3
De Zattten
Indrukken bij het
tweede
De Veteranen
BequnstiQinQ
m onze aöveRteeRöeRS, houöt öe
;hakel in stanö
Een slechte maand ligt achter ons.
Eén gespeelde wedstrijd, die met
42 verloren ging.
S.D.W. 2 stond reeds na 10 mi
nuten met 10 voor door een fout
je in onze achterhoede. Hoewel we
in de rust nog met 21 leidden door
doelpunten van Agsteribbe en Ohm
verloren we deze wedstrijd met 42
omdat onze achterhoede enige fou
ten maakte.
Van onze friendly game tegen de
Zatten, die heus zo zat niet zijn als
hun naam doet vermoeden, zal ik U
één en ander vertellen.
Dat wij zouden winnen stond
uiteraard vast daarvoor kenden wij
de mentaliteit van onze Zaterdag
middag spelers te goed. Dat het
slechts 20 zou worden had de
trouwste zatte supporter niet dur
ven hopen, ook Puskas Hannema
niet.
Van onze doelpunten stond Van
Driel perplex; er werd n.l. twee
maal van ca. 1 m. afstand enorm
hard ingekogeld, Sinot en de Cap
tain waren hieraan schuldig.
Respect dwong het voetbal van de
backs Kerker en Steensma af, ter
wijl Van Driel best bij ons kan ko
men keepen. Eén vraag nog: wie
was dat gemeen spelende dikke
kereltje in die zatte voorhoede? Die
kunnen wij n.l. ook gebruiken als
stormram.
Dit was het dan. Tot volgend jaar.
D. OHM.
De Zatten hebben niet gevoet
bald, maar wel gegeten.
Op een Zaterdag hebben we ons
met onze dames op het clubhuis
verzameld. Na een gezellige borrel
zijn we naar ons home voor die
avond vertrokken en daar is in ge
paste stijl feestgevierd.
Onze trouwste supporter, de Heer
Jungerius heeft met zijn echtgenote
de avond meegemaakt en kan weer
wat gemakkelijker zijn tochten naar
onze, meestal enigszins veraf gele
gen strijdtonelen ondernémen.
Van het Bestuur was officieel
niemand aanwezig, maar twee spio
niers hadden zich ingedrongen. Zij
hebben kunnen constateren, dat de
Zatten (geestelijk) in een bijzonder
goede conditie zijn. In hun rapport
aan h§t hoogste A.F.C.-college zal
zeker staan vermeld, dat het ernstig
rekening moet houden met een
kampioenschap van dit elftal. Op
welke wijze meergenoemd college
dit wil doen? Tja.
O ja, we hebben nog tegen het
derde (enigs verzwakt) gevoetbald
en verloren. De cijfers zijn voor een
zichzelf respecterend K.N.V.B.-elf
tal veel te laag (20). En als U dan
nog zou weten hoe deze doelpunten
tot stand zijn gekomen. Maar ik
weet het zelf niet meer. Duco
schrijft wel, dat het harde lellen
waren, maar ik geloof, dat het van
die halve missertjes zijn geweest.
Enfin, wij sluiten ons bij de goe
de stemming in de club aan en gaan
vast wat juichen.
JAN TJALLING.
EHders schrijft de aanvoerder van
het tweede, Rein Akkerman, wel
het een en ander (een goed aan
voerder heeft altijd iets over zijn
elftal te zeggen), vandaar dat ik
mij beperk tot een paar losse op
merkingen.
Laat ik dan beginnen met te ver
klaren, dat het een hard gelag was
Pim Bakker en Paul Meyer weer
aan het eerste te verliezen (zeer
juist overigens) en Gerrit ter Horst
naar Nieuw-Zeeland te zien ver
trekken. Maar een pluspunt is zeer
zeker, dat onze ex-spil van het eer
ste, Wessel van der Wiel, zich (tot
mijn grote verrassing) heeft ont
popt als een zeer bruikbare mid
denvoor in het tweede, een man die
weet wat hij wil en behagen schept
in het maken van goals, zonder te
egoïstisch te zijn.
