaat om het straffen van de speler: aantal weken niet voetballen, en niet om het straffen van de vereniging: aantal competitiewedstrijden een speler missen. Oplossing: Schorsingen voor een aantal weken in- plaats van voor een aantal wedstrijden. De invloed van weersomstandigheden is dan gelijk nul. K.N.V.B. aan u het ant- woord. Robert E. Du is (Onderschrift redactie: gaarne hebben we deze mening van Rob aan u voor gelegd. Wij geloven, dat hij voorbij ziet aan het feit, dat een geschorste speler zijn straf niet telt, wanneer zijn medespelers, door afkeuring of een interlandwedstrijd, ook niet spelen). keer in de drie maanden een stand ziet in dit blad. U vindt dit een te smalle basis om op te werken. Ik geef dit on middellijk toe. Er moet iemand in onze club gevonden worden, die de tijd heeft elke week zorg te dragen dat in onze bulletin met het wedstrijdprogram ma eveneens een bijgewerkte standenlijst gaat. Geloof mij, wij allen kunnen goede standwerkers worden en ons mentaal scherpen aan de cijfers. Laten we dan hopen dat het bovenstaande aanleiding moge zijn tot het door ons beoogde resultaat. CHARLIE ~ysrie was de Boele? Wie is het geweest naar wie men in Buitenveldert een laan heeft ge noemd? De naam de Boele werd gedragen door een baljuw rech terlijke ambtenaar in vroegere dagen) van Amstelland, waaron der de polder Buitenveldert ook behoorde. Deze baljuw, genaamd Gherijt Boelen of Gerard de Bole later de Boelewas af komstig uit het Sticht. De naam Boelen, de Bole of de Boele komt al vroeg voor in de stad Utrecht. Van de om standigheden van deze ambts drager is weinig bekend, behal ve dat hij zijn ambt uitoefende namens de Graaf van Holland. Dit was van 8 mei 1354 tot 16 maart 1355. De geschiedschrij vers zijn het er niet over eens of hij het ook was, die in 1374 schepen van de stad Utrecht was. Het was wel omstreeks die tijd dat de Bole's of de Boele's zich aan de Vecht in Alaarssen ves tigden. Zij noemden hun ver sterkte huis (dit was in die tijd wel nodigBolestein. Nu nog staat dit landhuis aan de Vecht. A.F.C.-ers, A.C.C.-ers en A.B.C.- ers, spreekt voortaan dus niet meer over de Boelelaan, maar over DE de Boelelaan Hans de Bie

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1962 | | pagina 10