De Zotten De Jeugd Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö dat statistieken bij nauwkeurige be studering, herlezing en herweging toch niets blijken te zeggen. Hoe rot het onderstaande in sommige geval len ook moge klinken, een en ander geeft toch geen duidelijk beeld van hetgeen Uw zevende in de loop van dit seizoen nu eigenlijk wel presteer de. Welnu dan Aantal gespeelde wedstrijden: 13. Aantal gewonnen wedstrijden: 5. Aantal gelijk-gespeelde wedstrij den: 2. (Hierna zal het de oplettende lezer aan de hand van een eenvoudig re kensommetje duidelijk zijn, hoeveel wedstrijden werden verloren n.l.: V T (G W). Als we nu weten, dat T 13, G 2 en W 5, dan komen op V 13 (2 5) öf V 13 7, zodat dus 6 wedstrijden werden verloren). In deze 13 wedstrijden werden door ons 34 doelpunten gescoord, waarvan 2 in eigen doel, het restant, zijnde 32 in dat van de tegenpartij. Deze partij maakte 45 doelpunten, welke, geteld bij bovengenoemde z.g. „eigen goa- lers" een totaal te zien geeft van 47, hetgeen weer een doelgemiddelde uit maakt 32 vóór en 47 tégen. De 32 „vóór"-doelpunten werden als volgt verkregen: a. 6 door zuiver mazzel b. 2 uit strafschoppen c. 7 door vriendelijkheid van de te- genpartijdige doelverdediger d. 8 door Stokvis (een hoofdstuk apart) e. 1 door een toevallige voorzet f. 8 door reine voetbalkennis (zie ook onder d.) De 47 „tegen"-doelpunten werden aangetekend, nadat de verschillende scheidsrechters op hun fluitje bliezen en daarna naar het midden wezen. Verder kwam in deze 13 wedstrij den nog het volgende voor: Martin en Bertus en nog een tien tal andere gelegenheidskeepers lieten 164 ballen door, waarvan 117 tijdens het doeltrappen voor de wedstrijd. Jan trotseerde gemiddeld 15 maal per wedstrijd de dreiging van hersen schudding en dus het ziekenhuis. Hans verplaatste bij elkaar ander half voetbalveld tijdens ge- en mis lukte slidings; hij veroorzaakte bo vendien enige tientallen malen hart kloppingen. Pimmetje viel 21 maal echt en 3 keer bijna over de bal. Jaap maakte dit seizoen niet één maal hands in het strafschopgebied. Johan kocht een nieuw (niet glim mend) voetbalbroekje. Gerard (nee, die andere) zei enige malen lelijke woordjes tot zijn vriend jes. Frits leende 14 maal van zijn aan voerder shampoo, waarbij hij 14 maal „Vergete-bij-me-te-stoppe" zei. Thijs (Bram Appel) stond 482 maal buitenspel. Na afloop van deze wedstrijden werd door de spelers van het zevende (alsmede hun aanhang), blijkens op gave van de heer Adema het volgen de gebruikt: 154 croquetten (met en zonder brood) 1078 glazen pils (2 minder dan vorig seizoen) 491 koppen kippesoep en 283 koppen erwtensoep 3 potjes zuur 247 glazen ranja (niet te geloven) 2 glaasjes cola (douceurtjes voor de elftalcommissie). Als men bedenkt, dat het soepge- bruik t.a.v. dat van het vorige seizoen is omhoog gegaan, onder een gelijk tijdige geringe daling van het bier- misbruik, zou men geneigd zijn te zeggen, dat het zevende serieus is ge worden. Hieruit blijkt wel weer de onbetrouwbaarheid van statistieken, want vrienden van het zevende, deze vermeende serieusheid wordt door ge heel A.F.C. in het algemeen en de elf talcommissie in het bijzonder, zeer in twijfel getrokken. Toch moet het me van het hart en het zij hierbij aan de openbaarheid prijs gegeven dat het kampioenschap van het Tweede te danken is aan de opofferingen van het zevende. Immers: teneinde het Tweede zo sterk mogelijk in het veld te doen verschijnen, moest het Eerste een aderlating ondergaan; deze leemte werd dan weer opgevuld door het Derde; die van het Derde door het Vierde en zo door. Aangezien er geen achtste elftal is, bleef het