Cltta JVieuLaenHaizen Onze dochters poelt allen mee, het is voor a.f.c. A.B.C. Het competitie-programma van onze hoogste negentallen werd Zater dag 15 September 1956 beëindigd, nadat reeds op 29 April 1956 het zo belangrijke woordje „spelen" van de scheidsrechters had geklonken. Voor het verwerken van resp. 14 wedstrijden voor het eerste en 12 wedstrijden voor het tweede negental had men derhalve 21 weekeinden nodig. Onnodig om te vermelden, dat dit trage en onregelmatige verloop z'n stempel op de competitie heeft gedrukt. De oorzaken Ie. Het slechte weer. 2e. De vele interland- en oefen wedstrijden van het Nederlands negental. 3e. De dikwijls vroegtijdige af keuring van het Schinkel-Sportpark. Het eerste negental speelde 14 wedstrijden, het won er 8, verloor er 6 en eindigde op de 3e plaats. Het verloop was identiek aan dat van het vorig jaar. Een matig begin, uit 4 wedstrijden slechts 2 punten, daarna het gebruikelijke herstel met 6 achtereenvolgende overwinningen, w.o. een imponerende zege op V.V.G.A., en het al even gebruike lijke trieste slot, waarop alleen de laatste wedstrijd tegen EDO uit een uitzondering vormde. Een met 5 reserves spelend A.B.C. zegevierde over de Haarlemmers, hetgeen als een prestatie van formaat dient te worden aangetekend. Het negental bestond vrijwel uit dezelfde spelers als voorgaande jaren, alleen Roek van Halm kreeg diverse kansen om zich een vaste plaats in het eerste te veroveren. Hij deed dit met wis selend succes. Aan slag waren Cees Bouwens en Cas Tromp de grote mannen. Otto Sterman, die slechts 4 wedstrijden in het hoogste team speelde, hanteerde het hout eveneens op vakkundige wijze. Het tweede team kwam in het kader van de competitie slechts 12 'fnaal binnen de honken. Het trok evenveel keren aan het langste als aan het kortste eind. Twaalf punten dus en een gedeelde derde/vierde plaats in de eindklassering. Voorts werd aan twee tournooien deelgeno men, namelijk dat van S. C. HAAR LEM in Haarlem en dat van QUICK in Amsterdam. In Haarlem lukte het niet om in de finale te komen, in Amsterdam wel. Resultaat? Een welverdiende eerste plaats. Over dit team niets dan lof. Er is het gehele seizoen bijzonder goed ge speeld. Hans Ohm behoorde tot de uitblinkers naast de geroutineerde Pim Leensma en de ontdekking van dit seizoen. Jan Diemer. Nog even iets over Hans. Zeven wedstrijden stond hij op de plaat, zes keer boekte hij tezamen met z'n kornuiten winst. Na z'n vacantie kreeg hij tengevolge van een arm-blessure de eerste-honk plaats toegewezen en ook daar vol deed hij prima. Het derde negental, met diverse junioren van het vorig jaar in de gelederen, behaalde uit 13 wedstrijden 13 punten. Zes keer winst, zes keer verlies en een gelijk spel zorgden voor dit totaal en een vierde plaats op de ranglijst. HENK DORENBOS. A.C.C. Een onzer grote vaderlandse jour nalisten vertrouwde mij eens toe. dat zijn economische redacteur hem eens verzocht een artikel te schrijven over de devaluatie van het pond ster ling, want, zo was de motivering: „Jij wordt niet zo geremd door je kennis." Enig verband tussen deze aanhef en de rest van dit artikeltje bestaat overigens nauwelijks, maar de goede verstaander weet dan toch waaraan hij toe is. Welaan dan: het eerste elftal en ik meen eigenlijk te mogen zeggen de hele A.C.C. ondervond sterk een terugslag door het vertrek van Wally van Weelde. Niet eens zozeer door het verlies van zijn cricket kracht als wel door de idee van „zonder Wally kan het niet goed gaan". Hierdoor gingen in het begin van 't seizoen matches verloren. Gemakkelijke vangen werden ge mist en er werd vaak gebat als wa ren de bats breekbare glasruitjes. Eerst later in het seizoen brak de zon van het zelfvertrouwen weer door. De thuiswedstrijd tegen H.C.C. 2 gaf, althans wat betreft het fiel den, weer hoop voor de toekomst. Het tweede, derde en vierde team speelden met wisselend succes. Het feit, dat het tweede in de nieuwe omgeving tot de middenmoot behoor de schenkt toch wel bevrediging. A.C.C. zou haar naam echter geen eer aandoen als ze niet een kampioen in de gelederen zou hebben. En al wilden de Heren het dan zelf niet, ze werden het toch. Het Zaterdag elftal, onder leiding van George Wijnand behaalde malgré lui het kampioenschap. Dit elftal waarvan we voetstoots aannemen, dat het met heiligschennis gelijk zou staan door het de Zatten te noemen, ziet even als de andere teams reikhalzend uit naar het volgend voorjaar, wanneer de flanellen weer kunnen worden aangetrokken. Tenslotte moge ik uit de „Pitch" een gedeelte van het artikel overne men, waarmede de redacteur van dit blad het seizoen afsloot. „We krijgen een rood hoofd, als Jantje die bal niet voorzette, doch inschoot; we zijn kwaad, als we ver moeden, dat we geen lbw waren; we spreken met stemverheffing, als iemand met „snijden" een aas de soep in deed gaan en we blijven er zowat in, als we eens een Neder landBelgië-wedstrijd niet kunnen zien. Wat is dan wèl belangrijk? Wel, als men zo gelukkig is een lief ge zin te bezitten, een gezonde zaak of een goede betrekking; wanneer men over de gezondheid niet te klagen heeft dan blijft er nog één ding over: en dat is de ware vriendschap onder elkaar. En al zijn we nu nog zó ver deeld wat politiek en religie betreft, al blijft het Kabinet nog jaren weg, wanneer we met elkaar iets kunnen opbouwen, al is het maar een voet bal- of een cricketclub, dan is er, buiten de eerst genoemde dingen, toch iets, waarin we in deze wereld bevrediging kunnen vinden."J. T. S. stopwatches voor sport en techniek Gouden en stalen polshorloges Klokken installaties Signaal- en buitenklokken Kalverstraat 206 Leidsestraat 38 Grond- en glansverf Boot- en Autolakken Overtoom 523, tel. 84780 Een vertrouwd adres 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 6