On dit et datjes
Qé
poelt allen mee, het is voor a.p.c.
Those wedding bells.
l~kp de kaart zeer ver van ons van-
daan, maar in gedachten dicht hij
vele A.F.C.-ers is onze vriend Robbie
Meyer in het huwelijk getreden.
Op de tiende juni 1958 deed hij de
bekende gewichtige stap met Loes
Boshof in Pretoria. Mocht dit gloed
nieuwe echtpaar ooit de koers naar
het A.F.C.-terrein willen uit zetten
dan zal de club hen van harte be
groeten.
Loes en Bob, onze gelukwensen.
A propos, wie schrijft hen eens?
C/O Breezand Bulb Importers,
Mainroad, Dieprivier, Kaapprovinsie.
Blijdschap.
Het zij ons vergund in Sieg Kins-
bergen allen, die na ziekte weer onze
velden konden betreden, van harte
geluk te wensen met hun beterschap.
Vreemde Shirts.
Vijf, ja meneer vijf van onze rood
zwarte medestrijders werden uitge
nodigd om deel te nemen aan de
tour, die het Amsterdamse amateur
elftal van 6 tot 9 juni maakte naar
Keulen en Dusseldorf, teneinde al
daar de stedelijke elftallen te be
kampen.
Henne Boskamp, Hubert Briedé,
Hans Lenz, Paul Meyer en Harry
Smit hadden deze eer. En de meeste
van hen hebben nog een goede, tot
zeer goede wedstrijd gespeeld ook.
De Keulse pers was althans over
Hans Lenz en Harry Smit zeer goed
te spreken. Keulen verloor met 41.
De verslaggever van een Dussel-
dorfse krant, die de wedstrijd Dussel
dorfAmsterdam (41) bijwoonde
noemd Hubert „der vorzügliche hol-
landische Torwart".
A.F.C. is trots op deze vijfling.
Tom's beker.
Tom Nooy, een onzer kampioenen
uit het tweede, is stomverwonderd,
dat hij de beker, die hij verleden jaar
op de z.g. wedstrijd om de A.F.C.-
voetballer van het jaar te benoemen,
won, nog steeds in zijn bezit mag
houden.
Voor de aanvang van het volgende
seizoen wordt hier iets aangedaan,
Tom. Eerst mag jij en de andere
toekomstige deelnemers (ik vernam,
dat de Zatten ook een flinke afvaar
diging zullen sturen) in de zon uit
rusten van de vermoeienissen van het
afgelopen seizoen.
Attentie.
Wellicht bestaat er in deze examen-
en overgangstijd belangstelling voor
het volgende. Jeugdspelers tot 20 jaar
kunnen zich tot penningmeester Hur-
wits wenden, wanneer zij (tegen ge
reduceerde prijs) in het bezit willen
komen van de A.F.C.-clubdas.
Een aardige beloning "bij succes op
school, lijkt ons.
Felicitaties.
De kampioenen van onze afdeling
hebben ook de volgende stappen met
succes ondernomen en zijn weer
eersteklasser. Gefeliciteerd, Sparta
nen. Wij hopen ons spoedig bij jullie
te voegen. Reken echter niet te vast
op onze aankomst, want dit zeggen
we nu al 36 jaar geloof ik, tegen
iedere kampioen van onze afdeling.
J. T. S.
W/anneer we vroeger met onze jol
door de Ringvaart naar Aalsmeer
toe krasten, kon het wel eens gebeu
ren, dat we onderweg een oranje boot
met gein aantroffen, die bij het wach
ten op het „bruggetje" bij Schiphol
in het riet was gedoken en er van
pret niet meer weg kon komen.
We gingen er altijd héén: het was
het eigengebouwde jacht van Gé
Burger, „De Pelikaan", z'n eerste
„kist" en genoemd naar een grootse
voorloper van de super-constellations
waarmee Gé nu de wolken van het
heelal doorklieft
Wim en Gé hadden zelf hun boten
gebouwd, van hun eigen héél klein
beetje geld en de zeilen naaiden ze
zélfStel je voor, nu zeggen de
jongens liever: „Zeg Pa
Het gekke was, de schuiten van
die kwajongens liepen nog lekker
ook en de jachthaven „Modern" stond
af en toe zö op stelten, dat er nu
nog over gepraat wordt, want Gé
organiseerde
Het dromerige Schiphol van toen,
waar je af en toe eens een vliegtuig
zag opstijgen, zag de „Pelikaan" nog,
al eens met een uitbundige crew van
bandeloze, gebruinde zigeuners voor
bij dobberen; het artikel „geld" kwam
niet op de scheepsrol voor, maar de
léf, de praatjes en de pret deden de
spanten trillen en het water spetten.
