Bon sang ne peut mmtïr öe piLsenep cLub Fa. FRED SAX T. VAN VEEN J. SUURBEEK pooLt aLLen mee, het is voor a.f.c. TTet opschrift is niet van mij, alhoewel A mijn pseudoniem een Franse inslag zou doen vermoeden. Vanzelfsprekend heb ik getracht die spreuk te begrijpen. Aan vankelijk dacht ik: wij zijn niet bang voor een peut. Maar volgens het woordenboek klopt dat niet helemaal. Maar laat ik mijn opdracht gaan uit voeren. Het goede bloed dat zich nooit verloochent. En dat kan niet anders dan op A.F.C. slaan. Ja, onze vereniging is „first class." In die zin bedoeld, zijn wij dat al bijna 67 jaar. Maar sinds de on vergetelijke dag, dat Celeritudo pech had en wij geluk zijn we thans officieel „EERSTE KLAS". Het was al zo een lastige naam om te onthouden: Celeritudo. Er zat iets van selderie in en via Tuborg bier wist ik dan precies tegen welke club we die merkwaardige dag speelden. Enfin, daar nu maar niet meer over gepraat. Deze Schakel zal er overigens wel vól over staan. De eerste vraag die zich opdringt is wel deze: waarom zijn we in 40 jaar nooit gepromoveerd? Ik zal het u zeggen: dat is volledig de schuld van de Enquête commissie, die het vertikte „maar ieder een" toe te laten tot onze club. De enige fout van deze commissie, die daarnaast ook wel eens nuttig werk deed. Ik denk hier aan Briedé, Bouwens, Boskamp, Hoo- gendoorn, Bouwhuis en nog enkele van die prettige snuiters. Wat was er van A.F.C. geworden als iedereen lid had kunnen worden? Mijn antwoord is wederom zeer kort: NIETS!! Oh, ja, we hadden waarschijnlijk dit jaar Feyenoord opgevreten. Maar wat dan nog? Dan waren WIJ het wellicht geweest, die onze brave Leo Horn met stenen hadden gegooid naar zijn zo verzorgde hoofd. En er ligt namelijk zó een ont zaglijke hoop stenen voor onze tribune. Het materiaal was wel bij de hand tte- weest. Tegen profs heb ik totaal niets. Even min tegen circusartiesten. Maar het ligt me nu eenmaal niet te horen, dat mijn broer of mijn neef onlangs verkocht is voor een hoop geld. Wie met de Bijbel bekend is, kent het verhaal van Jozef, die verkocht werd door zijn broers. Ik vond dat altijd een van de aandoenlijkste ver halen en hoe vaak heb ik het niet over gelezen en er verdrietig over nagedacht? Hier komen we over amateurs en profs gesproken op het terrein van de beroemde Mixed Pickles. De toekomst valt lastig met volle zekerheid te voor spelen, maar als er óóit een optocht van heel echte, zekere, vastbesloten, recht schapen, eerlijke, konsekwente en nette amateurs wordt gehouden (ik weet na tuurlijk niet precies, waaróm ze eventueel een optocht zouden gaan houden) dan stel ik voor Jo Wijnand als vlaggedrager voorop te laten lopen. Hij zal nog liever sterven, dan het ama teurisme verloochenen. En daar zit veel schoons in. De stoet zal nu en dan wel uitblazen hier of daar bij een zaak met vergunning, doch dat kunnen amateurs zich nu eenmaal permitteren. Jo zal daar overigens geen bezwaar in zien. We lezen zo vaak dat voetballers „hon ger naar de bal" hebben. Ik heb daar eens nauwkeurig op gelet en volgens mij komt dat bij A.F.C. niet voor. Weliswaar is de honger naar bitterballen soms over stelpend en bezitten we een lid met zekerheid kan beweerd worden dat hij de enige in de wereld is - die de bitterbal len met stokjes in de beide handen per paar naar binnenwerkt. Doch dit mag wel als een exces