Ons jaarlijks festival
DE SELL
KEUKEN
poolt Allen mee, het is voor a.p.c.
Reikhalzend wordt door menigeen in
A.F.C. uitgekeken naar het bulletin,
waarin de jaarlijkse kienavond staat
aangekondigd. Want, niet alleen, dat men
dan de kans krijgt om voor een prikkie
wild op de Kerstdis te krijgen; deze aan
kondiging betekent tegelijk, dat de jaar
lijkse trits van festiviteiten weer is aan
gebroken.
Wanneer in deze periode meestal de
velden worden afgekeurd blijft toch de
band bestaan.
Kienen.
Op 21 december kwamen zo'n 140
A.F.C.-ers naar het Clubhuis om zich
eerst de lippen af te likken bij het ge
zicht van de prijzentafei. De clubavond
commissie met Jan de Vries aan het
hoofd stond er trots bij te kijken. En
die trots was gerechtvaardigd. Het vele
wild was omlijst door talrijke gebruiks
voorwerpen.
De avond zelf bracht nog een primeur.
Behalve de ons bekende kienmasters be
klom op een gegeven moment Cor van
Peperzeel als zodanig het podium. Een
succes, mensen. Niemand zal daaraan
twijfelen. De manier, waarop hij de bad
jas aan de winnares Puck (van Chris
Schroder) uitreikte, vormde een variété
nummer op zichzelf. Het moet gezegd,
dat Puck voortreffelijk weerwerk leverde.
Menigeen ging met fvinst naar huis.
De grootste winst (financiëel gesproken)
ging naar het trainingsfonds. De eer ging,
zoals gezegd naar Jan de Vlies c.s.
De vice-voorzitter, die zo tegen het
eind van het jaar altijd pleegt de vacan-
tie-houdende voorzitter te remplaceren
mocht het bedrag in ontvangst nemen
en direct weer overdragen.
Nieuwjaarsdag.
Onze geheugen-steuner Chris Schroder
had de E.C een hint gegeven, waarvoor
deze gevoelig was. Een week later stonden
in het wekelijkse Bulletin de samenstel
lingen der sixes te prijk. Er was een
zestal spillen, een zestal keepers, een Be-
stuurs-zestal etc.
Dit laatste zestal dacht, dat dit tour-
nooi een grappig tournooi zou zijn en
had zich vermomd in een soort Frêles
Jacques-Dorus. Hoe levensgroot was hun
vergissing. Niet, dat hun costuum (teza
men vormend Goed Genoeg 1960) geen
succes had bij tegenstanders en het on
danks de slechte weersomstandigheden
nog tamelijk talrijke publiek. Dat wel.
(In het volgende nummer hoop ik een
foto te publiceren, dan kunt U zich over
tuigen).
Maar het tournooi had nu eenmaal een
ander karakter, dan dit zestal dacht. Er
moest gejenst en gejast worden; men
moest kwaad naar elkaar kijken; men
moest desnoods het veld uitlopen. Tja,
en dat wist dit zestal niet.
Na spannende strijd tussen de sixes
van Henne Boskamp en Harry Smit
mocht het laatste team zich winnaar van
het tournooi noemen.
Even voor dat de Nieuwjaarswens zou
worden uitgesproken reikte vice-voorzitter
Steensma de prijzen uit, waarbij de
scheidsrechters Jo Bakker, Frits van Klin
ker, Gijs Nyman en Louk Woudstra niet
werden vergeten.
Hij kon daarbij mededelen, dat dit
tournooi weer een jaarlijks terugkerend
evenement zal worden. Mocht op Nieuw
jaarsdag niet gespeeld kunnen worden,
dan zal aan het eind van het seizoen
worden aangetreden.
De hoofdprijs zal worden een eeuwig
durende wisselprijs. Jaap a Cohen biedt
deze beker aan. Wij zijn benieuwd, welk
team het eerst de Jack Junior Cup in
bezit zal nemen.
Een half uur na deze prijsuitreiking
beklom de tweede voorzitter alweer het
podiumpje, nu om de talrijke leden een
goed I960 toe te roepen.
De voorzitter en de penningmeester
waren buitenlands met vacantie maai
stuurden een telegram. Ook secretaris
Van Teunenbroek gaf vanuit het zieken
huis door middel van een telegram van
zijn medeleven blijk.
De samensteller van de Nieuwjaarswens
had aan vice-voorzitter Steensma verzocht
hem niet alle gras voor de voeten weg
te maaien, zodat deze met een kort, kern
achtig speech je kon volstaan. Na het
zingen van ons clublied, kondigde de
kreet: „Thomasvaer en Pieternel" het
evenement van de middag aan. (Ik moge
U nu naar elders in dit blad verwijzen).
