A.F.Citus Veteranentoernooi Ook 'n comeback BeQunstiQinQ van onze aöveRteeRöecs, nouöt öe schakel in stanö Tn '51 was ik voor het laatst op A.F.C. Dat was voor 't eerst na ruim 8 jaar het goot bij die rentree. De Wandelweg was toen nog kaal, 't geboomte zwaar gerooid; laan, waar 'k in '43 nog de w e g mee zag getooid. De eerste juni ben ik wéér op A.F.C. geweest. 't Was uitgelezen zomerweer en mij trof wel het meest de rijke wasdom van het groen, zo loofhout als bosschage. Doch wat nog meer mij opviel was het lommer der „passage". Naakte voorheen van voorhek af tot clubhuis 't naakte pad, thans voelt men zich als door 'n berceau in groen en goud gevat. Deed ons ,,de zon van het betaald" meer in de schaduw staan, dit schaduwrijk idyllisch oord doet extra zonnig aan. Maar drukt de nieuwe tijd dan ook vooral de quaestor zwaar, meer dan voorheen nog drijft hij ons als vrienden op elkaar! Na afloop lijkt het veld een lawn, een terraced garden, waar rustiek bijeen gezeten wordt, men thee drinkt met elkaar. Het was na deze afloop da'k wéér 'n re-entry kwam scoren. Ik bofte niet, het Tweede had promotie net verloren. Zag het al aan de pona x) toen 'k de inrijlaan inree. ,,'s All in the game" klonk lakoniek repliek van A.F.C. Zo z ij n ze dan ik niet, ik liet een zwaar „verd.mme" vallen. Z ij lachten al, zij dachten al niet meer aan voetjeballen. Zo zijn ze dan maar toch maar toch i voor „thee" was er geen reden. Zodat we al vóór five o'clock naar d'eigen high tea reden B. S. LE MARCHÉ. i) Voor wie wel Amsterdammer doch geen Mokumer is (een meer essentieel dan gradueel verschil) pona is de verlatiniseerde pluralis van het, van origine Jiddische, ponemie. M. TRIBUNE Op vrijdag 13 juni (brrr) werd be gonnen met de werkzaamheden op het terrein. Tussen 1 en 15 augustus zal de zaak opgeleverd worden. Volgend jaar mogen we dus ook de oudere leden weer bij de wedstrij den begroeten. Ton Glas vroeg om stilte. Vroeg om stilte is min of meer een eufe misme, want hij moest om stilte loeien en dat gelukte hem dan ook eindelijk in de grote dinerzaal van Schiller, waar de veteranenploegen van U.D., H.B.S., V.O.C., Kampong, Middelburg en A.F.C. zouden gaan dineren. Het lawaai hield het midden tussen een tabaksveiling in Frascati tijdens een hoogconjunctuur en de effectenbeurs als Koninklijke met een qlaim komen. Enfin, het is Ton Glas gelukt en we hebben daar naar vele en hartelijke toespraken geluisterd. Die hartelijke toespraken waren ver diend ook, want de organisatie onder leiding van Ben Bonkink, Jaap van Nek en Arie Waayer klopte als een bus. En als U denkt, dat het gemak kelijk is een toernooi te organiseren met pakweg honderd kerels, die een week-end uit zijn en waarvan de helft niet op en neer naar huis kan, zodat zij al spoedig de staat van ver wildering beginnen te bereiken, die iedere braaf getrouwde Nederlander kent, als hij weet, dat er een hele week-end geen controle op hem kan worden uitgeoefend en geen op- en aanmerkingen op hem kunnen wor den gemaakt, dan heeft U het mis. Als de beursredacteuren die week voor het veteranentoernooi gewe ten hadden, wat er stond te gebeuren, dan zouden zij zich in hun beursover- zichten niet vergeefs hebben afge vraagd, waarom aandelen Heineken, Oranjeboom en Bols zo begonnen op te lopen. Voor de insiders in de veteranenwereld kwam deze rijzing bepaaldelijk niet onverwacht. Hoogtepunten? Daar zal ieder wel zo zijn eigen oordeel over hebben; voor Uw verslaggever was het hoog tepunt van het toernooi de terugreis met de rondvaartboot van Ouderkerk naar Amsterdam, waar verschillende lieden zich als conferencier hebben ontpopt en anecdotes hebben verteld, die het optreden van Max Tailleur, Toon Hermans en Wim Kan maar tot een min of meer flauwe gebeur tenis maakten. Gezien de enorme spreiding van dit blad in de huiska mers van onze goede stad Amster dam menen wij het bij het vermelden van dit feit te moeten laten en het gesprokene niet stenografisch te moeten weergeven. De finale viel samen met het be halen van het kampioenschap door A.F.C. II. Dat dit de stemming bij de prijsuitreiking tot honderd graden in de schaduw opjoeg, behoeft geen betoog. Van het wedstrijdreglement hebben wij overigens niets begrepen. A.F.C. bleef ongeslagen en viel des ondanks niet in de prijzen tot stomme verbazing van J. W. Speel poker, volleyball, schuiftrompet, of wat je kunt speel iets, waar je zin in hebt dan merk je op een ogenblik, dat je er niet meer buiten kunt. Dit zingt Jules de Korte, terwijl ik dit op papier tracht te zetten. Ik moet zeggen, dat ie groot gelijk heeft. Het bovenstaande (vooral de laatste regel) is zeker van toepas sing op mannen, en dan nog A.F.C.- mannen. Vriendinnen, probeer eens in ge zelschap van één of meer A.F.C.ertjes het gesprek op hun club te brengen (dit zal wel niet nodig zijn, want ze beginnen er toch zelf wel over). De rechterkant van hun hoofd wordt on middellijk zwart en de linkerkant rood (met een zwarte veeg). Het draait hun opeens en ze zien ster retjes, sterretjes, die zich langzaam vertekenen in allerlei attributen die met voetbal hebben te maken. Hun enthousiasme kent geen gren zen en hun geesten beginnen direkt alle niet meer ter zake doende wapenfeiten van A.F.C. op te halen. Hun club,, sterker nog, zij zijn zelf A.F.C. Hun gezichten dragen, behalve de rood/zwarte, tekenen, ook de spo ren van de afgebrande tribune. Als ze dan moe worden te praten over A.F.C., dan is het 4 uur (voor de goede orde: in de morgen). En als ze als inboorlingen zo mak kelijk in trance raken over voetbal en gezelligheid, begrijp ik iets niet: Langs allerlei slinkse wegen, ge praat en aanbieden van glaasjes limonade (waarmee het zevende al tijd adverteert), dan worden pogin gen in het werk gesteld diezelfde Aafcee-ertjes te porren voor een of andere bestuursfunktie. Dit schijnt erg moeilijk te gaan. Hele feest avonden worden georganiseerd om één man op een bestuursplaats te krijgen. Of wordt deze stemming op zettelijk geschapen, teneinde gele genheid te hebben nóg meer over A.F.C. te kunnen praten? Ik heb een idee, dat al onze jongetjes 's maandagsavonds elkaar gniffelend op de schouders slaan om hun tevre denheid te betuigen over het feit, dat vroegere grootheden van A.F.C. zo'n mooi instituut als clubavond hebben verzonnen. Enfin, laat ze hobby-en, léAt ze kaarten en laat ze, voetballen, wij pikken ons graantje toch wel mee op plotseling ontstane feestjes. Tenslotte zusters: we zien elkaar weer eens en kunnen praten over de ballen, die ze nu weer voor open doel misten. Want ook wij lijden aan A.F.Citus. LORA.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1958 | | pagina 9