Mixed Pickles
H
Bequnsticjinq van onze aövecteecöeRS, houöt öe schakel in stanö
Fusies.
et behoeft geen verwondering te wekken, dat verschillende semi-prof-verenigingen een uitweg zoeken voor het pro
bleem. waarin zij zichzelf hebben gewerkt: Kunnen wij gelden aantrekken om de semi prof-status te handhaven en zo
niet, welke weg staat ons dan open om te voorkomen, dat wij bij terugkeer naar het amateurismeworden ingedeeld
in de vierde klasse der amateurs. Men schijnt nu weer iets nieuws in de zin te hebben, dat naar voren is gekomen door
een artikel in het clubblad van Velox en door een paar aitikelen in de Sportkroniek. Hieruit blijkt, dat in sommige
plaatsen ernaar wordt gestreefd tot samenwerking te komen tussen de bestaande semi-prof-clubs. Die samenwerking zou
hierin bestaan, dat deze clubs als één vereniging zullen uitkomen in de semi-prof-afdeling en zelf willen zij dan uit
komen in de eerste klasse amateurcompetities. Het duidelijkste voorbeeld geeft de heer P. Sterk in het clubblad van
Velox. Hij wil van Elinkwijk, DOS en Velox de semi-prof-top samenbundelen in één nieuwe club, die zuiver als een N.V.
wordt beheerd en de drie verenigingen zelf als amateurclub laten voortbestaan.
Een oplossing, die enigszins op ons gevoel voor humor werkt. Eerst hebben de semi-profs tevergeefs geprobeerd hun
derde elftallen"als eerste amateur-elftal in de topcompetities van de standaard-elftallen der amateurclubs binnen te krij
gen en nu zou men dus het omgekeerde zien: Eén elftal van drie clubs in de semi-prof-afdeling. Wij geloven, dat dit
streven (de Sportkroniek schreef naar aanleiding van B.V.V./Wilhelmina over „Pijnloze concentratie bij onze semi-profclubs
door fusie") de volle aandacht moet hebben van de leiders van het amateurvoetbal en dat zij zich hiertegen moeten
verzetten.
Wat is namelijk het geval? In de acht jaar, waarin wij in Nederland semi-profvoetbal kennen, werd het al heel gauw
duidelijk, dat er veel te veel semi-profclubs waren. Nu heeft de K.N.V.B. herhaaldelijk de zwakke broeders gewaarschuwd
en toen die waarschuwingen niet het minste effect sorteerden tenslotte laten weten, dat, wie het na I juli 1961 in de
semi-profafdelingen niet "kon houden en terugging naar het amateurisme, daar zou worden ingedeeld in de vierde klasse.
De oorspronkelijke toezegging, dat de semi-profclub zou mogen terugkeren in de amateurklasse waarin zij speelde vóór
de overgang naar het semi-professionalisme, kwam daarmee te vervallen. En terecht. Na zeven a acht jaar is er eigenlijk
sprake van een nieuwe voetbalgeneratie. Hoeveel spelers, die in de eerste elftallen uitkwamen in 1954, komen in 1962
nog regelmatig in dat eerste elftal uit? Dat zijn er maar een paar en dus is er geen vergelijkingsbasis meer voor de
krachtverhoudingen. Nu is het logisch, dat heel wat semi-profclubs in barre nood zijn geraakt, maar dat is toch
eerlijk gezegd hun eigen schuld. De K.N.V.B. treft geen verwijt, want die heeft uit den treure de betrokkenen gewaar
schuwd. Men heeft echter niet willen luisteren en zo werd een zeer groot gedeelte van het semi-professionalisme één
reusachtige gok, waarbij iedereen van tevoren wist, dat het aantal nieten veel groter zou zijn dan het aantal prijzen.