Later op Soesterberg was het Gé
die het klaarspeelde om zonder diplo
ma's de lucht in te stijgen.
10 mei 1940. In de prille ochtend
gieren vliegtuigen over ons huis, we
zien nét nog een 021 razend snel
voorbij flitsen. Dat is het éérste wat
we van de oorlog merken en een
vreemde spanning bekruipt ons: als
we het maar kunnen houden!
We horen later, dat ze hebben ge
vochten als duivels om de duitse
jachttoestellen neer te halen. Eén
van hen was Gé Burger, zéven Mes-
serschmidt's heeft hij neergehaald.
Wat waren we trots op hem en we
hoopten vurig, dat het hem gelukt
zou zijn te ontsnappen
Jaren later zien we Gé terug bij
A.F.C. Compleet met snor en ge
trouwd met Sonja, de vrouw met
pretlichtjes in haar grote blauwe
ogen. Zij wist Gé voor de duitsers
verborgen te houden, met gevaar voor
haar eigen leven.
Gé vliegt nu voor de K.L.M., maar
behalve die snor is hij niet veel ver
anderd, hij is nog dezelfde hartelijke
knul van vroeger.
Zo verglijden de jaren; we zijn eens
bij Sonja. In hun gezellige home ligt
zo nonchalantweg de Militaire Wil
lemsorde, tot grote verbazing van
m'n zoon, en ook nog het Ereteken
voor Belangrijke Krijgsdienst (Vlie
gers Kruis). In de vensterbank heeft
Sonja een foto, waarop Gé plechtig
door Prins Bernhard wordt gedeco
reerd. We zijn een beetje verbaasd,
want van Gé hoor je zoiets niet.
Als we Sonja vragen: „Waarvoor
heeft hij die gekregen?" zegt ze een
voudig: „Voor moedMéér niet.
We denken aan de gierende jagers op
10 mei 1940
Borreluurtje bij de A.F.C.-Vetera-
nen; na een wedstrijd tegen de
K.L.M. vliegers zie ik een beetje
peinzend de kring rond; wat is er
nog overgebleven van de onvermoei
bare, voetbal-band, die voorheen de
vrolijkheid nog zo lang liet nagal
men, dat een ieder slechts node af
scheid nam
Waar zijn onze kwajongens van
vroeger? Daar zie ik de olijke kop
van Gé, hij knipoogt en lanceert een
plagerijtje naar 't andere eind van
de tafel, naar de jongere piloten.
Ja, Gé, die is niet veranderd, het
is nog dezelfde levenslustige praat
jesmaker uit „De Pelikaan" en altijd
hartelijk.
Als Sonja en hij tenslotte het Club
huis verlaten, worden ze nageoogd
door de overige K.L.M.-ers. De deur
valt achter hen dicht, er valt een
korte stilte. Dan vraagt er iemand
kwasi nonchalant: „Is hij een drie-
bander of een vièrbander?"
„Vièrbander!" klinkt het kort. Dan
barsten ze plotseling los: ,Hij is zö!
Een moordkerel! Als je met hèm
vliegtHij is de énige van de héle
staff, die zijn crew bij elkaar weet
te houden, zélfs in New York
Daar zijn we met zijn allen uitge
weestZö!!"
Dat hoor ik dan maar weer: Gé is
vierbander dus Gezagvoerder! De
hoogste graad, die een piloot kan
halenHij mag over de héle we
reld vliegen. Denk je döt eens in,
wat hij in z'n mars moet hebben
En toch, ik heb hem nog nooit ge
wichtig zien kijken; die dekselse
waterzigeuner van de „Pelikaan"
heeft het hem maar geflikt; streep
voor streep! Ook in zijn vacanties
zwoegend en blokkend aan een schier
oneindige materie: de wereld en het
heelal
Jaar in, jaar uitNét zo lang
tot heel de wereld van hém was
Good luck to you, Gé! èn Witte
Muizen!
EEN AANGETROUWDE.