Mixed Pickles
poelt allen mee, het is voor a.f.c.
(vervolg)
ten naasten bij gezegd zal zijn. En dan hebben zij volkomen gelijk, want Stadion-directeuren zijn niet verantwoordelijk
voor de afwerking van de competitie, maar wel voor de kapitalen, die in de Stadions gestoken zijn. De gemeente-ambte
naren die het toezicht hebben over de gemeentelijke terreinen zijn evenmin verantwoordelijk voor de „standenlijstjes",
maar voor een zo goed mogelijk gebruik van hetgeen met geld van de belastingbetalers tot stand kwam. Al deze func
tionarissen moeten op hun post en op grond van hun verantwoordelijkheid goede „rentmeesters" zijn.
Wat de K.N.V.B. aangaat: het is altijd moeilijk een beslissing over terreinen te nemen in een overigens klein land,
waar het op de ene plaats 10 graden kan vriezen bij dichte mist, terwijl het op een andere plaats 3 graden kan dooien
bij opklaringen. Maar de K.N.V.B. is wél verantwoordelijk voor een zo goed en zo eerlijk mogelijk verloop van de
competities en dan kan men beter het gehele programma opschuiven dan riskeren, dat de ene club op een gegeven
moment vier wedstrijden meer heeft gespeeld dan de andere.
Waarom kan dan bijvoorbeeld in Engeland of in België wél doorgespeeld worden? Die landen hebben ook een slecht
klimaat. Jawel, maar de bodemgesteldheid is daar toch heel anders. Het gaat hierbij menen wij niet om de licha
melijke conditie van de spelers (een Nederlandse voetballer, die serieus traint behoeft heus niet onder te doen voor zijn
Belgische of Engelse collega) maar om de situatie van de terreinen. Die zal in met name het westen van Nederland
altijd slechter zijn dan in België en Engeland en daarom moet men hier veel voorzichtiger met de terreinen zijn. Zoals
een goed rentmeester betaamt.
De schrijver dezer rubriek blijft dit seizoen fouten maken met de eerste en tweede klassers. Daar heb ik de vorige maal
geschreven over de „tweede klassers Quick, H.B.S. en V.U.C.". Dit had moeten zijn: de eerste klasser Quick en de tweede
klassers H.B.S. en V.U.C. Voorzitter Kappelhoff heeft het over „besneeuwde velden, die roet in het eten gooien" en
wint daarmede de prijs voor de schoonste beeldspraak in de vaderlandse journalistiek. En weet U, wat het beste béwijs
is voor de populariteit van Leo Horn? Dat de helft van de verhalen, die over hem in omloop zijn, niet waar zijn.
Personalia.
J. W.
een oude professor
die iedere dag
langs de bedden op
ziekenzaal ging
zag niemand of niets
geen patient die er lag
geen kaart die aan
voeteneind hing
gaat 't goed, gaat het goed
luidt de vraag voor zich heen
aan een bed waar
patient is ontslagen
ja, ook aan de kachel
't is jaren geleen
hoort de zaal „gaat 't goed"
plechtig vragen
een hoofdzuster volgt met
een chef de clinique
de prof aan het hoofd
van de stoet
schrijdt plechtig voorbij
vraagt naar het fysiek
niet tettert, gaat 't goed
gaat het goed
wij zijn geen professor
nog steeds niet verward
en toch: afc
gaat het goed?
wie eenmaal, wie eens
met aafcee ging van start
herhaalt deze vraag
wijl hij moet
B. S. Ie M.
6