Mixed Pickles
hé, poelt u wel mee?
(vervolg)
Die hervatting bracht ons een gelijk spel tegen D.C.G. Na afloop wist men met de sportiviteit, die A.F.C.
zo siert, te vertellen dat dit gelijke spel voor ons onverdiend was en dat wij een dik pak slaag hadden moeten
hebben. Misschien ben ik niet zo verschrikkelijk sportief, maar ik kan het niet inzien. Men meende, dat het
gelijk spel onverdiend was, omdat Coen Colijn zeker vier keer een zeker doelpunt op de doellijn voorkomen
heeft. Dan vinden wij, dat dank zij het schitterende spel van Coen, die de ster van het veld was, dit gelijke
spel meer dan verdiend is. Alleen als wij stiekem Coen Colijn als twaalfde man hadden meegesmokkeld zonder
dat de tegenpartij er erg in had, dan zou van onverdiend gesproken kunnen worden. Nu kunnen wij alleen
maar in koor jubelen: bravo Coen.
International (I).
Wij hebben eindelijk weer eens een international in onze gelederen en wel Co Kouwens, die in het Neder
lands elftal gekozen is tegen Frankrijk.*Dit is onze derde international en wij hopen echt, dat wij er geluk
kiger mee zijn dan met onze vorige. De eerste was ïoon Ivoovdie in 1919 samen met Jan de Natris en
Hein Delsen als Amsterdammers gekozen werd in het Nederlands elftal tegen Zweden. Zij werden voor de
aanvang van de wedstrijd om het kampioenschap van Nederland AjaxA.F.C. broederlijk gekiekt als de
nieuwe Amsterdamse internationals, maar die foto is nooit in de krant terecht gekomen, want in die wedstrijd
is zo opzienbarend gevochten, dat de bond na afloop deze drie spelers schorste en zij dus niet mee mochten
doen. De tweede international was de geniaalste speler, die er ooit in A.F.C. heeft rondgelopen, midvoor
Charles Lungen. Onze onvergetelijke Charles was jarenlang „front page stuff" voor de sportbladen en werd
net zo toegejuicht en net zo verguisd als tegenwoordig Abe Lenstra. Hij bracht het in 1937 tot een uitwedstrijd
tegen België, die met 31 verloren ging, omdat de Hollanders het grootste gedeelte van de wedstrijd met
tien man in 'het veld stonden. Charles Lungen was een geboren individualist, paste niet in het schooltje van
de technische commissie en werd niet meer opgesteld.
Nu hebben we dan onze derde international en ik vind het jammer, dat er weinig op gereageerd wordt.
Ach ja, het is „maar" het Nederlands amateurelftal en de reactie op het clubhuis op de benoeming was zoiets
als van een hoofdonderwijzer in een kleine stad, die hoort, dat zijn zoontje ook uitgenodigd is voor het ver
jaardagspartijtje, dat de burgemeester voor zijn jongen geeft. Zoiets van echt aardig voor die jongen. Maar
wij moeten als amateurs niet in een soort minderwaardigheidscomplex vervallen. Er zijn 338.000 amateurvoet
ballers in Nederland en als je dan tot de nationale elf wordt uitverkoren, dan is dat toch heel wat.
International II.
(J.T.S.) Om kwart over vier moesten we op de K.K.O. afstemmen, dat wisten we. Leo Pagano zou een
verslag geven van de wedstrijd FrankrijkNederland Amateurs, dat wisten we ook, Maar dat onze Co
Bouwens, overigens door de Heer Pagano en in vele krantenverslagen hardnekkig Bouwman genoemd, de
ster van het veld zou zijn, dat wisten we niet.
Co en de H.F.C.-doelman Van der Lee hebben de score nog aanzienlijk weten te beperken.
En al zullen de jongens op straat elkaar bij hun partijtje goal-gooien wel niet meer toeroepen: „Ik ben
Co Bouwens" of „Ik ben Van der Lee", wij A.F.C.-ers zijn verguld met Co en zijn prestaties.
(Het stak ons een beetje, dat het A.N.P. in zijn uitzending van tien voor zes de uitslag niet wist te
vermelden).
Let op Uw saeck!
Men was echt niet ontevreden over de uitslag van het vierde elftal in IJmuiden. Met 2 1 verloren en
dat is inderdaad geen gekke uitslag voor het vierde elftal van een tweede-klas amateur tegen het derde
elftal van een eerste klas prof, waarbij nog komt, dat een wedstrijd in IJmuiden in het befaamde nest van
de stormpietjes nooit een gemakkelijke opgave is. Maar met dat al staat het vierde onderaan en indien dat
zo blijft, dan degradeert het vierde elftal zonder meer naar de afdeling. Dit is iets, wat ten koste van alles
voorkomen moet worden. Hoe enthousiast en gelukkig wij met onze oude club ook zijn, wij mogen met ver
geten, dat wij steeds een loopgraaf moeten opgeven en nooit een loopgraaf heroveren. Sinds de bevrijding,
is het'tweede elftal tweemaal gedegradeerd en het derde en het vierde elftal één keer. Dat zijn vier degradaties
in tien jaar tijd en die opgave is nog geflatteerd, want als verleden jaar het betaald voetbal niet was inge
voerd, dan zat het eerste elftal nu in de derde klas. Een degradatie van het vierde elftal zou daarom qpk
zo fataal zijn omdat laten wij hopen en aannemen, dat het tweede elftal promoveert de afstand tussen
de elftallen, dan te groot wordt en spelers, die uit een lager elftal geroepen worden om een hoger ental
te completeren, moeite zullen krijgen zich in het hogere elftal aan te passen. Alle hens aan dek voor redding
van het vierde!
Reclame.
Onze vriend Schilperoord, sportredacteur van het Algemeen Handelsblad geeft iedere maandagavond een
profile" van een belangrijke wedstrijd. In zijn reportage gaat hij verder dan het voetbalverslag, maar geeft
ook de sfeer van de club, waar hij op bezoek was. In zijn verslag D.F.C.M.V.V. vertelt hij, dat de oude
garde in Dordrecht zich van het aloude D.F.C. heeft afgewend, omdat zij verwacht had, dat D.F.C. evenals
de zuster-verenigingen A.F.C., H.V.V., V.O.C. en U.D. het amateurisme zou zijn trouw gebleven. Hij gaat dan
verder misschien zelfs zou hun hart breken, indien zij konden besluiten toch eens te gaan kijken, want zelfs
ons buitenstaanders, gaf het toch wel een heel wonderlijk gevoel door de luidsprekers iemand reclame te
horen maken voor de verkoop van kleding tegen gemakkelijke betalingsvoorwaarden." Dit nu is ons niet
recht duidelijk. Reclame heeft al tientallen jaren geleden haar intrede gedaan in de voetbalwereld. De clubs
beijverden zich de achterkant van de tribunes te doen beschilderen met aanprijzingen en in het programma
van de thuiswedstrijden advertenties geplaatst te krijgen. Daar is niets tegen. De reclame tracht een zo groot
mogelijk aantal lezers te trekken. Geen wonder, dat de tienduizenden, die een voetbalwedstrijd plegen te be
zoeken een interessant object waren en zijn voor firma's, die reclame willen maken. Met het voortschrijden
van de techniek is er ook een evolutie in de reclame gekomen en wij zien het principiële verschil niet tussen
het beschilderen van de achterzijde van de tribunes, het plaatsen van een advertentie in programma- ot
clubbladen en het reclame maken via het moderne medium, de luidspreker. Naar ons gevoel heeft een en
ander met amateurisme in het geheel niets te maken. J- w-
8