Gedroomde ontmoeting
On dit et datjes
Nestig
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
rpOEN ik dan toch een keer toeval-
-*■ lig helemaal mooi bruin en in mijn
blootste jurk in mijn eentje langs de
Wandelweg liep, dacht ik: „nu of
nooit, er zit niemand, nu ga ik het
uitpraten met haar." Haar? Ja, in
mijn gevoel was 't een vrouw. Jaren
had ze mij dwars gezeten. Mijn ver
beelding was dermate levendig, dat zij
niet eens meer parten maar hele wed
strijden speelde. Toch nerveus liep ik
de poort in. Tegen mijn verwachting
in kwam zij me tegemoet. „Sportief,
maar dat doet ze er om," dacht ik
vals. „Ze weet natuurlijk wat ik tegen
haar heb." Het gemak waarmee zij
die akelige houten trap afkwam deed
mij struikelen over één klein gras
sprietje; mijn schoenen zijn nu een
maal niet geschikt voor een voetbal
veld. Maar ik wilde voor haar elegant
zijn. Ik had die moeite niet hoeven te
doen want zij was mooi. Toen ik vlak
bij was zag ik pas goed hoe mooi. On
der aan de trap ging ze zitten. Ge
lukkig nu had ik het voordeel van mijn
lengte en kon op haar neerkijken.
„Dag meid", zei ze lief. Ik hapte
naar adem. „Waarom kom je niet va
ker?" Dat was het toppunt. Ik viel
uit, ondanks het voornemen koeltjes
te blijven.
„Mensje, de hele winter heb ik ieder
weekend bij je doorgebracht, met mijn
man, wat wil je eigenlijk nog meer?"
„Ik had zo graag wat meer met je
willen praten", babbelde zij onver
stoorbaar, „maar jij had het altijd zo
druk met je man en vriendjes en zo."
„Ja, dat moet jij zeggen", kaatste ik
venijnig terug. „Jij, die alle mannen
hier in je greep hebt. Jonge, oude,
kort- en lang getrouwde, allemaal,
gewoon ingepikt."
Nu was zij even stil. 10 dacht ik.
Haar houding verslapte. Ik zag nu dat
haar rode bloes vaal en slecht gestre
ken was, de strakke zwarte rok iets
te lang, zeker om die smoezelige knie
te verstoppen. Haar vreemde gras
groene ogen keken langs mij heen in
de richting van de tribune in aan
bouw. Alsof ze daar steun van zou
krijgen.
Ergens vandaan kwam een spons die
ze over haar gezicht haalde. Ze her
stelde zich. Iets van sympathie ging
door mij heen. Er zit meer in haar dan
ik vermoedde. „En ik dacht nog wel,
dat jij een vrouw was met begrip voor
mijn situatie", hervatte ze het gesprek
na die rust. „Hoe zo?" vroeg ik onze
ker.
„Nou jij weet toch wel, wat ik hier te
verduren heb. Ze lopen eenvoudig over
me. Ze trappen en schoppen maar een
eind weg. Als ik aangevallen word,
moet ik maar afwachten of er één is,
die voor me in de verdediging gaat.
Nooit spelen ze eens lekker samen met
me en alles wat verkeerd gaat schui
ven ze in mijn doel. En dat geklets,
zeg!"
„Na afloop, bedoel je zeker," viel ik
in, gesterkt door haar achterstand. Ze
schopte kwaad tegen de leuning. „Na
afloop," smaalde ze, „dat is nog er
ger."
„Als je dan net denkt, dat het gezel-
International (I)
WIE de Europese honkbalkampioen
schappen heeft gevolgd en daar
bij de televisie-uitzending van de
wedstrijd NederlandItalië niet heeft
overgeslagen zal op zeker moment
aangenaam getroffen zijn door de
verschijning van onze Ben Tromp op
het scherm.
In een belangrijke fase van de strijd
werd hij ingezet.