Wij zijn op het goede pad, nl.
No. 1 op de ranglijst met ons lot
volkomen in eigen hand. H.H. Spe
lers van het tweede: de eretaak
voor jullie moet zijn de le plaats
te behouden en te promoveren (als
dank en herinnering t.z.t. misschien
een feest (je) in de stijl zoals in mijn
tijd een 2e elftal kampioen werd!)
Eigenlijk ben ik over de voor
hoede best tevreden en ook over de
halflinie, maar achter dient het nog
beter te kloppen; daar schuilen
momenteel onze grootste risico's,
met alle waardering voor de ener
gie en ambitie van de betreffende
spelers.
En als ik het nu toch over de
opstellingen heb, mag ik er dan op
wijzen dat op 1 januari a.s. drie
zeer bruikbare spelers ter beschik
king komen (misschien vier) voor
onze hogere elftallen en dus de
onderlinge concurrentie hevig zal
toenemen. Mag ik reeds nu een be
roep doen op alle spelers van 1 tot
en met 4. Toon, dat jullie wilt mede
werken aan het grote doel om alle
K.N.V.B.-elftallen weer eervolle
plaatsen te doen innemen, ook die
genen, die een elftal lager worden
geplaatst. Dat is ons eens gelukt en
dat moet nu ook ons streven zijn.
Losse indrukken:
1°. heb ik mij er bijzonder in ver
heugd dat Rolf Leeser weer een
actieve rol in ons tweede ver
vult; een tikje minder schou
derbewegingen, een tikje min-
der het spel tot jezelf trekken
en A.F.C. en jij zullen nog veel
vreugde ondervinden;
2°. de zeer vlotte en juiste wijze
waarop Duco Ohm „grensrech-
terde" bij het tweede tegen
K.B.V. 2, gaf het doorslagge
vende bewijs dat een grens
rechter, die actief en bij is, een
grote rol kan spelen en dat zijn
functie niet gering te schatten
is. Een ieder die „vlagt" bij één
onzer elftallen, kan het zich
voor gezegd houden;
3°. ondergetekende „vlagde" gedu
rende de tweede helft tegen
Allen Weerbaar 2, doch blijk
baar minder succesvol, want
een reprimande van de scheids
rechter was zijn loon;
4°. hartelijk dank aan Joop Zim-
mermann (tegenwoordig is onze
ex-keeper van het eerste elftal
woonachtig in Bussum en keept
in A.W. 1, waarin ook de zoon
van Sijmen Wit speelt. Joop is
aanvoerder en voert mentale
methodes in, a la A.F.C.) voor
zijn attentie om A.F.C. op een
administratieve fout te wijzen;
dat scheelde het tweede twee
extra-verliespunten
5°. last but not least een verheu
gend verschijnsel: toenemende
belangstelling voor ons tweede
van Bestuur, leden ende
dames. Als alles goed gaat
mogen wij dat aan het einde
van het seizoen niet vergeten.
v. N.
1~|E veteranen moeten het voortaan
doen zonder de twee mentors
en nestors Jaap van Nek en Arie
Waayer en derhalve de Schakel ook
nog zonder haar trouwe veteranen-
scribent „Arend", mij meer aan het
hart gebakken als mein guter
Freund Heinrich.
Uiteraard zijn de veteranen wel
meer trouwe steunpilaren kwijt ge
raakt en hebben zij dat overleefd,
hetgeen echter, als beschikt kan
worden over een levenskunstenaar
als Arie en een motorisch iemand
als Jaap, een klein kunstje geacht
mag worden.
De Grote Kunst ligt in het op
kweken van dergelijke typen.
Door naarstig opvoeden, op tijd
ongepaste en zelfs gepaste critiek,
door een bemoedigend duwtje naar
boven of een dreun op het hoofd
hebben wij, veteranen, Arie en Jaap
in het veteranenbestel weten te
maken tot de unieke figuren, die zij
tenslotte waren in het grote we
mogen wel zeggen landelijke
verband van veteranen. Dat wij
daartoe in staat zijn geweest geeft
ons de moed een dergelijke taak
3