Van de brug
Dit is de Schakel die komt binden
De oude club aan d'oude vrinden.
WncL- RedacteurA. Waaijer, Olympiaplein 23, Amsterdam z., telefoon 79 89 12
Administrateur: O. J. v.d. Heul, Hobbemakade 1 1 5 3. Amsterdam-z. tel. 714194
Typografie: Drukkerij Joh. Meijer, Kanaalstraat 132. Telefoon 80710. Amsterdam-w.
39e Jaargang
Februari 1961
pindelijk 'n maand
J waarin op drie
van de vier zonda-
I gen gevoetbald kon
I worden. Ons eerste
bereikte de top van
de ranglijst door drie
achtereenvolgende
overwinningen;
D.W.V., R.K.A.V.I.C.
en H.B.C. moesten
met 2—0, 2—1 en 3—2 de vlag strijken.
Na elf wedstrijden is A.F.C. nog steeds
ongeslagen; de laatste zeven wedstrijden
leverden dertien punten op. De over
winningen waren meestal klein en wer
den behaald door inspanning van alle
krachten. Wij hebben wel eens grotere
voetballers gehad, maar een elftal met
zulk een goede mentaliteit nog zelden.
Ik geloof dat dit wel het grootste ver
schil is met enkele jaren geleden. Toen
smeekten E.C. en bestuur de spelers om
toch vooral hun best te doen. Nu spreekt
dat vanzelf; iedereen is enthousiast en
daarin ligt naast goede training
het geheim van de betere gang van
zaken. Intussen wordt nu elke wedstrijd
zwaarder, want iedere tegenstander stelt
er natuurlijk een eer in de koploper te
verslaan. A.s. zondag krijgen we een zeer
moeilijke wedstrijd tegen onze oude
vrienden van Zeeburgia, naar mijn smaak
een van de best voetballende elftallen
uit onze afdeling. Het slechte weer van
de afgelopen maanden is oorzaak, dat
dit de tweede returnwedstrijd wordt, ter
wijl wij Aalsmeer en Schoten nog in het
geheel niet hebben ontmoet. De weg is
nog lang en zwaar; na a.s. zondag heb
ben we pas de helft van de competitie ach
ter de rug. Over het te behalen resul
taat aan het einde praten wij nog niet.
Koppig volhouden jongens en heel veel
succes.
Ons 2de elftal heeft een paar lelijke
steken laten vallen door een 2—1 neder
laag tegen J.O.S. 2 en een 3—2 idem
tegen O.S.V. 2. Zoals dikwijls in reserve
afdelingen is het krachtsverschil tussen
alle teams heel gering en voorspellingen
zijn moeilijk te maken. Ons tweede
maakt in vrijwel alle wedstrijden de
fout in de eerste helft te slordig met
de kansen om te springen. Door alle
zeilen bij te zetten gelukte het dikwijls
na de rust de strijd in ons voordeel te
beslissen, maar dat gaat nu eenmaal
niet altijd. Wij vertrouwen dat Rolf en
zijn mannen de tanden nog eens extra
op elkaar zullen zetten. Nog staan zij
bovenaan en daar moeten zij blijven!
Het derde strijdt met afwisselend resul
taat en staat op een redelijke plaats.
Zondag j.l. werden in een merkwaardige
wedstrijd tegen het tweede elftal van het
aloude Z.V.V. door ons niet minder dan
negen doelpunten gescoord (alle geldig);
toch wonnen wij slechts met 6—5!
Met het vierde wil het, ondanks een
enkele overwinning, nog niet vlotten en
de 7—0 nederlaag van zondag j.l. is wel
een bewijs, dat dit elftal alle krachten
zal moeten inspannen om degradatie te
voorkomen.
De resultaten van het vijfde zijn de
laatste weken ook al niet om over naar
huis te schrijven en op deze wijze wordt
het kampioenschap zeker niet behaald.
Maar dat kan toch veel beter jongens?
De jun. A 1 behalen de laatste weken
grote overwinningen. Er wordt bijzonder
aardig gevoetbald. Vooral wanneer wij
bedenken, dat dit elftal ook volgend
jaar nog bijna geheel junior is, dan geeft
dit moed voor de toekomst. A 3 is nog
steeds ongeslagen.
De B-junioren kwamen weinig in het
veld, dus die greep wordt bewaard tot
volgende maand.
Gelukkig kan nu ook de training wor
den hervat voor de jongste jeugd; door
onbespeelbaarheid braak liggende terrei
nen zijn een doorn in het oog van elke
voetballer!
De scheidsrechter bij A.F.C.—H.B.C.
Het is een goede gewoonte in dit club
blad zelden of nooit critiek uit te oefenen
op een scheidsrechter. Wanneer daarvan
ditmaal met enige aarzeling wordt afgewe
ken dan is dat niet omdat de arbiter dit
maal wat meer fouten maakte dan wij in
doorsnee gewend zijn de spelers ma
ken er gewoonlijk nog meer en ook een
scheidsrechter kan een minder gelukkige
dag hebben. Maar ieder mens moet zich
bewust zijn, dat hij een dienende taak
heeft. Dit geldt in de maatschappij, maar
in nog meerdere mate in de sportwereld.
Een scheidsrechter fluit natuurlijk voor
zijn genoegen en hij moet zonder meer
de baas zijn in het veld. Maar het Uit
gangspunt moet toch zijn naar mijn
mening, dat hij de beide elftallen die
aan zijn leiding zijn toevertrouwd plus
grensrechters en publiek een prettige
middag wil bezorgen. Hij kan zijn doel
bereiken door tactisch en gedecideerd op
treden waarbij hij gerust fouten mag
maken en door zelf zo min mogelijk
op de voorgrond te treden. Maar deze
functionaris maakte de indruk er slechts
op uit te zijn dictator te spelen, advie
zen van grensrechters te negeren, met,
(vervolg pag. 2, 2e kol.)