Oudejaarsavond.
Op 17 januari kwamen slechts weini
gen bijeen, om de 12 gongslagen aan te
horen, die aankondigden, dat onze goede
club 65 was geworden.
Deze bijeenkomst schijnt zich zelf te
hebben overleefd. Heel vroeger was het
de gewoonte, dat een aantal mannen zich
rond de kachel schaarde en onder het
genot van een Goudse pijp oude herin
neringen ophaalde.
Later werd de avond opgefleurd met
bridgedrives of anderszins en van nog
meer recente datum is het optreden van
artisten.
Deze avond is echter voor velen die
de volgende dag ook op uitbundige wijze
aan het jaardiner deelnemen echter te
veel van het goede.
Het was deze keer jammer, dat toch
nog enige leden, onbekend met de ge
schetste tendenz naar de donkere Wan
delweg waren gekomen.
Vice-voorzitter Steensma maakte in zijn
toespraakje gewag van deze teleurgestel-
den. Met een toch nog uitbundig gezon
gen „Lang zal ze leven" werd het officiële
gedeelte van deze avond gesloten.
Jaardiner.
Op 18 januari hebben 89 ereleden, le
den van verdienste en functionarissen de
vijf en zestigste verjaardag van A.F.C. op
luisterrijke wijze gevierd.
Alle omstandigheden werkten hiertoe
mede. Maar laat mij U zonder al te veel
franje de gebeurtenissen noemen.
gebr. plieger
heerlen, amsterdam
Zo tegen achten kwamen de laatste
deelnemers binnen, die al een vrolijk
deinende menigte moeten hebben aan
getroffen. Half negen gingen we aan
tafel. We, dat waren o.a. onze eregast
de Heer J. Jaspers, voorzitter van de
A.V.B. en het bijna geheel volledige
eerste elftal.
Tafelpraeses Willy Brusse, die zich
weer op zijn bekende vlotte manier van
zijn taak heeft gekweten, opende en gaf
het woord aan voorzitter Kappelhoff,
die het wel en wee van A.F.C. schetste.
Hij maakte de aanwezigen erop opmerk
zaam, dat onze 65-jarige club nog twee
leden heeft, die 60 jaar als zodanig staan
ingeschreven. Onder luid applaus speldde
hij de A.F.C .-Ridders Jacques van Ooy
en 1'eet Scheepens een gouden insigne
op „het gouden zestigje".
Later op de avond vonden nog twee
eervolle benoemingen plaats t.w. het ere
lidmaatschap van secretaris Wim van
Teunenbroek en de benoeming tot A.F.C.
Nobelprijswinnaar van Arnold Bos.
Terwijl zo de verschillende gangen van
het uitstekende menu alle eer werd aan
gedaan wensten Harry Prent namens
A.C.C. en Jaap van Nek namens A.B.C.
de A.F.C. geluk, waarbij de laatste een
bal ten geschenke aanbood.
Nadat Jacques van Ooy, Arnold Bos
en Henk van Teunenbroek hadden be
dankt voor de hun aangedane eer (de
laatste namens zijn vader, waarbij hij
een rondje cognac aanbood) vroeg Henne
Boskamp onze aandacht met een goede,
gloedvolle speech.
Erelid Dick Bessem, voorzitter van de
Stichting „Goed Genoeg" had al eerder
de aandacht van de aanwezigen op het
belang van dit lichaam gevestigd.
Zoals ik reeds mocht opmerken telde
deze buitengewoon feestelijke verjaardags
viering vele hoogtepunten en het is
moeilijk om daaruit nog een top te halen,
ook al omdat zo'n viering niet onopge
merkt aan een verslaggever behoeft voor
bij te gaan.
De rede, waarbij A.F.C.'s eregast Joh.
Jaspers blijk gaf drommels goed te be
grijpen, waarom hij was uitgenodigd vond
ik ronduit meesterlijk. Misschien legde
hij iets te weinig nadruk op het feit,
dat A.F.C. dit lustrum, waaraan verder
weinig officieels gedaan wordt, gaarne in
aanwezigheid van de hoogste autoriteit
in de Amsterdamse voetbalwereld wilde
vieren. Dat mag zijn, maar nogmaals onze
indruk was meesterlijk.
Om een uur, na de heerlijke ijstaart,
waarvan iedereen geloof ik nog wel een
stuk had gelust, sloot praeses Brusse de
bijeenkomst en zijn we nog lang gezellig
bijeen geweest bij de voortreffelijke mu
ziek van het duo Tokkie-Vogel.
J. T. S.
4