worden beschouwd. Hebben wij voetballers gehad met „gou den beentjes"?? Ik zeg: neen! En wel pertinent blijf ik bij die bewering. Dat kunt u beslist van mij aannemen, omdat ik altijd nog beschouwd word als een van de zéér, zéér spaarzame experts met voet balkennis in A.F.C., Cor Kerker hierbij niets te kort willende doen. Jawel, Charles Lungen (Sjarles van Lunge in de volksmond) had prima be nen. Tenslotte was Charles een man en wat voor een kerel! en we kunnen op dat chapiter niet tè diep ingaan. In ieder geval waren zijn benen behaard en dat kun je van je verlovingsring niet zeg gen. Gouden benen dus taboe. Nu nog een vraag: Hoe oud zal AF.C. worden? Als u mij dat zou vragen zeg ik het volgende: In de oertijd zijn er clubs geweest die het Grieks-Romeins worstelen ondeihielden. Waar zijn die clubs geble ven? Maar toch, welke club bestaat er 1000 jaar? Een gek idee. Veronderstel dat over 934 jaar A.F.C. op het punt staat te Ij- kwideren. De toestand is er niet beter- op geworden. De velden zijn kaal afge trapt en er is geen Herman meer, die zo goed voor ons zorgt. Er moet nog twee ton worden afgelost van de schuld. Niet „goed genoeg" dus. We zien in gedachten al een heel vet nazaatje van Kappelhoff delibereren met een jongetje van Disselkoen. „Wat zullen we doen" zegt Appie Kappelhoff, „we zijn nog met zijn tweeën over?" „Doorgaan" zegt Bartje Disselkoen, die eveneens als zijn voorvaderen wel eens eigenwijs kon zijn. „Jij in de verdediging en ik in de aanval". „Vooruit dan maar," zegt Appie K. „Laten we de lijnen dan maar weer gaan tiekken. Haal de krijtwagen even. En als we goed spelen komen er wel weer een paar nieuwe leden bij." Dat ze zelf de lijnen moesten trekken kwam namelijk, omdat in die periode de mensen nog maar twee dagen in de week werkten. Nee, ik geloof dat A.F.C. nooit zal ophouden te bestaan. BON SANG NE I'EUT MENTIRÜ Zolang wij, vaders en moeders, onze kinderen maar blijven ver tellen, dat er een zeer groot verschil be staat tussen het nozemschap en het lid- zijn-van-A.F.C. en zolang die kinderen dat ook maar weer oververtellen aan hun kin deren enzovoort, zal onze club nooit ten ondergaan. De status van A.F.C. wordt niet be paald door de soort soep, die we bij het reunistendiner nuttigen. Ook niet door het aantal velden, de tribunes en het clublokaal. De apartheid zit in ons binnenste. We aanvaarden gaarne succes, maar we aan vaarden óók tegenslag, omdat we maar één doel voor ogen hebben: Sport is ons amusement. En vrienden kun je niet ko pen. Misschien is dat laatste zinnetje een beetje afgezaagd, maar het is wel hard- stikke waar!! Tenslotte nog dit: enkele weken voor dat we eersteklasser zouden worden zei een bestuurslid met een gezicht van die pe rimpels: „Als we het maar houden in die eerste-klas." Ik heb in mijn leven wel eens gevoch ten voor een zeker doel. Toen ik het een maal had, liet ik het niet meer los. Dit is de goede mentaliteit en het enige antwoord aan deze man is: De tanden op elkaar!! Maar vergeet vooral niet tus sen die „beroemde tanden van A.F.C." het eersteklaseschap te steken!! BON SANG NE PEUT MENTIR. Voelt u??? Jhr. VAN ROSSUM DF. GAULIN. BEGIJNENSTEEG 4 AMSTERDAM OFFICIAL REMINGTON DEALER N Z. Voorburgwal 1 35, Amsterdam, telefoon 247272 Remington Cicero f. 275.- 14

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1961 | | pagina 14