Lou Woudstra t poelt allen mee, het is voor a.p.e. 2 De schok, die de familie Woudstra te Baarn op een gezellig onderling feestje trof door het la minute overlijden van onze goede vriend Lou, was hevig. Het ontstellende bericht ging die trieste avond van de acht en twintigste december en de daarop volgende zondagmorgen snel door geheel Amster dam en daarbuiten. Een enorme verslagenheid trad op bij een ieder, die Lou kende. Misschien op een heel enkele uitzondering na, ben ik degene, die Lou het langste kent, t.w. meer dan veertig jaar en die met hem sinds rond 1923 zeer persoonlijke vriendschappelijke betrekkingen heb onderhouden. Eens waren wij „jongens", die zo als vrijgezellen ronddartelden in het leven, in welke tijd Lou in de toneelclub reeds als leidende figuur optrad en zich ook in de korfbalwereld deed gelden. Daar waren op Zorgvlied van de „jongens" uit die tijd velen ge komen om een laatste eer te bewijzen. Dan begint de periode, dat Lou ook in A.F.C. komt, zijn meisje leert kennen, haar introduceert in de A.F.C.-kring. Zij die zijn zeer liefhebbende vrouw werd. Onze vriendschap neemt toe, en onze wederzijdse echtgenoten blijken goede vriendinnen te worden. Veel vreugde en plezier heeft ons dit alles gebracht, en als hoogtepunt mag ik daaruit wel aanhalen, dat wij vijf jaar achterelkander met de beide families (de één toen met twee zoons, de ander toen met twee dochters) met elkaar met vacantie gingen en nooit enig gekrakeel of misver stand hadden; een compliment op zichzelf. Gede batteerd werd er echter des te meer, want Lou was een man met een mening en als hij iets in zijn hoofd had, dan was hij daar niet zo gemakkelijk vanaf te brengen. Daarover kunnen er velen mee praten. De voor heel velen gruwelijke oorlogsperiode bracht ook in de huize Woudstra extra spannin gen en ook daar kon een diepe zucht van verlich ting geslaakt worden toen de oorlog voorbij was en de Duitsers ons land hadden verlaten. Inmiddels was de kleine Frans (nog altijd een beetje mijn petekind) geboren en waren onze beide families weer gelijk opgegaan, de één drie zoons, de ander drie dochters, steeds ongeveer gelijk in leeftijd. Inmiddels, na een zware ziekte tegen het einde van de oorlog, trad onze Lou circa 12 jaar geleden met volle energie in het verenigingswezen van de Amsterdamse Footballclub en van de Amster damse Cricketclub. Deze laatste heeft ook op een zeer bijzondere wijze geprofiteerd vail Lou's ken nis van het spel (hoe graag herinner ik mij uit de vacantie-tijden hoe zijn bat op zaterdag zeer zorg zaam werd bekeken, als een juweeltje) als speler, als scheidsrechter en als Bestuurslid, En dan A.F.C. Voor de oorlog als speler en keeper van het tweede of derde elftal, na de oor log als penningmeester, and how. De strijd in A.F.C. op financieel gebied was nooit een gemak kelijke en is na de oorlog in het bijzonder toen het semi-professionalisme opkwam en A.F.C. be sloot (tot grote vreugde van Lou, want hij was een energiek voorstander van het pur sang ama teurisme) de amateurs-status te blijven behouden, steeds moeilijker geworden. Zijn financieel beleid was scherp en menigeen heeft wel eens zijn on tevredenheid geuit, doch het was eerlijk en in het belang van de club. Dank. En als ik dan nu toekom aan onze laatste pe riode, die voor Lou de slotperiode was, dan mogen wij met grote dankbaarheid vaststellen, dat zich een groepje van vier dames en vier heren had ge vormd, zo in datzelfde A.F.C., dat regelmatig bij elkaar was in clubverband, maar ook daarbuiten op verjaardagen, op hoogtijdagen in de betreffen de families, en ook als het lot zorgen voor één van ons met zich bracht. Lou was een man, die niet van hulde hield, en dit duidelijk tot uiting heeft laten komen, toen hij zijn 40-jarig jubileum bij de Twentse Bank, (bij welke Bank, ik kan er van meespreken, hij op uit zonderlijk trouwe en verdienstelijke wijze heeft gewerkt), liet passeren en ook, behalve voor een paar insiders, aan zijn 25-jarig huwelijksfeest on opgemerkt voorbij ging. Het leek net of een ieder bij zijn begrafenis dacht, dat zij of hij in hulde te kort geschoten waren, want deze belangstelling, die Miep Woud stra en haar drie zoons op die tweede januari ondervonden heeft wel alles overtroffen, wat zij konden verwachten. Haar man en de Vader van zijn jongens heeft die hulde gekregen, die hij bij zijn leven niet wilde hebben. Miep en haar zoons gaan voort in A.F.C. en A.C.C. en weten allen wat Vader Lou heeft betekend. Zij vinden daarin een sterkend voorbeeld en zij weten zich gedragen door de vriendschap en sympathie van velen, waaruit zij allen de kracht zullen putten om moe dig door het leven verder te gaan. Daarvan ge tuigde ook reeds op de begrafenis de oudste zoon Louk op een aan duidelijkheid, bij zulk een moei lijke gelegenheid, niets te wensen overlatende wijze. Daar zou Vader Lou trots op geweest zijn. Beste vriend Lou, wij allen hebben afscheid van je genomen, je Vrouw en zoons Louk, Hans en Frans, je familie, je vrienden en vriendinnen, je clubgenoten, je Directie en collega's, je particu liere kennissen en je kennissen uit het veelzijdige sportleven. Wij allen bewaren aan jou de herinne ring aan een man, een mens, die zijn rol intensief en consciëntieus heeft vervuld en wij zullen in clubverband en in vriendschappelijk verband je nog heel dikwijls met ere noemen. Rust in vrede, beste vriend Lou. JAAP VAN NEK.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1958 | | pagina 2