u un Samedi-solr HET APOLLO-PAVILJOEN poeLt allen mee, het is voor a.p.c. Gorps {Diplomobile Wat iedere A.F.C.-er behoort te weten: Ook voor besloten diners, lunches of partijen Lust ert onlust zijn uitingen van de uitleving of de onderdrukking van een instinct; zij zijn niet de oorzaken van onze begeerten, maar de gevolgen; wij begeren de dingen niet omdat ze ons vreugde geven, maar geven ons vreugde omdat we ze begeren, en we begeren ze omdat we niet anders kunnen. SPINOZA. In een met kubistische schilderijen omhangen ruimte zit de „avant- garde" tussen blauwe rookdampen en spiritualistische nevelen slapjes te eKisteren. Grote geel-bruine glazen met witte schuimranden worden traag van tafel naar mond gebracht, terwijl een Frans chanson triest het mensdom becritiseert. Door strak gespannen spijkerbroeken en bebrilde langharigen wordt Sartriaans gecon verseerd. Boven het schuiml spreken beknevelde lippen zachtjes tegen be- grijpend-ja-knikkende Gréco's, die beschouwelijk nippen aan hun rode glaasjes. Door de bestaans-zwangere atmos feer klinken plots ook voor U be kende stemmen. „Je hebt net gelachen hè, drie heren en twee boeren, full-house, hort met de geit". „Hèhè, flinke vent, die liggen er, ik neem ze. Haha, ondercallen mag niet, neem je zo vier in de blind?" „Ik geloof dat hier een smerig spelletje gespeeld wordt, dit is geen gentlemanpoker, wip „Rapiditas morgen, tien uur in de klei, een beetje haan is nog niet op. Zie je wel, ondercall, prettig als je op vier staat". „Les mains sales" is toch een zeer sterke weergave van zijn philosophic. Het individu wordt hier toch hele maal individu „Kleine straat, je hebt er om ge vraagd. Grijp de leuning broeder, jij ook op vier. Piet, nog een pilsie, kleintje graagJullie tegen Am sterdam hè, wordt een nulletje of vijf hahahaje hebt toch geen voorhoede man. Zeg mij, waar, o waar is het dodelijke schot? Zie je nu wel dat het er ligt, maak er maar een grote van, gooi dat aas nu maar, je bent toch ongelukkig in de liefde". „Ja, Kant was nu eenmaal ratio nalistisch, verwerpt elke metaphy- sische bespiegeling. Denk aan zijn categorieën „Over hanen gesproken brave borst, je mag wel bijtijds naar huis anders loop je morgen in de nevelen". „Alles op zijn tijd beste jongen. Morgen loop ik één op zes, gaaf par tijtje kanthalf, een beetje licht stu wend werk. Piet, pils, kleintje, nou één op zeven dan". „Hé, wie hebben we daar, als het Miss Leidseplein niet is Gut, gut kind wat zie je er weer lief uit, kom bij ons zitten. Ik begrijp niet dat mensen niet in sprookjes geloven. Half-om, Piet". „Nog een pokertje, gentlemen? Ik denk wel dat ik morgen een maliën kolder mee neem naar Weesp laten we in ieder geval drinken op een behouden thuiskomst», schoonheid, proost!" „Had je niet beter meteen je kof fertje mee kunnen nemen, spaart moeite en tijd „Hold your big mouth feller, mijn tijd komt uit zichzelfleve de amateurs". „Tussen haakies, ken je deze al? Van die ouwe Engelse vent die met z'n dogcar zo'n ouwe Engelse village binnen rijdt. Stopt voor zo'n ouwe Engelse inn, gaat naar binnen en vraagt „do you have a double- scotch?" Krijgt het, loopt naar bui ten en geeft het z'n paard te drinken. Dit ceremonieel herhaalt zich drie keer tot dat de barman bij de vierde keer vraagt „don't you want to have a drink for yourself, sir?" „No", zegt die ouwe Engelse vent „I'm driving". „Om te bulderen haha......" „Nou, omdat je lachtvier boe ren met een tien, ik ben altijd dank baar". „Neem nu het receptieve vermo gen om werkelijke indrukken op te vangen, dan moet er toch iets zijn... ja iets Omstreeks het middernachtelijk uur verlaten Uw helden, niet' ver moeid zijnde toch mentaal geladen het etablissement, nagestaard door „après nous le déluge-gezichten" aan de bar en afgunstig bekeken door de philosophische herkauwers, want in hun ogen is reeds de strijd te zien die de volgende ochtend gaat ont branden. KAKIE. Wanneer ik op de Wandelweg ■uta* M'n wagen wil parkeren, Dan zie ik er wel dertig staan Van A.P.C. meneren. t Maar speten onze jongens uit. Dan zijn we niet te vinden. We stoppen ze in bus o[ trein, We willen ons niet binden. We hadden voor een jaar of twee Een Corps Diplomobile. Nu hebben we 't Corps alleen, Ze zijn niet meer „mobile". Komt mannen, leden, donateurs, Komt A.F.C.-ers, vrinden. Wie van U wil er nu eens vlug De kat de bel aan binden? Dan krijgen wij, nu „permanent" Een Corps diplomobile En zonder a{ te schrijven Staan ze Zondags in de file. De penningmeester lacht ze toe, De spelers evenzeer. En, trouwe vriend van A.F.C. Wat wilt U nu nog meer EEN VRIENDIN, Tie weg naar 9? APOLLOLAAN 2 TEL. 712410 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 8