En nu wil men kennelijk tegelijkertijd op rouge en op noir gaan spelen. Neem nu het Utrechtse plan: Er komt een
nieuwe club voor de semi-prof-competitie, waarin Velox dan toch haar beste spelers zal plaatsen en een afgeroomd Velox
krijgen wij dan als het echte onvervalste amateur-Velox in de eerste klasse amateurs. Dit is uiteraard tegen de gehele
opzet van ons voetbalbestel en het streven spruit uitsluitend voort uit financiële overwegingen. Laat men nu eens op
houden met het optrekken van een rookgordijn van aantrekkelijke wedstrijden en spelpeilverbetering, want daarom gaat
het niet. Het gaat uitsluitend om het geld, want als Velox de ene week een derde kan ontvangen van de thuiswedstrijd
der nieuwe combinatie tegen Feyenoord, etc. en de andere week de volle recette krijgt van de wedstrijden van Velox 1
tegen H.F.C., U.V.V., etc., dan is Velox „uit de luizen". Dat laatste gunnen wij Velox van harte, maar dan moet men
er eerlijk voor uitkomen en dan weten wij tenminste waarover wij debatteren. Hetzelfde geldt voor de besprekingen
tussen B.V.V. en Wilhelmina in den Bosch en er zullen in meerdere voetbalcentra wel besprekingen plaatsvinden. De
plannen druisen in tegen het wezen en de opzet van het amateurvoetbal en moeten dus door ons worden bestreden.
Er is nog één punt, waarop de aandacht moet worden gevestigd. De in nood zittende semi-profs schijnen het van
zelfsprekend te vinden, dat de plaatselijke industrie hen gaat steunen. Tot nog toe voelt de industrie daar niet veel voor
en waarom zou zij er wel voor voelen? Wilhelmina en vele van haar mede-slachtoffers hebben alle tijd en gelegenheid
gehad zich tijdig terug te trekken en weer een eervolle plaats in te nemen in het amateurisme. Nu zij die kansen door
eigen koppigheid en gebrek aan visie hebben gemist, lijkt het toch onlogisch om de plaatselijke industrie ervoor te laten
opdraaien. Die heeft wel andere zorgen aan haar hoofd dan geld te steken in voetbalondernemingen, die óf gebrek aan
spelers óf gebrek aan zakelijke leiding öf beide hadden.
Stijlvol.
Wij nemen aan, dat elders in dit nummer veel aandacht zal worden besteed aan onze bouwvergadering in Bellevue op
20 december jl. Hier dus slechts een enkele kanttekening. De bijeenkomst had sfeer en stijl en werd naar onze mening
briljant door oud-voorzitter Dick Bessem geleid. Waardig en toch soepel, touwtjes strak en toch iedereen het zijne
gevend. Wij zijn overtuigd, dat dankzij de grootse visie van de samenwerkende besturen hier iets tot stand komt, dat
van historische betekenis zal blijken te zijn voor de ontwikkeling van de sport in Amsterdam-Zuid en voor onze samen
werkende verenigingen. Maar één ding moet men goed in de gaten houden: Er is nog nooit iets groots tot stand gekomen
zonder dat er offers moeten worden gebracht. Men ziet dat in groot verband ook. Benelux en Euromarkt komen er, omdat
de totale voordelen veel groter zijn dan de optelsom van de nadelen. En zo is het nu ook met onze Stichting. De
voordelen zijn evident, maar men moet aanvaarden, dat men voor de totstandkoming van de plannen offers moet
brengen. Van de een zal een financieel offer worden gevraagd, van een ander zal worden verwacht, dat hij bij de
verdeling der terreinen enige soepelheid zal betrachten en niet direct op zijn achterste benen gaat staan, indien die
verdeling niet precies beantwoordt aan zijn verlangens. Met een kleine variatie op het bekende gezegde van Jan I'ietersz.
Coen zouden wij willen zeggen: Er wordt iets groots tot stand gebracht. Laat iedere betrokkene de realisering van dit
grootse als doel hebben en heenstappen over hetzij tijdelijke, hetzij vermeende bezwaren.
Ijs.
De hevige koude in december en het daarmee gepaard gaande ijsvermaak is voor ons voetballers en voetballiefhebbers
eigenlijk zeer leerzaam geweest. Wij denken vaak, dat voetbal „de" sport in Nederland is en dan praat en schrijft men
graag over de voetbalkoorts bij Holland-België, bij Sparta-Feyenoord of bij Ajax-Blauw-Wit. Maar dat zijn toch maai
kleine lokale koortsjes vergeleken bij de explosie, als er in Nederland kan worden geschaatst. Laten wij heel eerlijk
zijn: Hoeveel mensen hebben het in december gehad over het afgelasten van de voetbalwedstrijden en hoeveel mensen
hebben het gehad over het wel of niet doorgaan van de Elfstedentocht? Leerzaam vrienden, heel leerzaam.