j.h. esseR
Mixed Pickles
BLOEMEN
COMMISSIONNAIR IN
EFFECTEN
VAN BAERLESTRAAT 39, TEL, 720140
heuenqRacht 92
TEL. 41864-428Ó4, BEURS 41057
BequnstiqinQ van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
Zorgelijk.
Laten we elkaar niets wijs maken: zo slecht heeft A.F.C. wat de competitiestanden aangaat er nog
nooit voor gestaan. Nog nooit viel samen een rechtstreeks degradatiegevaar van het eerste elftal naar de
derde klasse, redelijke maar geen daverende uitslagen van het tweede en het derde in de reserve derde klasse
en een allesbehalve spectaculaire situatie van het naar de afdeling gedegradeerde vierde elftal. Het is geen
wonder, dat talrijke A.F.C.-ers zich het hoofd breken, hoe dit nu mogelijk is. Want als zodanig bloeit de
vereniging. Voor de radio heb ik kunnen zeggen, dat in totaal A.F.C. 29 elftallen op de been brengt. Vrijwel
geen bulletin komt uit of men ziet een hele lijst voorgestelde of aangenomen leden. Waaraan is dit voortdurende
afglijden van A.F.C. nu eigenlijk toe te schrijven? Er zijn er die zeggen: „zie je nou wel, we hadden destijds
net als Ajax een soort spelersexamen moeten instellen en alleen jongelui aannemen, die werkelijk kunnen
voetballen en niet als geiten door de klaver dwalen." Wij zijn het hiermede niet eens: in de eerste plaats druist
een spelersexamen in tegen de amateuristische gedachte, omdat de taak van een vereniging als A.F.C. verder
gaat dan uitsluitend het meespelen in voetbalcompetities met daarvoor bij de toelating reeds geteste spelers;
in de tweede plaats omdat men dan de kans loopt jongelui te weigeren die over uitzonderlijke organisatorische
capaciteiten beschikken en die heeft men in een grote vereniging nu ook eenmaal nodig. „Het ligt aan de
technische leiding" zeggen anderen en daar zit natuurlijk wel wat in, want en dat geldt heus niet alleen
voor A.F.C. te vaak worden mensen in functies benoemd omdat de eigenlijk daarvoor in aanmerking ko
mende leden geen tijd of geen zin hebben. Maar dit lost toch niet het probleem op, hoe het komt, dat een
grote vereniging als A.F.C., waarin zoveel intellect, goede wil, clubliefde en lichamelijke gezondheid bijeen
is, zo afzakt en zulke trieste resultaten boekt.
Uiteraard is voor de clubleiding èèn ding thans urgent en dat is de redding van het eerste elftal. Maar
wij vragen ons af, of er tegelijkertijd niet iets meer kan gebeuren. Zou het niet mogelijk zijn een commissie in
te stellen met als opdracht zich te beraden op de „planning" van de club, dus op een zo breed mogelijk opge
zet programma op lange termijn. Ik heb genoeg bestuurs- en commissie-ervaring om te beseffen, dat ieder
bestuurslid en ieder commissielid door zijn functie welhaast automatisch op korte termijn gaat denken. In
ons geval: als we die bouwvergunning nou maar krijgen, als het eerste elftal zondag maar wint, als de
Schakel er maar op tijd uit is. Dit mag niemand een bestuurslid of een commissielid kwalijk nemen, want
alles moet in vrije tijd gebeuren en de problemen kunnen zich zo opstapelen, dat men eenvoudig aan „denken"
niet toekomt. Vandaar dat het misschien niet zo slecht zou zijn om parallel met de op korte termijn te
nemen beslissingen in bestuur een commissies een instantie in het leven te roepen, die zich bezighoudt met
de toekomst onzer mooie vereniging.
Wie lacht niet, die de mens beziet. Het is nu ruim vier jaar geleden, dat de bittere strijd werd gevoerd
om de toelating van het betaalde voetbal in de K.N.V.B. Aan de ene kant stonden mensen als Karei Lotsy
(„profs zijn voetbalslaven zonder vaderland"), de toenmalige bondspreses Hans Hopster, die zijn leven ver
pand had aan het amateurisme, Marius Koolhaas van Ajax („namens alle Amsterdamse eerste klassers kan
ik verklaren, dat wij het amateurisme onverzwakt zullen handhaven") en de tegenwoordige voorzitter van
de K.N.V.B. („Nu het van dienen verdienen wordt, treed ik af"). Aan de andere kant vochten Kieboom van
Feyenoord („En waar staat nu eigenlijk geschreven, dat men consequent moet zijn?)", Zon van Excelsior,
Martens van A.D.O. en Pöpplein van B.V.V. We zijn nu een jaar of vier, vijf verder. De man, die weg zou
gaan, nu het van dienen verdienen werd, is gebleven en de objectiviteit gebiedt overigens te erkennen, dat
de bond zelden een zo efficiënt werkende en de vergaderingstechniek tot in zijn vingers beheersende presi
dent heeft gehad als de huidige. Eigenlijk is veel gekker, dat Karei Lotsy verleden jaar de semi prof club
D.F.C. mentaal is gaan trainen. Ik kan best hebben, dat iemand eens een keer van mening verandert, maar
ik heb mij suf zitten te peinzen, hoe een zo groot voorvechter van het amateurisme plotseling een beroepsclub
mentaal kan gaan trainen. Technische training all right, maar hoe doe je dat nou mentaal? Er was een tijd,
dat men het elftal mentaal trainde met „Kaerels, denk bij Uw spel aan de prachtige kleuren van ons nationale
dundoek." Zeggen ze tegenwoordig: „Kaerels, denk tijdens Uw spel aan de prachtige tekeningetjes van Eppo
Doeve op de biljetten van honderd gulden?" Helemaal het toppunt is, wat zich bij B.V.V. afspeelt. Daar heb
ben ze voorzitter Pöpplein na twintig dienstjaren eruit gesmeten en weet U, wie B.V.V. mentaal is gaan
trainen? Hans Hopster. Ik kan er niets aan doen, maar ik vind het net zo iets, als wanneer de procuratie
houder van Bols de openingsrede houdt voor de jaarvergadering van de geheelonthoudersbond.
Aan de borreltafel kwam het geprek op het feit, hoe kras de tegenwoordige oude heren zijn. „Tja", zei een
der aanzittenden, „daar ben ik het helemaal mee eens. „Neem nou mijn oom, die tennist nog zonder racket."
Mensen.
Kras.
J. W.
7