Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakeL in stanö Financiering. Onze voorzitter is in de April-Schakel teruggekomen op de toekomstige financiering van de amateurclubs in het algemeen en van A.F.C. in het bijzonder. Holtzappel en ik (en ik hoop talloze A.F.C.-ers) zijn het er over eens, dat wij de nering naar de tering moeten zetten en niet omgekeerd, willen wij onze club handhaven. Holtzappel houde mij ten goede, dat ik echter van mening met hem verschil over de mogelijkheden daartoe. Hij gelooft, dat de club kan draaien op door de leden te brengen offers. Nu geloof ik, dat een offer min of meer iets „einmaligs" is, maar dat men niet moet rekenen op regelmatige offers, want dan is het geen offer meer, maar een verplichting. Ieder Kerkbestuur in onze snel groeiende steden zal U met dankbaarheid vertellen, welke offers de gelo vigen zich getroosten om de bouw van nieuwe kerken mogelijk te maken, maar dat is dan ook voor een zekere periode. Als Holtzappel stelt „dat de recette een welkome aanvulling van de inkomsten kan zijn maar dat zij nooit anders dan een wispelturig hulpmiddel is, waar men geen staat op kan maken", dan heeft hij in theorie volkomen gelijk. Maar de practijk leert, dat AF.C. allang wijlen A.F.C. geweest zou zijn, als er geen recettes geweest waren. Toen er in de jaren twintig enige jaren practisch geen recettes binnenkwamen, brachten mensen als de Vilder en van Seventer het cluboffer, door een streep te halen door de facturen van Ballast Mij en Drukkerij 't Koggeschip en die bedragen uit hun eigen zak in de kas van hun vennootschap te storten. Maar ook zij vonden het uiteraard prettig, dat A.F.C. weer sterker werd en dank zij haar recettes weer „goed voor haar geld" werd. Er zijn meer offers gebracht (Trainingfonds, Jubileumfonds, bouw clubhuis) maar A.F.C. heeft desondanks 1956 alleen maar kunnen halen dank zij de A.R.O.L.-beker en dank zij de „lel" van Henk Sonnevelt tegen K.F.C. op 26 Mei 1946. De in geld om te zetten clubliefde van de leden is óók een wispelturige factor, want zij wordt niet alleen bepaald door de clubliefde, maar mede door de conjunctuur. Een terugslag in de conjunctuur zal geen terugslag brengen in de clubliefde, maar wél een terugslag in de capaciteit tot het brengen van op die club liefde gebaseerde finantiële offers. A.F.C. is óók onder de gewijzigde omstandigheden een populaire club gebleven. Er zijn heus iedere week een paar duizend sportliefhebbers, die naar A.F.C. willen gaan kijken en daar zitten wij wel goed bij een draaiende conjunctuur, want dan gaat het verschil in entreéprijzen tussen de amateurclubs en de profclubs een rol spelen. Die wispelturige entreé-factor kan een constante factor worden, als A.F.C. niet wispelturig speelt, maar constant „wat laat zien", zoals het publiek dat noemt. En daarom nogmaals: VERBETER DE RESULTA TEN Anders verdwijnen wij ondanks alle goede bedoelingen, ondanks alle offers in de afgrond, waarin clubs als U.D. en Kampong helaas reeds zijn terechtgekomen. Strategie. „Reacties worden met genoegen tegemoetgezien" schrijft redacteur Jan Steensma onder zijn ontboezeming, dat het nu wel mooi is, om alles op haren en snaren te zetten om het vierde in de K.N.V.B. te houden, maar dat daardoor het derde wel eens moedwillig verzwakt werd, zodat het behoud van het vierde het te loor gaan van de Kampioenskansen van het derde met zich mee gebracht heeft. Wel, Jan, hier is dan een reactie. Uiteraard valt een en ander onder de strategie van de vereniging en ik geloof, dat een goede strategie er toch altijd op gericht moet zijn om ten principale te behouden wat men bereikt heeft. Ik breng hier nu onder woorden, wat leden van een sportvereniging voelen zonder het zichzelf bewust te zijn. De vreugde van A.F.C. om de overwinning in de beslissingswedstrijd op het H.F.C.-terrein tegen Z.V.V. waardoor wij behouden bleven voor de tweede Klasse was veel groter dan de teleurstelling toen wij een jaar tevoren zo onverdiend van Z.F.C. verloren en op één punt verschil het kampioenschap misten. Het zit hem, geloof ik, in het alle stervelingen aangeboren „sense of property". Niet bereiken, wat ik hoopte? Nu ja jammer. Kwijtraken wat ik heb? Over-mijn-einde. Persoonlijk ben ik overtuigd, dat dit gevoel praevaleert. Houdt eens een enquête, Jan, zo maar eens op het clubhuis of op clubavond. Waaraan had men de voorkeur gegeven: Kampioenschap derde plus degrada tie vierde of geen kampioenschap derde plus behoud vierde? Ik zet er een doos goede sigaretten op, dat de meerderheid het laatste kiest. Pool. Wel, die voetbalpool komt er wel. Indien de nieuwe regering het niet in haar programma durft op te nemen (waarop veel kans is, gezien de afwijzende houding van de A.R.) dan komen Mr. Blaisse en zijn vrienden er wel mee. Vóór zullen stemmen: K.V.P., grote meerderheid van de P.v.d.A en de V.V.D., zodat een meerder heid altijd verzekerd is. Nu zijn wij voor één ding bang en wel, dat „de" voetbalpool een monopoliepositie toegewezen krijgt. Als dit tengevolge zou hebben, dat de club-pools moeten verdwijnen, dan geloven wij, dat het meer dan tijd wordt, dat de clubs luidkeels alarm slaan. Voor tal van clubs is de clubpool een zeer welkome compensatie voor het wegvallen van de entreé's. Kwaad doen ze er niemand mee en van misbruiken en misstanden is niets gebleken. Maar in dit naoorlogse Neder land moet men alles bedisselen en betutteren en ordenen en leiden en coördineren en overkoepelen. Om er de gilzenuwen van te krijgen. En daarom: Kijk uit, clubbestuurderen. Zilveren Ploeg. Zo hebben we in A.F.C. nu ook een nauwer contact gekregen tussen de leden, die 25 jaar of langer lid van A.F.C. zijn. Verschillende verenigingen kennen een dergelijk instituut: Ajax heeft de „bordjesclub", dus ge naamd omdat iedereen die 25 jaar lid van Ajax is, een wandbord krijgt. Sparta kent de „Oer-Spartanen" en A.F.C. heeft nu de „zilveren ploeg". Bestaande uit mensen dus, die hun zilveren jubileum als lid achter de rug hebben. In de oprichtingscirculaire wijst Max de Bruin er op, dat het natuurlijk niet zo moet worden, dat deze club zich op de een of andere wijze met de leiding van de club zou gaan bemoeien. Max, hoe kom je daar nou bij?

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 7