Bij een vorige gelegenheid lieten wij
Ben, die meebouwde aan het kam
pioenschap van ons tweede elftal, ten
onrechte buiten het nieuws
Het verheugt ons, dat deze interna
tionale honkbalwedstrijd ons in de ge
legenheid stelt de zon eens extra op
Ben te doen schijnen.
International (II)
A.C.C. telt weer mee op het inter
nationale vlak en leverde een speler
aan het Nederlandse elftal.
lig wordt komen de vrouwen en ben
ik vergeten." „Ja, en Maandag
avond?" vroeg ik liefjes. „Dan heb je
ze toch maar knus voor jou alleen."
„Nog niet de helft," zei ze somber.
„De andere helft zit toch met de ge
dachten bij Moe."
Ik liet me naast haar neervallen op
de koude tree. Van een gevaarlijke ri
vale uit mijn klas was ze ineens een
soort van vriendschappelijk iets voor
me geworden. Toch rilde ik nog even.
Van de spanning En van de wind die
altijd op dat veld schijnt te moeten
staan. De laatste rest wrok die ik nog
even vast probeerde te houden vloog
mee de poort uit.
„Ik moet weg," zei ik lummelig, „die
jurk is te bloot voor hier."
Er vlamde iets van jaloezie in haar
blik, toen zei ze:
„Weet je dat ik al 63 jaar in dit
pakje loop en er is geen kijk op dat het
ooit anders wordt"
Dat was de eindstrijd, ik gaf me ge
wonnen. „Ik vind je tèch aardig, ga
mee naar boven, of drink je geen
KLEINE SHERRY.
Jan Bregman viel deze eer te beurt
en hij kweet zich bijzonder goed van
zijn taak. Eindelijk heeft Jan dan kans
gezien zijn prestaties dusdanig op te
voeren, dat reeds enkele maanden ge
leden zijn verkiezing kon worden
voorspeld.
Wij feliciteren Jan, die van zijn voet
balloopbaan ook iets bijzonders had
kunnen maken doch deze om ons on
bekende redenen afbrak, met zijn
succes.
Rudy Jansen, die ook in een selec
tieteam werd opgesteld, sluiten we
gaarne bij deze gelukwensen in.
Tour naar Bretagne
Op het moment, dat deze Schakel bij
U in de bus valt hebben onze verte
genwoordigers de drie wedstrijden in
Bretagne achter de rug en zien ze de
eerste huizen van Parijs verschijnen.
Nu lekker eten en vanavond de stad
in. Overigens, en dit vooral voor vrou
wen, moeders en verloofden, niets om
ongerust over te zijn.
Uit het, in het volgende nummer te
plaatsen, verslag zal dit zonder meer
duidelijk blijken. Daar staan wij per
soonlijk, eventueel met het rode pot
lood in de hand, borg voor.
De drie wedstrijden werden voor
afgegaan door een bezoek aan de Bur
gemeesters van de te bezoeken ge
meenten.
Het gemeentebestuur van Amster
dam, i.e. Wethouder A. de Roos, gaf
onze voorzitter een drietal boekwerk
jes over Amsterdam mee, voorzien
van een persoonlijke boodschap aan de
Burgemeesters van St. Brieuc, Per-
ros-Guirec en St. Cast.
Wij zijn dank verschuldigd aan de
Heer C. P. de Smit, de enthousiaste
secretaris van de Amsterdamse
Sportraad, die terzake zijn bemidde
ling verleende. J. T. S.
Laat zestig winters vrij die wilde haren dunnen,
Geen pinkstiertje loopt nog zo dartel in de wei.
„Anch io son pittore"maar wat wij 't liefst je gunnen
Dat is, bij 't klaverjas, acht troeven op een rij.
Dan loopt een emmer leeg; dan springen ze uit de pan!
Het leven is pen mars. Geniet nog lang er van.
N.
Arie Waayer 60 jaar.
20 juli '58.
7