Mixed Pickles
BequnstiQinq van onze aöveuteeRöeps, houöt öe schakel in stanö
Terugverwezen".
Wij kunnen ons nog steeds lekker opwinden over het onaangename gebruik van het woord „terugverwezen
als een pleite tweede divisie-prof club het niet houden kan en weer gaat uitkomen in de amateurscompe
tities. Wij hebben steeds betoogd, dat het volslagen onzin was om te beweren, dat A.F.C. in één klap drie
klassen gedegradeerd was, omdat 2de klasse amateurs, als je van de Ere-divisie af ging tellen, neer kwam op
5de klasse, maar moesten toegeven, dat dit moeilijk bewijsbaar was. Dit seizoen kunnen wij beschikken over
enkele „aanwijzingen". Geen bewijzen nog, want het gaat maar om twee clubs en dus speelt de toevalsfactor
een grote rol. Maar tochZoals U weet, is Velox dit jaar amateur-kampioen van Nederland geworden
en toen overgegaan tot professionalisme. De Utrechtenaren komen nu uit in de tweede divisie semi-profs en...
doen het uitstekend.
„Emma" uit Dordrecht gaf de strijd op en komt nu uit in de eerste klasse amateurs tegen verleden jaar
tweede divisie semie-profs. Welnu: „Emma" doet het maar matig in de eerste klasse amateurs. Geen bewijs
dus voor onze stelling maar op zijn minst genomen toch wel een aanwijzing, dat de Bond en de pers goed
zullen doen, het denigrerende „terugverwijzen" van een prof club naar de amateurafdeling achterwege te laten.
Ogen gaan open.
In het „Ajax-nieuws" schrijft „still going strong" D. Knegt het volgende":
Het semi-prof-stelsel heeft van de spelers „ruilgoed" gemaakt en dat is in de grond van de zaak -- bezien
vanuit de sportiviteitshoek in-droevig. We hebben dezer dagen nog eens gebladerd in ons Jubileumboek
van het vijftigjarig bestaan van Ajax. Nu moet U eens vergelijken: de geest in onze vereniging van toen
(de clubgeest maakt ons hecht en sterk) en de gevoelens, die we nu moeten hebben, wanneer we zien hoe
de mensen weglopen. Om der wille van de smeer
Neen ik kan deze gang van zaken, deze koop- en -verkoop van spelers, die een integrerend bestanddeel is
van het semi-profvoetbal, niet vereenzelvigen met sportiviteit, liefde voor de club en besef van saamhorigheid.
Het tegendeel.
Goed, ik ben dan maar uit de tijd!
Ik ga niet mee met de onvermijdelijke overschakeling en de volkomen nieuwe sfeer, die ontstaan is sinds
semi-beroepsvoetbal in Nederland is ingevoerd, doch dit hinken op twee gedachten (zó beschouwen wij de toe
stand van half prof-werk) moet in de clubs negatief doorwerken. We moeten hebben: full professionalisme en
full amateurs Gescheiden. Volledig. Daarom is het tijd de gehele organisatie van het Nederlandse voetbal te
herzien en het prof-voetbal onder te brengen in een vorm, die overeenkomst met de beperkte mogelijkheden in
Nederland. Er is in ons land hoogstens plaats voor twaalf of vijftien full job prof-elftallen. Dat betekent een
tweehonderd spelers, die dan kunnen worden gemanaged, zoals prof-elftallen dat nodig hebben."
Repliekje.
Jacques van den Berg, de Amsterdamse redacteur van de „Sportkroniek" heeft mij op de gentlemanlike-
wijze, die al zijn artikelen kenmerkt op mijn vingers getikt. Naar aanleiding van het besprokene in de afde-
lingsvergadering, waar onze voorzitter namens de Amsterdamse eerste en tweede klassers protest heeft
aangetekend tegen het „bijmengen" van stuk gegane semi profs met Amateurs, schrijft hij: „Men wilde niet
zo ver gaan als mijn oude Sobat Wijnand, wiens vlotte en vaardige pen wel eens erg snel uit de start-holes
schiet"
Ja Jacques, daar heb je volkomen gelijk aan. Maar er is een goed spreekwoord in ons vak: „Journalism is
intelligent anticipation." In 1950 ben ik in „Mixed Pickles" al gaan schrijven over de wenselijkheid, beroeps
voetbal in te voeren. Na de uitspraak van de Bondsvergadering van de K.N.V.B. (98 tegen 1!) dat alle
clubs het zuivere amateurisme wilden handhaven, kwam ik in „de Telegraaf" met een serie artikelen, hoe de
amateursbepalingen met voeten getreden werden. In 1954 heb ik in „Mixed Pickles" geschreven, hoe kort
zichtig het was, om de B.V.C. „Amsterdam" (de „zwarte Schapen") te beletten, hun wedstrijd te sPe-'elJ' ïj1
Duivendrecht, door plotseling een A.V.B. reserve 3de klasse wedstrijd daar vast te stellen. Jaren lang heb
betoogd, dat betaald voetbal niet tegen te houden was en dat het voor de hele voetballerij veel gezonder zou
zijn ais betaald voetbal werd aanvaard. Dit heeft mij toen heel wat boze op- en aanmerkingen van Bondszijde
bezorgd.
Maar wat is er nu gebeurd? De ellende in de Vaderlandse voetballerij is, dat wij eerst beleefden, dat het
amateurisme in vele gevallen geen echt amateurisme was en dat nu het professionalisme geen echt profes
sionalisme is. Vandaar het dualisme in de K.N.V.B., het hinken op twee gedachten, het belachelijke „bijmen
gen" waarover ik sprak, het idiote systeem, dat bestuursleden „Amateur" moeten blijven en rustig moeten
onderhandelen over tienduizenden guldens transfer!
En beste Jacques, zoals in de jaren 1950—1954 mijn „vlotte en vaardige pen" te vlug uit de „startholes
scheen te schieten in de periode, waarin de profs, de „voetbalslaven zonder vaderland" verboden werd in
Holland een wedstrijd te spelen ten bate van de slachtoffers der watersnoodramp, verbóden door dezelfde he
den, die nu hijgend met de geldbuidel achter die voetbalslaven aanhollen zo schiet die pen nu ook uit.
Toen schreef ik voor het recht van de profs, nu voor het recht van de amateurs. Het recht om te zijn en
bliiven die wij willen: Amateurs! Een scheldnaam bijna in de Bond deze slappe, voor hun lol spelende
speeltuinjongens naar wie je terugverwezen wordt, als je de keiharde, vertroetelde semi profs geen tientje
meer kan betalen. Maar goed Geuzen was óók eens een scheldnaam
En ik zal blijven schrijven met die overigens thank you vlotte en vaardige pen voor het recht van
de amateurs, om in echte, wam amateurgeest hun wedstrijden te kunnen spelen. Kan dat in de K.N.V .B.: des
te betere en gaarne. Kan dat niet, omdat men ons beschouwt als een soort trainingsgelegenheid voor aan
komende profs en als een vergaarbak, waarin je mislukte profs kan deponeren dan buiten de K.N.V.B.
Repliekje II.
Inmiddels is Uw pikkelaar door Dick van Rijn voor de A.V.R.O. geïnterviewd over de wensen van het
amateurisme. Ik heb mij geconcentreerd op deze twee grote desiderata van het amateurisme: geen automa-
3