lesffedanang JAMES MEYER TELEFOON 721833 APOLLOLAAN 109 poolt allen mee, het is voor a.pc. aanval over zijn vleugel dan past hij de persoonlijke dekking toe, komt de bal over de andere vleugel dan past hij de positie dekking toe. Eigen partij in het bezit van de bal, dan tegenstander los laten en eventueel terugkomende ballen opvangen. Komt de back in het bezit van de bal dan dient hij in de eerste plaats te proberen zijn eigen aanval aan het werk te zetten. Dit dient met zuivere trappen te gebeuren en zoveel mogelijk* in de lengte van het veld. Dit komt vooral het tempo ten goede. Zijn de aanvallers gedekt door de tegenpartij dan moeten de kanthalves worden inge schakeld. Een voornaam punt bij de op bouw van een aanval is, dat de zuiver heid nooit mag worden opgeofferd aan de snelheid. De back werkt samen met vele medespelers o.a.: a) de keeper. Vooral bij terugspeelballen en hoge voorzetten. Bij terugspelen op de keeper de bal altijd naast het doel plaatsen b) de kanthalves. Vooral bij het over nemen van de dekking en bij de op bouw van een eigen aanval (vrijlo- penl. c) de spil. Bij het overnemen van de dekking en het geven van rugdekking. Wanneer de spil in het bezit van de bal gekomen is moet de back direct een vrije positie opzoeken. e) collega-back. Wisselwerking bij het ge ven van rugdekking. De back is de enige speler in de ver dediging die bij een aanval over de an dere vleugel zijn directe tegenstander los moet laten. Zijn collega-back, de spil en de kanthalves blijven hun directe tegen standers schaduwen terwijl hij voor de rugdekking zorg draagt. Het kan voor komen, dat de tegenpartij door een cross pass probeert de nu vrijgekomen buiten speler te bereiken. De back kan nu 3 beslissingen nemen t.w.: Ie. hij moet de snelheid van de bal taxeren en de bal onderscheppen, voordat deze bij de buitenspeler is ge komen. 2e. hij moet de snelheid van de bal taxeren en proberen tegelijk met de bal bij de buitenspeler te komen. Hij is nu in het voordeel, aangezien hij in uiterste nood de bal over de lijn kan werken, iets wat de buitenspele' niet kan doen. 3e. de bal is eerder bij de buitenspeler dan hij. De back moet nu proberen zo snel mogelijk deze buitenspeler tot op circa 2 meter te benaderen. Heeft hij dit bereikt en is de bui tenspeler nog steeds in het bezit van de bal dan dient hij er in de eerste plaats voor te zorgen niet ge passeerd te worden. Hij gaat vervol gens de buitenspeler belemmeren de bal voor te zetten; hij probeert ook de bal door middel van een sliding te bemachtigen; hij drijft de buiten speler met de bal in een voor deze speler ongunstige positie; hij belem mert hem de bal goed af te geven naar een tegenstander. Wij weten dus dat de back zijn bui tenspeler loslaat wanneer de aanval over de andere vleugel van de tegenpartij plaatsvindt. Er is echter nog een situa tie die kan plaatsvinden en wel bij een ingooibal van de tegenpartij. De dekking van de buitenman wordt nu verzorgd door de kanthalves. De vijandelijke bin- nenspelers worden nu gedekt door eigen binnenspelers. Dit moet snel en zonder aarzeling gebeuren. Het komt maar al te vaak voor dat de spelers van de tegen partij bij een ingooi ongedekt staan. Deels door onkunde in de wisseling van de dekking, deels door een te trage reactie. De back is de man die een even tuele doorbraak van de tegenpartij bij een ingooi tot staan kan brengen. Hij dient de juiste afstand tussen de kanthalf en hem te bewaren. Wordt de bal over de kanthalf gegooid, dan moet de back zo opgesteld staan, dat hij de bal direct kan bemachtigen. Mocht de kanthalf on mogelijk op tijd terug kunnen komen, dan is de back wel verplicht de dekking van de buitenman waar te nemen. Hij dient er dan wel zorg voor te dragen dat de buitenspeler de bal niet achter hem kan ontvangen. Afstand houden dus en rustig afwachten tot de kanthalf weer terug is gekomen. Zijn enige taak is op dit moment het spel te vertragen. Een back mag nooit: a) zijn tegenstander blijven bewaken wan neer er gevaar voor eigen doel is en deze tegenstander op dat moment in een ongevaarlijke positie staat; b) de bal ingooien (alléén in een uit zonderingsgeval als er geen tegenstan der in de buurt is kan dit een en kele maal gebeuren); c) zijn spil in het spel betrekken, aan gezien het risico zeer groot is; (wan neer een bal wordt onderschept zijn beide spelers uitgeschakeld); d) pingelen voor eigen doel (kwijtraken betekent meestal een doelpunt). Ik weet, dat er nog vele dingen ver meld zouden kunnen worden maar geloof toch wel, dat de kernpunten door mij beschreven zijn. Mocht een back iets meer over een bepaald punt willen weten dan sta ik hem zeer graag te woord. Ik eindig nu met bepaalde eigen schappen op te noemen, die voor de keuze van een back van belang kunnen zijn. Natuurlijk zijn er uitzonderingen te noemen, maar bij gelijke technische en taktische kwaliteiten verdienen die spelers de voorkeur die deze eigenschap pen bezitten. Lichamelijk: behoorlijke lengte (hoge ballen); stevigheid (bij duels); snelheid (voor verplaatsen); hardheid (tackle, uithoudingsvermo gen); trap- en koptechniek (tweebenig, lange trap). Geestelijk: besluitvaardig (snel reageren om de bal te bemachtigen); koelbloedig (in benarde situaties hoofd koelhouden); verdraagzaam (beheersing onder alle omstandigheden in verband met ge vaar voor penalty's). Tot mijn grote tevredenheid kan ik tot slot vaststellen, dat het bezoeken van de training weer prima verzorgd is. De jon gens hebben mij niet teleurgesteld en de behaalde resultaten in de laatste weken zijn evenredig aan de animo waarmede getraind wordt. Jongens, nogmaals, gaat zo door. Over kampioenschappen spreken wij natuurlijk nog niet, maar wel liggen mooie plaatsen aan het eind van de competitie binnen ons bereik. Toont jul lie wilskracht en sta voor A.F.C. op de bres. G. J. VAN DIJK, cand. oefenmeester. Prospectus wordt U gaarne op aanvraag toegezonden - I - -v. Vert. J.G. DE VRIES WETERINGSCHANS 59' - AMSTERDAM - TELEFOON 35041 12

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1960 | | pagina 12