Ze vende de gebeten hond. Tenslotte: wat wel door het boven staande wordt bevestigd is: dat dit zó'n (duim van „Hét is zó in het Leger" omhoog) seizoen was. GERARD. Deze jongens hebben gedurende de verslagmaand van alles en iedereen gewonnen. Ik zal U niet vermoeien met cijfers, ook al niet omdat U, als U tenminste niet direct naar dit ver slagje hebt gegrepen, zojuist het ar tikeltje van Gerard verstouwd heeft. Welaan dan, we hebben één verlies- punt minder dan onze naaste concur rent en als alles goed gaat worden we dus kampioen. Als we kampioen worden winnen we ook de strijd om de gemiddelden en op dit alles zullen we heus later wel eens trots zijn. Voorlopig moeten we nog even blij ven winnen. U hoort er nog van. Van de overwinningen en de trots. Op 14 mei hebben we gegeten. Ta- felpraeses Otto van Rijn heeft vele sprekers ingeleid. We waren met pak weg 10 mannen en we hebben allen iets gezegd. Alleen Ben niet, maar die was er ook alleen maar om wat sfeer op te doen voor het veteranentour- nooi. Van dit tournooi zult U, naar ik aanneem, in het volgende nummer alles horen. Atie Scheepstra, die mede aanzat, heeft ook een speech gehouden. Een heel goede, waarvan we iets mee heb ben kunnen nemen. O, zo. Na het kampioenschap zullen we wel weer gaan eten, denk ik; onze lei ders denken nu eenmaal nooit aan drinken. JAN TJALLING. HET A.F.C.-Juniorentournooi. Op Hemelvaartsdag werd ons Jeugd- tournooi verspeeld; niet onder ideale weersomstandigheden, maar het was droog en het bleek de volgende dag, dat we het nog heel wat slechter had den kunnen treffen. De wedstrijden waren wel niet alle van even grote kwaliteit maar wij zijn verheugd dat de vriendschappelijke banden ook voor onze gasten zeer belangrijke fac toren zijn voor de deelname aan de wedstrijden. Onze beide elftallen wa ren wel wat erg charmant tegenover hun tegenstanders toen het op resul taten behalen aankwam. Zowel de Junioren A als B brachten het niet verder dan de vijfde plaats van de zes deelnemers. Hadden wij niet iets beter voor de dag kunnen komen? Vast wel, als er maar niet te veel jon gens in onze elftallen hadden rond gelopen, die dachten dat de voetbal sport een teamsport is, die enkelen toestaat zonder enige interesse en in spanning deel te nemen. Het Haagse Quick wist op de eerste prijs bij de Junioren A beslag te leggen, terwijl Blauw Wit voor de derde achtereen volgende maal de beker bij de Junio ren B won, hetgeen dus tevens bete kent, dat wij voor ons tournooi van 1959 met een nieuwe beker dienen te starten. Bijzondere vermelding ver dient zeer zeker de prestatie, die de Heren Biel, v. d. Heyden en Seinen als scheidsrechters verrichtten. De K.N.V.B., Afdeling Amsterdam no- digde voor de 18 wedstrijden (gemid delde speeltijd 45 minuten) slechts drie scheidsrechters uit. Alle drie Heren verdienen onze dank voor de Wijze, waarop zij deze „voetbal marathon" uitspeelden Tournooi Robur et Velocitas. Onze Junioren A namen aan dit uit stekend georganiseerde tournobi. deel. Evenals vorig jaar (toen wij de eerste prijs wonnen) heerste er ook nu een prettige sfeer onder de deel nemers. Tot de prijswinnaars behoor den wij niet, doch de spelers bewezen, dat ook met een minder goed elftal een leuke dag met voetballen genoten kan worden. Leo Elzinga, als suppor ter meegegaan, was de steeds enthou siaste grensrechter en keepers Kamm en Schouwenburg speelden ieder één wedstrijd als voorspelers (en niet eens onverdienstelijk!) Bravo jon gens, bij dergelijke uitstapjes wordt op deze wijze een tournooi voor jul lie én voor de leiders een aangename

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1958 | | pagina 5