Mixed Pickles
J w.
poeLt Allen mee, het is voor a.p.c.
Jaren vielen weg.
I V „zilveren ploeg was bij elkaar en de jaren vielen weg. Gek is dat eigenlijk, hoe weinig mensen veranderd blijken
te zijn als je ze na jaren terugziet. Hoe lang is het geleden, dat ik Han Ruijs de hand mocht drukken? Han Ruijs,
captain van het roemruchte tweede, dat in één rush van de reserve derde klas zijn aloude plaats in de reserve eerste
heroverde. Twee minuten staan we te praten en we zijn weer in den Helder tegen H.R.C. II met Charles Lingen en Tony
Knopper, 7-0 voor ons en de weg naar promotie ligt open, 32 jaar geleden, Han - langer geleden, dan de meeste onzer
clubgenoten oud zijn. Kon je het je eigenlijk realiseren? Hoe lang is het geleden, dat ik de Haan leerde kennen? Hij is
nog even bruisend en vitaal als ook zo'n 32—35 jaar geleden, toen hij Kascommissielid was, als 12 jaar geleden, toen ik
hem ontmoette in het daverend drukke na oorlogse Batavia, waar Zijlstra in „des Indes" nog de scepter zwaaide. Waar
onze sigaretten gloeiden „op het terras van dat onvergetelijke „des Indes" als de tropenavond viel als een scherm en de
weemoedige roep „ajam saté" klonk van de venter langs de oude Molenvliet. Waar we om 6 uur 's morgens ons
kopje koffie dronken „op het platje" in die wonderlijke tropensfeer van de prille ochtend en wij ons niet konden in
denken, dat er ooit zo'n breuk zou komen tussen het zachtste, vriendelijkste volk waarover ik ooit reportages maakte en
de waarachtig ook niet kwaadwillende Hollanders.
Hoe lang loopt Willy v. d. Brink al mee? Oók niets veranderd. Nog altijd heeft Willy iets van een herdershond, die
nijver langs de kudde draaft en de schapen als ze eens uit elkaar trachten te gaan weer bijeen brengt.
„Never say die", Max de Bruin, initiatiefnemer tot de oprichting van de „Zilveren Ploeg" houdt een vlot speechje. Eef
Cornelissen en Jac. van Ooy sorry, Jac., dat jaartje leeftijdverschil op Eef Cornelissen haal je nooit in, dus we gaan
éérst Eef Cornelissen interviewen als hij 100 wordt en daarna jou geven „acte de presence" en Arie Waayer weet ons op
zijn stralende manier geld uit de zak te kloppen voor een doel, dat mij nog niet helemaal duidelijk is maar dat kan
ook aan mij liggen. Arie Mets geeft een boeiende voordracht over het onderwerp: hoe voelt een nijver baasje zich, dat
pas met pensioen is.
Wim van Dijkhuizen heeft zijn vooruitgeschoven positie in de barre rimboe bij Baarn - voor een Amsterdammer is
alles ten Oosten van het Ajax-terrein in Watergraafsmeer tot en met Nieuw Guinea zonder meer rimboe opgegeven
en is op zijn basis teruggekeerd. Jaap van Nek gaat de veilige omgeving van de Roerbeis verlaten en gaat naar de
peripheric, waarmee de aardige woordspeling van Dick Bessem over de beide toen 50 jaar geworden Jaap van Nek en
Uw Pickelaar „Kijk, kijk, daar heb je de Roeterstraat" nu helemaal tot het verleden behoort.
Zo gaat veel tot het verleden behoren. Maar de vriendschap tussen die ouwe knarren en hun gezamenlijke liefde voor
A.F.C. blijft een zich steeds vernieuwend „heden".
4-0.
Deze pickles is op verzoek van penningmeester Hurwits. Ik passeerde hem bij de controle aan het ledenloket en vroeg
hem: „Wat speelt daar voor een elftal, Jo?" - „Dat is het derde; het staat 4-0", was het antwoord. „Voor ons?" vroeg
ik achteloos. „Ja sufferd" antwoordde Jo Hurwits minzaam. „Want anders was het 0—4. En zet dat nou maar in je
Pickles". Hetgeen ik hierbij doe, want als ik deze rubriek wel eens gebruik om vurige taalkundige kolen te stapelen op de
hoofden mijner vriendjes, dan gebiedt de objectiviteit ook dit te memoreren.
Raar jaar.
Wat een seizoen! De Kampioenschappen komen aan de lopende band binnen. Vijf elftallen van A.F.C. zijn op het moment,
dat ik dit schrijf, kampioen en „more to come"! Ik herinner mij de jaren, dat Galavazi, Dick Bessem en mijn persoontje in
de jaarvergadering van de A.V.B. van doffe jalouzie op onze nagels zaten te kauwen, als Elzenga van Ajax of Tau van
Blauw Wit of Corstens van de Volewijckeirs naar voren werden geroepen en met scheepsladingen medailles naar huis
gingen, terwijl wij met lege handen bleven zitten. Nu kunnen Kappelhoff en van Teunenbroek wel een collectezak van
de Kerk meenemen, om de kampioensmedailles in te doen.
Maarehmoet U even horen. Ik heb het karakter van Tijl Uilenspiegel. Ik ben brutaal optimistisch, als alles
tegenloopt en dood voorzichtig, als alles goed gaat. Kampioen, kampioen, kampioen.... zullen we even naar ons eerste
elftal kijken en het seizoen van de hoofdploeg analyseren?
De eerste 8 wedstrijden brachten ons het volgende „resultaat": 8 gespeeld, 0 gewonnen, 1 gelijk, 7 verloren, 1 punt, 4
goals voor en 22 tegen. Poen kwam er een prachtig herstel. De 10 volgende wedstrijden gaven het volgende beeld: 10
gespeeld, 4 gewonnen, 5 gelijk, 1 verloren (en die verloren wedstrijd betrof een stomme off side goal vlak voor tijd tegen
H.F.C. uit), 13 punten, 20 goals voor en 8 tegen. Toen zakten wij weer af en het slot was „nauwelijks prijshoudend".
Hoe waren nu de resultaten tegen de competitie-genoten? Wij hebben tegen geen enkele club de volle buit binnen
gehaald en 3 van de 4 te behalen punten op Hercules en D.E.M. (Beide ploegen konden Hubert Briedé noch uit, noch
thuis passeren). De balans bleef in evenwicht (2 uit 4, dus ieder 2) met Schoten, T.O.G., H.M.S. en Aalsmeer. Merk
waardig genoeg was het aantal doelpunten met Schoten en Aalsmeer ook in evenwicht (in beide gevallen 2—2). Een van
de viei punten behaalden wij op H.R.C. en O.V.V.O. en wij bleven met lege handen zitten tegen H.F.C. en Purmersteijn.
Tegen de Purmerenders konden wij niet eens scoren! En dan te bedenken, o Sijmen Wit, dat wij eens op een Koninginnedag
(ik meen '24 of '25) te samen met V.V.A. op uitnodiging van datzelfde Purmerend derwaarts togen, om aan die achterge
bleven gebieden aldaar te laten zien, hoe je moet voetballen!
Maar nu komt het ergste: In de uitwedstrijden faalde A.F.C. I volkomen. Van de ELF uitwedstrijden wonnen wij er
EEN Score: 5 voor en 15 tegen. Wij scoorden nog geen halve goal per uitwedstrijd....
W ij zullen uit een heel ander vaatje moeten tappen als wij en dat moet toch kunnen, gezien de huidige onderbouw
van A.F.C. als Eerste Klasser onze „entrée triomphale" willen maken in het Sportpark „Goed Genoeg!"
6