garnalen Ongepelde Kritiek Bequnstiqmq van onze aöveRteeRöeRs, houöt 6e schakel in stanö (vervolg) A polio scheen een pletsie in het ongerede: „Hoe kom je toch al tijd aan die mesjokken onzin in je stukkies? Wat zijn nou weer „Onge pelde Garnalen", waarmee je laatst kwam aandragen-?*' „Nou, punt één: jullie vragen om die onzin, waar je zelf niet verant woordelijk voor bent, en punt twee: die Ongepelde Garnalen waren inder daad voortgekomen uit het feit, dat ik de hele dag heb moeten suffen over een stukkie voor de Schakel, en terwijl ik m'n kostbare tijd zoek- bracht met piekeren over een titel voor de gedragingen van onze niet- ontbolsterde A.F.C.-jeugd, en wat dies meer zij, kreet ik plotseling woedend: „Verhomme, nou heb ik nog ongepelde garnalen!!" „Ja, die jongetjes bènne ook Onge pelde Garnalen!" dacht ik rap, en rap-rap was die titel boven het stuk kie getiktmaar de garnalen stonden nóg ongepeld. Nu zal ik heus niet elke keer op sommen, wat ik allemaal niet heb kunnen doen door mijn A.F.C.-affec- tie, ik ben er zélf al moe van Bevrijdingsdag! Een heerlijke zon nige voetbaldag: de A.F.C.-Veteranen tegen de A.C.C.-mannetjes. Wanneer de Veteranen nu de Vaders van A.F.C. zijn, dan zijn ze dus de Groot vaders van A.C.C., dus een unieke wedstrijd tussen de Grootvaders en kleindochters; vandaar, dat zelfs dames werden toegelaten tot dit familie-onderonsje. In rijen zaten de A.F.C.-moeders om het veld heen ge schaard, heerlijk in het zonnetje, je man en Jan Pijl bij de hand, m'n liefje, wat wil je nog meer? „Uw man heb zeker gevoetbald Zaterdag?" grijnsde de melkboer een paar dagen later: „Ik heb hem zien lópen Toch vind ik het altijd prettig, de oudere edities van A.F.C. te ontmoe ten, er zijn zo veel herinneringen aan vroegere pret...... Toch moest ik liefst 4 x omkijken toen ik Dick van Gemen schuin achter mij ontdekte, die daar domweg zat te zitten, alsof hij niet naar Amerika geëmigreerd was Bij de eerste keer kijken dacht ik gewoontjes: „Da's Dick Bij de tweede keer kijken dacht ik onlogisch: „Dick is niet hier!" Bij de derde keer kijken dacht ik bureaucratisch: „Dick is in Amerika" Bij de vierde keer kijken dacht ik verbaasd: „Maar hét IS Dick!" Enfin, U ziet, het duurde nogal lang, voordat ik er achter was: „Ben IK nou gek, of is HIJ gek Helaas, dat wasen is EEN AANGETROUWDE. k Ben niet van de familie, 'k ben zelfs niet „aangetrouwd" Toch kom ik telkens weer naar de Wandelweg gesjouwd. Ik ben geen donatrice en dus geen abonné 'k Betaal aan het loketje heel netjes mijn entree. Ik zit op de tribune in regen en in zon, 't Loopt al tegen tweeën, 'k wou dat 't maar begon. Maar kijk daar zijn ze alle 22 reeds op 't veld En twee seconden later staan ze keurig opgesteld. Nu is 't geen tribune meer, nu is 't „aan de wal" Daar staan de beste stuurlui en ze weten niemendal. Een van die lui zit achter mij en maakt me bijna ziek, Hij heeft letterlijk op alles en op iedereen kritiek. „Ach, Henkie speelt wel leuk, maar kan geen man passeren, Die buitenspeler links moet er alles nog van leren. Die Bouwens sjouwt maar raak, is straks weer uitgespeeld, Vind jij die Cootje nou een spil die 't spel wel goed Verdeelt? Die Poel doet zelf niets, hij loopt maar wat verloren Krijgt hij een mooie bal, dan wil hij wel eens scoren, En Boskampis me even dat een stuk verdriet Hij goochelt met z'n benen, voetballen kan hij niet. Moet je die logge Leeser zien, daar ligt ie op z'n rug, En dat Colijn die bal niet had, heb jij daar van terug? Ach man als ik toch eens in die commissie zat, Dan zou je eens wat zien, dan werd 't wel weer wat.'" Ik ben na de pauze en de soep op 'n andere plaats gaan zitten, Daar kon 'k de man niet zien en ook niet horen fitten. Dat was geen stuurman meer, dat was een „Kapitein" Die lieden zie je nooit in 't veld, maar altijd aan de lijn. EEN VRIENDIN. 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 9